Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beide de uitlegkunde en de leerstellige

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beide de uitlegkunde en de leerstellige

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dienst des Woords {is).

godgeleerdheid zijn dus voor een Dienst des Woords, dien naam waardig, volstrekt onmisbaar; maar toch beelde niemand zich in, dat men er met deze beide studiën reeds van af zou zijn. Dit ware even dwaas geredeneerd, als dat men het voor een dokter voldoende keurde, zoo hij studie had gemaakt van de medicijnen en haar uitwerking, en zich geen de minste moeite gaf, om ook het menschelijk lichaam en de krankheden van dit lichaam te bestudeeren. Hoe broodnoodig dus voor den prediker ook de uitlegkunde en de dogmatiek moge zijn, om te weten wat hij bedtent en toedient, toch is evenzoo voor hem de kennisse onmisbaar van wat hij in de kerk voor zich heeft en wat het is, dat die kerk van hem vraagt.

Het Woord Gods moet aan de kerk bediend worden. Niet in dien zin, alsof er ook geen roeping in zake het Woord zou bestaan tegenover de Heidenen, de Joden, de Turken en de ongeloovigen; maar hiervan handelen we thans niet. Dit missionair terrein zou geheel afzonderlijke bespreking vergen. En wat nu den eigenlijken Dienst des Woords in engeren zin betreft, deze kan uiteraard alleen plaats grijpen in een kerk, en moet dus op die kerk gericht zijn. Waar men saamkomt doet er betrekkelijk niet veel toe. Men kan prediken gelijk onze vaderen in de open lucht of in een schuur, en het is Roomsch en niet Gereformeerd, om meer dan betamelijk is, aan de dusgenaamde bedehuizen te hechten. Maar waar de Dienst des Woords ook plaats grijpe, hetaij dan in de open lucht, in een schuur of in een kerkgebouw, altoos moest wat daar saamvergadert de kerk, of wilt ge de „saamvergadering der geloovigen" zijn. Op hen in hun qualiteit als leden van de kerk van Christus, moet, naar gelang van hun onderscheidene nooden en behoeften, de Dienst des Woords gericht worden. Zij zijn de hongerigen aan wie het brood, dekranken aan wie het medicijn moet toegereikt. En een Dienaar die waande, dat hij Zondags slechts een gehoor voor zich had, dat saamkwam om naar zijn rede te luisteren, zou reeds daardoor toonen niets hoegenaamd van het heilige zijner roeping te verstaan.

Het geheim schuilt hier in het veelszins verloopen woord „toepassing"; mits men dit versleten woord maar in zijn ouden glans en in zijn oorspronkelijk zoo rijke beteekenis herstelle.

„toe­ Wat toch heeft men onder deze passing" te verstaan?

Niets minder dan dit, dat God de Heere toen Hij aan zijn kerk zijn Woord gaf, dit Woord zoo heeft ingericht, dat er voor alle eeuw en alle natie en alle geslacht en alle gezin en alle persoon alles in vervat was, wat van achteren noodig zou blijken, om de kennisse des Heeren zaligmakend te doen uitgaan.

Dat toch juist is het miraculeuse der Heilige Schrift, dat ze voor niet ééa enkele eeuw pasklaar is gemaakt, maar dat ze omgekeerd past op heel de rijke verscheidenheid van ons menschelijk leven, naar al de eindelooze schakeeringen, die het verschil van tijd en plaats en aanleg en omstandigheid in het leven roept.

Wie nu niet Gereformeerd is, ziet in dit miraculeuse feit niets anders dan een heilige, opmerkelijke bijzonderheid, maar wie goed Gereformeerd is, zegt meer. Hij kan toch niet aannemen, dat er ooit iets uit de Schrift zou komen, wat God de Heere er niet opzettelijk in gelegd heeft; en hij moet dus wel belijden, dat God de Heere zijn Heilige Schrift opzettelijk zóó heeft ingericht, dat er al dit medicijn en al deze voedende kracht en al dit helderheid aanbrengend licht voor de kerken aller eeuwen en landen door Hem in gelegd is.

Ook hier kan niet anders dan praedestinatie zijn. Iets waar de apostelen ons gedurig op wijzen, als ze ons aantoonen, hoe ook wat in het oude Israël gebeurde, »opzettelijk zoo geschied is om onzent wil".

Zoo heet het in i Cor. 9 : 10: Of zegt hij dat ganschelijk om onzentwil.' Want om onzenttvil is dat geschreven". In Rom. }S '• A'. «Want al wat te voren geschreven is, dat is tot onze leering geschreven, opdat wij door lijdzaamheid en vertroosting der Schrift, hope hebben zouden." En in Rom. 4 : 23: Nu is het niet alleen om zijnentwil geschreven, dat het hem toegerekend is, maar ook om onzentwil."

Het is dus geen verzinning onzerzijds als we zeggen, dat de Heilige Schrift gepraedestineerd is, om te passen en te sluiten op de behoeften der kerk van Christus in alle eeuwen en tijden en landen; maar de Schrift zelve eischt en vordett, dat we haar als zoodanig beschouwen, en haar deze eere laten zullen.

Ja we gaan verder en zeggen, dat ge nog niet voelt en nog niet verstaat, wat de Heilige Schrift ook voor u persoonlijk

is, als ge niet gelooft, belijdt en inziet, hoe bij de praedestinatie en de schenking van dat Woord aan Gods kerk, ook op u, op uw zielsnood, en op uw levensomstandigheden gerekend is. Zooals onze vaderen leeraarden, dat er is een algemeene, een bijzondere en een allerbijzonderste voorzienigheid Gods, waarbij het zóó voor u komt te staan, alsof God alle dingen van hemel en aarde beschikt heeft, om u tot de glorie in te leiden; zoo ook moet ge het van de Heilige Schrift belijden, dat ze én een algemeene strekking voor heel de kerk, én een bijzondere strekking voor uw kerk, én bovendien nog een allerbijzonderste strekking voor u persoonlijk heeft.

Dit nu is de toepassing, om alzoo, naar de praedestinatie Gods voor elke kerk, in eiken tijd en in elke omstandigheid, datgene uit die Schrift te voorschijn te brengen, wat God de Heere er voor die kerk, indien tijd en onder die omstandigheid in gelegd heeft.

Dus niet de preek uit Gods Woord en de toepassing uit u. Neen, maar beide saam uit Gods Woord, zoowel de uitlegging als de toepassing. En beide uit dat Woord niet naar uw vernuft, maar naar Gods heilig bestel.

Daarom nu heeft God de Heere die Heilige Schrift niet als een dood boek aan zijn kerk gegeven, gelijk de vijand lastert; maar als een levend instrument, welks behandeling Hij zelf steeds met zijn Heiligen Geest verzelt en leidt. Alleen die uitlegging toch is waarachtig die door den Heiligen Geest in zijn kerk wordt gegeven, en alzoo is ook alleen die toepassing de wezenlijke, die vrucht is van verlichting door den Heiligen Geest.

Hierbij nu bedient de Heilige Geest zich van de Dienaren, die Christus in zijn kerk gesteld heeft, en alzoo is het bij de toe^ passing der Dienaren roeping, om, geleid door den Heiligen Geest, datgene uit de Heilige Schrift te voorschijn te brengen, wat God de Heere voor die bepaalds kerlc, in dien bepaalden tijd en in die bepaalde omstandigheid in zijn Woord door zijn praedestinatie had ingelegd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 mei 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Beide de uitlegkunde en de leerstellige

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 mei 1891

De Heraut | 4 Pagina's