Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De heer Ds. W. J. de Haas heeft in de Bazuin een twaalftal artikelen geschreven over Separatie en Doleantie, en in zijn slotartikel zijn denkbeelden saamgevat in veertien stellingen.

Deze stellingen zijn van dezen inhoud:

I. De Gereformeerde Kerkrechtelijke beginselen van de zeventiende eeuw, zijn onmogelijk in practijk te brengen in de 19de eeuw, zonder tevens rekening te houden met het feit der revolutie van 1789; een feit dat onder des Heeren bestuur tot een geheel andere verhouding tusschen kerk en staat geleid heeft.

II. Hieruit volgt, dat de Geref kerk van dezen tijd een geheel anderen instituairen vorm in de rechtssfeer van den staat heeft, dan de kerk der vaderen van de i6de tot de i8de eeuw.

III. Schoon in beginsel onbetwistbaar vast staat, dat er tweeërlei methode tot reformatie van een bedorven kerkinstituut gevolgd worden kan, — is even onbetwistbaar zeker, dat de reformatie van de afdeelingen het Ned. Herv. kerkgenootschap, sedert 1834 alleen door het volgen van de methode der Separatie kern gezond heeten kan, wijl al die afdeelingen, getoetst aan de uitspraken der Geref. Confessie, als openba ringen van de valsche kerk gequalificeerd behooren te worden.

IV. Om de kerkrechtelijke.geldigheid van de methode der Doleantie te kunnen handhaven tegenover het beginsel der Scheiding van 1834 moeten

ad primum: de historische gebeurtenissen van 1834 in een ander licht geplaatst, dan waarin de historie zelve ze geplaatst heeft;

ad secundum; de woordvoerders der Doleantie de afdeelingen vaa het Syn. genootschap van ï8i6, ondanks de Geref, Confessie, nog als ware kerken Christi erkennen.

V. De in stelling IVb gememoreerde Doleantie-theorie is in flagranten tegenspraak met de practijk der Ned. Geref kerken, die zich confessioneel en kerkrechtelijk, dus in leer, tucht en dienst van de plaatselijke Hervormde gemeenten geheel hebben afgescheiden.

VI. De beeldspraak op bl. 45 ka», om wat op bl. 10 en 11 gezegd wordt van de «potestas ecclesiastica, " als liggende in de vergadering der geloovi gen, onmogelijk als juist doorgelaten worden. Maar uit dien hoofde valt de conclusie weg voor de kerkelijke practijk.

VII. Om de Doleantie-theorie met goed recht te kunnen verdedigen tegen de scheiding, moet het stuk vaderlandsche kerkhistorie van i8i6—1886 wezenlijk genegeerd.

VIII. De ambtsdragers in de afd. van het Ned. Herv. Kerkgenootschap, zijn dit niet van Gereformeerde kerken, die sedert 1618 geïnstitueerd zijn, van maar valsche kerken, die dit sedert i8i6 gewor den zijn.

IX. Aangezien de laatste twee, drie geslachten der in de Ned. Herv. kerk opgegroeide leden, geen kerkrechtelijk Gereformeerde geloofsbeUjdenis afgelegd hebben, missen zij in rechten de bevoegdheid, om naar het ambt der geloovigen in die gemeente te handelen.

X. In de termen scMJ»kerk en valsche kerk toege past op de afd. v. h. Syn. genootschap van 1816, zit het wezen en de kerk van het kerkrechtelijk verschil tusschen de Christ. Geref. en Ned. Geref. kerken.

XI. De officiëele acta der Scheiding tusschen '34—'39 toonen de onhoudbaarheid aan van Dr. K.'s kerkrech­ telijke beweringen en de daaruit afgeleide gevolgen op bl 44.

Xn. Is het wel in overeenstemming met uw eigen kerkrechtelijk Geref. beginselen om naast een door U zelf erkend Gereformeerd geïnstitueerde kerk, een anderen instituairen kerkvorm tot openbaarheid te brengen?

XIII. Als reformatie door Doleantie bij U de voorkeur verdient, moogt gij de Doleerenden, zie bl. 41, dan wel aanraden, om terstond, als zij hun kerkelijke conscientie ontlast hebben, pogingen aan te wenden tot ineensmelting met gesepareerde kerken?

XIV. Wordt Uw beweren in zake de staatsrechtelijke gevolgen der Separatie bl. 49 niet door de broeders prof. Rutgers en Lohman zelve gewraakt? Zie Rechts bevoegdh. der pi. kerken pag. 113 nt i.

De vraag van Ds. De Haas, of we het met deze stellingen eens zijn, of bijaldien niet, of we er dan critiek op willen uitoefenen, brengt ons in geen geringe moeilijkheid.

Om den vriendelijken toon en den humanen geest dezer stukken mochten we het zoo gaarne tegen de strekking dezer artikelen opnemen; daar toch ook deze artikelen geen andere vrucht kunnen dragen, dan dat ze broederen van broederen afhouden, ook al werden ze gepubliceerd onder den titel van: Zijn we niet kerkelijk één?

Wat het zwaarste is, moet echter ook hier het zwaarste wegen;

De bede en wensch onzes harten is en blijft, dat de Gereformeerden in den lande weer kerkelijk één mogen optreden; en we zijn en blijven overtuigd, dat men een zware en hoogst ernstige schuld tegen vaderland en volk op zich laadt, zoo men deze vereeniging tegenhoudt.

Dat er nu broederen zijn, die dit ons streven naar vereeniging toeschrijven aan allerlei kleingeestige en kleinzielige berekening, deert ons niet, en doet ons slechts leed om de achterdocht die blijkt in hun eigen ziel te huizen.

Maar in geen geval laten we ons zelven vinden, om olie in het vuur te werpen. En dit nu bleek telkens de uitkomst van elke discussie die werd aangevangen.

Wij zwijgen daarom.

In Separatie en Doleantie is onzerzijds duidelijk uitgesproken wat we bedoelen.

Thans dient afgewacht wat de Christelijke Gereformeerde kerk doen zal.

Aan haar staat thans de beslissing, en zij heeft thans te toonen, dat metterdaad haar Synode door den Geest des Heeren geleid wordt.

KUYPER,

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juni 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juni 1891

De Heraut | 4 Pagina's