Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Het manna dat verborgen is.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Het manna dat verborgen is.”

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Die ooren heeft, die hoore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Die overwint, ik zal hem geven te eten van het manna, dat verborgen is. Openb. 2:17.

Het heilig Avondmaal is niet uit de wereld, maar verplaatst u, terwijl ge nog op aarde zijt, reeds nu in het e.uwige leven.

Dat Avondmaal en die wereld strijden met elkander; en het einde van dien strijd kan slechts één van deze twee wezen: óf dat het aan die wereld gelukt, om dat Avondmaal in onbruik en vergetelheid te brengen; óf wel dat eens die wereld ondergaat, om vernieuwd te worden, en dat uw Avondmaal blijft.

De wereld leeft uit een geheel ander leven, dan wat gesmaakt en genoten wordt aan Jezus' heiligen Disch. Voor het vleesch is aan dien Disch niets begeerlijks. Uw zelfzucht, uw eerzucht, de begeerlijkheid van uw hart heeft er niets in te brengen. Letterlijk alle maatstaf der wereld valt hier weg.

Alle leven aan dien Disch is leven uit genade, en het armste weeuwtje, dat rijk in genade aan het Avondmaal mag aanzitten, benijdt er geen oogenbiik den man met den gouden ring; maar de man met den ring, zoo hij dorst naar heil, benijdt er dat arme vrouwke.

Daarom valt dan ook alle wereldsch onderscheid tusschen mensch en mensch hier weg. Hier geldt maar één adel: de adel der wedergeboorte. Hier schittert slechts één rijkdom: de overvloeiende liefde Gods die in uwe harten is uitgestort. En er heerscht slechts ééne kracht: de kracht des geloofs.

Zoo is dan het heilig Avondmaal uit een a? idere wereld. In het Paradijs zou het hebben thuis gehoord onder de schaduw van den Boom des levens; maar het strijdt met een wereld, die doornen en distelen draagt om den vloek. En zoo er iets is, waarvan ge u in het leven der zaligheid een voorstelling zoudt kunnen vormen, ja, dan is het dit, dat ge in die hemelsche heerlijkheid met Immanuël en met Gods uitverkorenen zoudt aanzitten aan het Avondmaal des Lams.

Het is of uw Heiland door dat Avondmaal de wereld heeft willen veroordeelen. In dat Avondmaal aan de wereld een profetie van hooger gelukstaat heeft willen bieden. En met dat Avondmaal ons een maatstaf in de hand heeft willen geven van wat het in zijn eeuwig Koninkrijk eens zijn zou.

Zoo dikwijls ge ten heiligen Avondmaal opgingt, was het of ge, als pelgrim naar de eeuwigheid, weer genaderd waart tot aan de poorte van het nieuw Jeruzalem, en zonder er te mogen ingaat? , toch reeds iets van de hemelsche schoonheid, waarmee de stad des grooten Konings overdropen is, hadt ontwaard.

Het sterven zou aan den Avondmaalsdisch u een minder plotselinge, minder groote overgang zijn ge(veest, dan zoo ge straks sterft in het midden der wereld.

Kwam uw Heiland nog bij uw levenstijd op de wolken weer, nergens liever dan aan het heilig Avondmaal zoudt ge hem inwachten. m

En is het brood gebroken en de wijn vergoten, en is na de vluchtige genieting straks het oogenblik weer daar, dat ge van dien Disch moet opstaan; en het huis des gebeds verlaat; en naar uw woning terugkeert; zoo is het u te moede, of ge weer verder van Jezus afdwaalt, en u weer sterker omwoeld en omstrengeld voelt door de banden dezer wereld v o z G n v

Daarom is die heilige Disch dan ook niet alleen het zinbeeld van uw Geloof, en de verzinnebeelding van uw Liefde, maar ook de voorbeelding van wat u als erfenisse is weggelegd in uwe Christelijke Hoop. H g

Hierin toch immers is de Ilope van Gods kind onderscheiden van de hoop, waar ook het kind der wereld zich mee vleit, dat hem de vervulling zijner Hope gewaarborgd is, en dat daarom zijn hope niet dood is, maar door den apostel als een levende, ouverwerkelijke hope geroemd v/ordt. N

Eens Christens hope ligt in het beeld van de erfenisse geteekend; waarvan de erfgenaam zeker weet, dat ze hem eens toekomt; terwijl de hoop van het kind der wereld gelijk is aan het lot uit de loterij, waar hij zich telkens met koortsachtig begeeren naar uitstrekt, en dat toch nimmer komt.

De hope van een kind van God is niet gegrond in zijn begeeren noch in den wensch van zijn hart, maar in de zekerheid der belofte, in de wetenschap dat vfa.i hij afbidt, er reeds is; en in de zekere overtuiging, dat zijn recht er op hein door niemand kan ontnomen.

Juist zoo als de wetdge erfgenaam er aan toe is, zoo staat ook de Christen in zijn hope op de eeuwige heerlijkheid.

Ook de wettige erfgenaam bezit nog niets. Hij kan nog niets zijn eigendom noemen. Het kan zelfs wezen dat hij nog doodarm voorttobt. Maar eens, dit weet hij zeker, komt de rijke, heerlijke erfenisse hem toe; en nu reeds leeft hij in het blij vooruitzicht, van wat dan zijn erfdeel zal wezen.

En komt dan soms de twijfel in hem op, of hij wel erfgenaam is, en of de erfenisse wel zoo groot zal zijn, dan ontrolt hij nogmaals het Testament en leest het dacr nog eens met eigen oogen, dat ja waarlijk de erfenisse die hem wacht zoo onmetelijk rijk zal zijn, en dat, met zijn eigen naam voluit, wel waarlijk in het Boek des levens geschreven staat, dat hem die erfenisse wacht.

En rees er dan nog twijfel, of dat Testament wel echt en de daarin toegezegde erfenisse wel werkelijk zou zijn, dan beziet en betast hij de zegels nog eens die er aan hangen, ea door het aanschouwen en betasten van die zegels wijkt dan de laatste aarzeling uit zijn hart.

En zoo nu ook is het bij Gods kind als hij denkt aan die levende hope. Ook hem bekruipt dan soms de twijfel, of die erfenisse in den hemel wel bestaat, en, zoo ze bestaat, of ze hem wel toekomt. En dan grijpt! ook hij naar het Nieuwe Testament en het i bloed des Lams. En als dan het lezen in dat Testanient nog niet eiken twijfel bant, dan grijpt ook hij_ naar de Bondszegelen waarmee dat Nieuwe Testament bezegeld is. En zóó, onder het j breken van het brood en bij het vergieten van • den wijn, vergaat zijn laatste twijfel.

Zijne hope staat weer vast.

Dit nu is een vrucht van het Verborgen manna.

• Want natuurlijk, als ge aan den heiligen Disch zijt neergezeten, is er in dien Disch op zichzelf niets bijzonders.

Dat brood is brood uit meel gebakken in dienzelfden oven, waaruit ge uw dagelijksche bete ontvangt; en die wijn is druivensap geperst uit diezelfde vrucht des wijnstoks, die straks u aan uw teestmaal verkwikt.

Ook is die disch zelf een gewone tafel, zelfs van veel ruwer hout dan de tafel in uw woning.

woning. En die er aanzitten zijn dezelfde broeders en zusters, die ge straks in het midden der wereld ontmoet in uw nering en bedrijf.

Zonder meer zou die Disch dus noch een zegel noch een zinbeeld wezen, en wat u# Avondmaal tot Avondmaal maakt, is niet wat ge voor oogen ziet, of met het oor opvangt, maar bestaat in de innerlijke sterking met genade, die ge ontvangt in den inwendigen mensch.

Van deze innerlijke voeding nu was het manna in de woestijn de symbolische profetie. '^ r'''

In die woestijn had Israël akker noch molen noch baktrog, en toch werd Israël op wondere wijze door een gave uit den hemel gevoed. Het brood uit den akker ontbrak, maar een beter en ander brood daalde uit den hemel neder.

Nog wel niet het levende Brood, want ook het manna werd met de tanden vermalen; maar van dat levende Brood toch de voorbeelding.

Totdat de volheid der tijden inging, en hij tot ons kwam, die zeggen kon: »Ik ben dat levende Brood, dat uit den hemel is neergedaald. Wie mijn vleesch eet en mijn bloed drmkt, zal niet sterven in der eeuwigheid."

En nu voer hij wel ten hemel op, maar juist om uit dien hemel zijn verborgen man? ia tot ons te laten neerdalen, en ons inwendig te voeden en te sterken in onze ziel.

Een manna dat ge niet ziet; dat geen oog waarneemt; dat alleen voor het geloof leeft; maar dat door het geloof dan ook volop wordt genoten.

Dat Verborgen manna nu is als het »Brood der machtigen", waarvan de Schrift getuigt, of wilt ge als de vrucht van den Boom des levens, dié in het Paradijs Gods staat. Het is een brood, waardoor niet het tijdelijk leven wordt onderhouden, om straks toch weer in te zinken en te bezwijken; maar een brood, dat het eeuwige leven in u voedt, en dat nimmer zal verderven.

Immers ook het eeuwige leven bestaat niet door en uit zich zelf, maar, ontstaat en bestaat alleen door Gods almogende kracht; en ook dan als ge in de gewesten der gelukzaligheid eens van alle vreeze des doods ontbonden zult zijn, zal toch ook dat eeuwige leven, dat ge daar geniet, zijn en blijven een creatuurlijk leven, en alzoo alleen bestaan kunnen doordien God Almachtig het ondersteunt, voedt en in stand houdt.

En die kracht nil', %aardoor God de Heere het leven zijner engelen in stand houdt, en in stand houdt het eeuwig leven van zijn uitverkorenen, dat is het Brood der machtigen, dat is het Verborgen manna, dat is de vrucht die aan den Boom des levens groeit.

Nu ontvangen Gods kinderen den vollen rijkdom van dat Verborgen manna eerst hiernamaals, als de strijd volstreden is en de heerlijkheid ingaat en de kroon des levens komt.

Maar enkele korrelkens van dat Verborgen anna worden hun toch ook hier leeds door Gods liefde gereikt.

De kiem des eeuwigen levens dragen ze, als rucht van wedergeboorte reeds in zich, en ok die kiem moet gevoed en onderhouden, oo zij niet sterven zal. En daarom strekt de hemelsche Landman in oddelijk ontfermen de hand zijner genade aar die zwakke kiempjes uit, en sterkt ze en oedt ze en bewaart ze voor bezwijken. G t

Krachten des eeuwigen Koninkrijks ij aan zijn kinderen toe. voert g

In die krachten schuilt het Verborgen manna.

. En dat manna deelt Hij nergens-mildcr, nerens met voller hand uit, dan aan zijn heilig Nachtmaal. g g

KUYPKR.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juni 1891

De Heraut | 4 Pagina's

„Het manna dat verborgen is.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juni 1891

De Heraut | 4 Pagina's