Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Derde Voorloopige Synode van Nederduitsche Gcreformecrde Kerken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Derde Voorloopige Synode van Nederduitsche Gcreformecrde Kerken.

20 minuten leestijd Arcering uitzetten

gehouden te 's-Gravenhage.

Voor ditmaal waren de kerken, die in de laatste jaren het juk der Hiërarchie hebben afgeschud, naar 's Gravenhage ter Generale Synode opgeroepen. Dit saamkomen in de residentie wekte ongetwijfeld in veler harten herinneringen op aan ons in zoo menig opzicht schitterend verleden — niet 't minst aan dat gewichtig oogenblik, waarop Maurits door zijn gang naar de Scheurkerk met beslistheid koos voor de Geref kerken, van welke destijds ook een deel in doleantie was — maar ook deed het met droefenis denken aan die lange, smadelijke periode, die nog pas zoo kort achter ons ligt.

Evenwel, het is de taak niet van den verslaggever te vertolken, wat omging in de gemoederen, maar om in kort bestek het bespro­ kene en beslotene weer te geven. Voor ik echter daartoe kom, dient vooraf gemeld dat »Vader Ploos van Amstel", die eerwaardige en beminde prediker, op de hem eigen wijze aan den vooravond van de Synode, op verzoek van den Haagschen kerkeraad, het Woord bediende naar aanleiding van Jes. 6:13. Schoon ontwikkelde Z.Eerw. de gedachte in het »steunsel zijn" gelegen, ter verduidelijking telkens het geschiedboek opslaande, en er vooral nadruk op leggende dat slechts heilig zaad, na afwerping der bladeren, steunsel zijn kan. En nu roept God niet telkens eene nieuwe schepping in het leven, om zulk een steunsel te zijn, maar Hij beweegt zich voort op de eens aangegeven lijn. Zoo komen bij den zondvloed niet allen om, maar Noach draagt het verbond, door den watervloed heen, op het volgend geslacht over. Wil echter dat steunsel, de kerke des Heeren, de opgelegde taak goed vervullen, dan moet het ook vrij zijn van den Staat en niet worden overheerscht door eene Hiërarchie. Maar telkens vergaten de kerken dit, en met kenschetsing van de wrange vruchten in ons land daarvan geplukt en met het uitspreken van zijne vreugde, dat hierin door Gods goede hand in 1834 en 1886 een breking kwam, besloot Z.Eerw. zijne door eene zeer groote schare aandachtig gevolgde rede. Daarop ging hij voor in datikzegging, den Heere vuriglijk biddende om zijn zegen op de pogingen tot vereeniging der broederen.

Dinsdag 8 September had de Westerkerk een geheel ander aanzien. De banken voor den predikstoel hadden plaats gemaakt voor eene lange tafel, waaraan de afgevaardigden en de adviseurs plaats namen, en eene kleine verhevenheid, voor het Moderamen bestemd.

Op den bepaalden tijd beklom Ds. G. H. van Kasteel, de voorzitter van den kerkeraad der Synodale kerk, het spreekgestoelte, die met deze treffende woorden — nadat vooraf Ps. 89 : 3 gezongen en Ps. 147 gelezen was — de Synode opende:

Eerwaarde en hooggeschatte vaders en broeders in Christus, afgevaardigd of uitgenoodigd om de kerken met uw raad en voorlichting te dienen;

Genade en vrede zij u rijkelijk vermenigvuldigd !

Namens de kerk van 's-Gravenhage mag ik u hartelijk welkom heeten. Dat ditmaal de residentie, de zetel onzer landsregeering, u ziet samenkomen, doet te dieper de gewichtige roeping van de Geref. kerken dezer landen in de zoo ernstige dagen, waarin wij leven, gevoelen. Hier toch leest ge de vaderlandsche geschiedenis op straten en pleinen, en blijkt hoe hetgeen haar diepte en beteekenis geeft u het groot belang der zuivere religie en de strijd om haar in ons volksleven gestreden. Ernstig, zijn deze dagen inzonderheid voor de Gereformeerde kerken, als wij letten op de machten, die tegen haar zijn. Op het ongeloof, dat reeds tot volslagen godloochening zonk, en een geheel menschengeslacht dreigt weg te voeren; op Rome, dat als op de overwinning vast rekenend, zijne tempels als voor eeuwen bouwt; op de verdonkering van het fijne goud der Geref. kerken. Groot is het voorrecht, dat wij thans deze vergadering mogen zien samenkomen ten bewijze van de groote daden Gods. Onze oogen mogen Jerusalem weder uit het stof zien oprijzen. Staan de jongst uitgeleide kerken bloot aan de felste bestrijding, zij zijn daarin rijk, dat in haar midden het Woord des Heeren het hoogste, het eenige gezag heeft. Dat er weer geestelijke barensweeën zijn gekomen ; dat vermenging met het openbaar ongeloof is opgehouden, 's Heeren erve weder gezien wordt alleen wonende, dat de Heere deze kerken weder zegent met ontsluiting van de schatkameren zijns Woords en een beginvan bekeering gezien wordt van onze eigendunkelijkheden en eenzijdigheden tot den oneindigen rijkdom van Gods getuigenis, welke stoffe tot dank! Hoe gewichtig is de roeping dezer vergadering! Hoeveel in de toekomst dezer kerken hangt van hare beslissing af! Hoeveel licht in het Woord, hoeveel sterkte des geloofs, hoeveel van de wijsheid, die van boven is, wordt hier vereischt! Zij de eerste Synode, de apostolische kerkvergadering te Jerusalem hier voorbeeld ; haar diepe inzicht, ruime blik, onbekrompen geloof, overtuigend betoog.

Waar wij uit en van ons zelven onbekwaam zijn iets goed te denken of voort te brengen, maar wel bekwaam om Gods kerk schade te doen, daar ga de bede onzer ziele uit naar de tegenwoordigheid des Heiligen Geestes, de heerschappij der Goddelijk Genade. Believe het den Heere die bede genadiglijk te verboeren! Dan zal Hij door uwe vergadering Jerusalem bouwen en zijne verdrevenen vergaderen; en zijne kerk zal gesierd worden met zuiverheid van belijdenis en heiligheid des levens. En konde het in 's Heeren raad bestaan, dat in Zijne gunst en vreeze welhaast de gewenschte eenheid werd gezien van de kinderen deszelfden huizes, die éénzelfde dierbaar geloof belijden — en deze vergadering daartoe dienstbaar zijn, hoeveel stoffe tot dank en aanbidding zou er wezen! Worde dan door deze Voorloopige Synode verheerlijkt de Naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes, in welken Naam haar begin zij en hare hulpe ! Amen,

Na het uitspreken dezer rede ging ZEerw. voor in den gebede.

Daarop werden de broeders Sikkel en Keuchenius aangewezen om de credentiebrieven na te zien. Alle werden in orde bevonden; uit 19 dassen waren 38 afgevaardigden tegenwoordig. Prof. Dr. Rutgers, De Hartog en Geesink en de predikanten B. van Schelven en Hoekstra hadden zitting als adviseurs. In het moderamen werden gekozen: Prof. Dr. A. Kuyper, praeses; Dr. G. van Goor, assessor; Dr. L. Wagenaar en Ds. J. H. Feringa, scribae. Kortfelijk dankte de voorzitter, namens het moderamen, voor het vertrouwen, dat zich in deze benoeming uitte, terwijl hij daarna den welkomsgroet der vergadering overbracht aan rev. Theod. J. Meijer, die als afgevaardigde van de Presbyterian Church of England, de Synode bijwoonde. In zijn toespraak tot den laatstgenoemde herinnerde Dr. Kuyper er aan, dat in oude dagen er zoo nauwe band was tusschen de Engelsche en Nederlandsche kerken; dat echter beide door een geest des diepen slaaps werden bevangen; maar dat de Heere, Zijns Verbonds gedachtig, weer opwaking en herleving geschonken had. Rev. Meger antwoordt nu reeds kortelijk op deze begroeting, als zijne meening uitsprekende dat de betrekking tusschen de Schotsche Zendingskerk te Amsterdam, die hij vroeger diende, en de doleerende kerken eene andere dan de tegenwoordige zijn zou, wanneer hij nog in de hoofdstad werkzaam was.

De praeses draagt aan Dr. Geesink en Ds. Hania op, te zorgen, dat dagelijks aan de meest gelezen bladen een kort verslag van het gebeurde toekomt.

Besloten wordt des morgens van 9I/2 tot 12 en des middags van i tot 4 te vergaderen. Des vereischt valt de middagzitting weg, opdat de secties ook dan kunnen vergaderen.

Aangezien een schrijven is ingekomen van de Deputaten der Christel. Geref. Kerk, inhoudende het verzoek de voorstellen ter Vereeniging mondeling te mogen toelichten, zoo stelt de Voorzitter voor onverwijld hierop te antwoorden, dat de komst van deze broeders, morgen ochtend, hoogst welkom zou zijn. De vergadering hecht hieraan eenstemmig hare goedkeuring.

Beslist wordt dat de zittingen toegankelijk zijn voor ten Avondmaal toegelaten leden van Nederd. Geref. en Christel. Geref. Kerken ; ook voor leden uit andere Geref. groepen, deze echter op vertoon van een getuigenis van hunnen kerkeraad. Over toelating van hen, die hiertoe niet kunnen gerekend worden, zal bij voorkomende gelegenheid worden beslist.

Nog machtigt de synode het moderamen de leden der synode te splitsen in 5 secties, ieder met één adviseur, om den voorbereidenden arbeid te verrichten. Een voordracht hieromtrent zal na de pauze worden ingediend.

De eerste zitting wordt met gebed door den Assessor gesloten.

Met het zingen van Ps. 19 : 5 en gebed door Ds. Hoekstra vangt de middagsessie aan.

De door den kerkeraad der roepende kerk verzonden uitnoodigingen aan de reeds genoemde broeders, om de Synode van advies te dienen, worden goedgekeurd; terwijl aan hen nog Ds. Van Kasteel wordt toegevoegd.

De voordracht in zake de secties en de verdeeling van de taak vrordt zonder eenige bedenking goedgekeurd. ledere sectie kiest zelf een president; de 5 presidenten vormen zamen de centrale sectie, die den gang der werkzaam heden nader regelt.

Alsnu vraagt de voorzitter hoe zullen wij morgen handelen, wanneer de Dep. Syn. der Chr. Geref. kerk in ons midden zijn?

Na eene korte wisseling van gedachten wordt besloten, dat de Synode slechts bij monde van haar voorzitter zich zal uitspreken. Aan de Dep. wordt daarna gevraagd wie als hun tolk het woord zal voeren. Heeft die de voorstellen zijner kerken overgebracht, dan wordt daar over publiek geen discussie gevoerd, maar de overweging daarvan en het vragen van inlichtingen opgedragen aan een commissie, gevormd door 2 leden uit ieder der genoemde 5 secties, uit de adviseurs en het moderamen. Tot de biieenkomsten dezer commissie hebben ook de overige leden der Synode toegang. Gewichtige punten zullen schriftelijk worden behandeld.

Achtereenvolgens komen nu de volgende zaken ter sprake.

Dr. Van Goor leest voor het rapport der provinciale Synode van Friesland, ingezonden door den kerkeraad van Leeuwarden. Uit dit rapport, dat met dankzegging voor kennisgeving wordt aangenomen, bleek dat deze vergadering op den i7en en i8en December j.l in de Noorderkerk werd gehouden.

Een rapport van een dergelijke samenkomst der Zuid-Hollandsche kerken ontbrak. Noch de Deput. der classis Rotterdam, noch br. Vrolijk, ouderling bij de kerk te R., konden hieromtrent inlichtingen geven. Aan br. Vrolijk wordt gelast bij den kerkeraad zijner kerk, van welke de oproeping was uitgegaan, zich omtrent dit verzuim te informeeren.

Namens Deput. in zake correspondentie met buitenl Geref. kerken vermeldt Prof. Rutgers, dat sinds Ds. Lion Cachet in 1889 de Synode der Presbyterian church of Engeland bijwoonde, de briefwisseling met die kerken is voortgezet. Waren zij reeds in 1890 voornemens een deputaat te zenden, maar moest toen de uitvoering achterwege blijven, ditmaal was dit anders, gelijk bleek uit de tegenwoordigheid van Rev. Meijer. Aan Deputaten ad hoc wordt opgedragen aan de buitenl. kerken zoo spoedig mogelijk te berichten, wanneer en waar een Generale Synode onzerzijds zal saamkomen. Prof. Rutgers verklaart dat de commissie dit gaarne wil doen, maar wijst op enkele bezwaren.

Rev. Meyer erlangt nu het woord om mededeeling te doen omtrent den stand van zaken in de Presbyterian Church of Engeland. ZEerw. spreekt nu in onze eigen taal aldus. Met dank aan den Heere hoorden wij van uw trouw belijden; wij deelden in uw lijden, maar wenschen u ook verblijden toe. De geschiedenis (in korte trekken meegedeeld) onzer kerken heeft zeer groote overeenkomst met de uwe. Eerst waren ze weinig in getal, deze door enkele Schotten georganiseerde kerken, maar thans zijn er reeds vele, terwijl wij niet zullen rusten voordat wij alle kerken tot reformatie hebben gebracht. Daarom noemen wij ons ook niet de Presb. Church in, maar the Presb. Church van Engeland. Wij verwierven ons eene inponeerende positie, bezitten een eigen seminarie voor de opleiding onzer predikanten en behartigen met ijver het werk der Zending onder de heidenen. En dien zegen zal God ook u schenken, wanneer gij trouw blijft aan uw beginsel. De praeses betuigt warm dank voor dit woord van sympathie; vraagt en verkrijgt nog eenige inlichtingen omtrent de gebondenheid yan dienaren en ouderlingen aan de confessie van Westminster; en besluit met de bede dat de belijdenis van Gods almachtige en souvereine genade steeds kloeker door de Engelsche zusterken gehandhaafd worde.

Het concept-contract tusschen de vereeniging voor hooger onderwijs op gereformeerden grondslag en de Nederd. Geref kerken in zake het verband tusschen deze kerken en de theol. fac. der Vrije Universiteit — eenige weken in dit blad gepubliceerd — gaf aanleiding tot opgewekte besprekingen. Hieraan namen deel Dr. Wagenaar (rapporteur van de deputaten met de leiding van dit gewichtig onderwerp belast) Ds. Ringnalda, Dr. Rutgers, Ds. Sikkel, Dr. Geesink, Ds. Fernhout, Ds. Langhout en de voorzitter. Sommiger vrees als of door eene beslissing in dezen de Christel. Geref. broeders eenigermate zouden worden gekwetst, werd niet gedeeld, wijl hiermee juist aan een hunner wenschen was voldaan. Zoo werd het Concept met algemeene stemmen aangenomen en moeten dus voortaan de Dep. Syn. worden gehoord bij de benoeming van een professor in de theologie.

Voorts werd besloten, zoolang dit contract niet door eene der partijen wordt opgezegd, aan de theol. hoogleeraren van genoemde Universiteit ook zonder nadere uitnoodiging als adviseerende leden toegang tot de Synodale vergaderingen der gezamenlijke kerken te verleenen.

Met het aanheffen van Ps. ro6 : 26 endankgebed bij monde van den voorzitter eindigt deze zitting.

Woensdag' 9 September.

Met voorlezing van Philipp. 2 : i—12 en met gebed opent de praeses de derde sessie. De scribae doen voorlezing van de korte no-•^ • - , '"«rr , '-i J i ^ tulen. Daarop leiden Dr. Rutgers en Mr. Keuchenius de afgevaardigden der Christel. Geref. kerk, de Profes. Bavinck, Noordtzy en Lindeboom en de Predik. Van Andel en Littooy, binnen. De leden van de Synode staan op van hunne zitplaatsen; terwijl alle aanwezigen met bezieling Ps. 68 : 2 zingen. Waren gisteren reeds verschillende belangstellenden opgekomen, thans vulde voor een groot gedeelte een breede schare, zoo van mannen als vrouwen het kerkgebouw. Met heldere stem houdt Prof. Kuyper eene van heilige geestdrift tintelende toespraak. Ongeveer in deze bewoordingen: Niet alleen Gods kind, maar ook de kerk van Christus, heeft hier of) aarde eene pelgrimsreize, M H. en broederen! De heerlijkheid van het Sion Gods, komt eerst met de wederkomst van onzen Heere en Heiland. En daarom reist die kerk thans nog door de woestijn en maakt de wereld het haar bang en moeilijk. Soms echter gunt de Heere een oogenblik van zielsverkwikking aan zijne kerk.

Zulk een moment is het thans voor ons; uw verschijnen alhier is een bewijs van de goede gunste Gods. Immers niet enkele zelfstandige personen, maar kerken Christi reiken elkaar de hand. En de vreugde hierover is te grooter, omdat wij zonen zijn van dezelfde vaderen, die in één kerkgemeenschap den strijd eerst tegen Rome, toen tegen de Arminianen streden. Want van Nederlandsche herkomst is de rijkste belijdenis van Gods almachtige genade. Maar even wijl die oude herinneringen opwaken en zij ons elkaar doen begroeten als kinderen van hetzelfde huis, is ons hart, zoo zeer verblijd. Maar er is meer. Wij beliiden gemeenschappelijk de schuld onzer vaderen en de schuld door ons daaraan toegevoegd. Hoe is 't goud al spoedig verdonkerd door den hoogmoed der geleerden, door het Pelagianisme en den toenemenden wereldzin ! Zagen de buitenlandsche kerken weleer met eerbied tot ons op, wij zijn tot eene aanfluiting bij hen geworden. Toen kwamen de kerken onder de vreemde machten en de vijanden, die de Heere zond. Maar liij u en bij ons kwam 't tot eene kleine opbuiging en dat niet door ons, maar door het werk Gods. De Heere deed zijn verbond niet te niet, maar liet in het heilig zaad nog een steunsel over. Over uwe kringen kwam het eerst de adem des Geestes en wij hadden daarvan wel eenig gevoel, maar wij ontwaakten er niet door. Eindelijk schudde de Heere ook ons wakker en waar onze schuld grooter was, greep ook de opWekking te levendiger plaats. "En nauw was dit geschied, of voor ons besef keerde de verhouding tot u om. Vroeger waardeerden wij alleen uw moed, maar betreurden wij uwen uitgang. Thans be kennen wij, bij die broeders, die 't eerst braken, was juister inzicht door de leiding des Geestes. Wij verstonden 't dat wij moesten komen op hetzelfde punt, waarop gij stondt. Dies begeeren wij ook zoo sterk één te zijn met a. Wij moeten alle scheidsmuren laten vallen en saam strijden voor de eere Gods. Wij leven krachtig in de overtuiging, dat ons werk niet is volbracht als enkele gezinnen tot godvruchtiger leven zijn geraakt, en staan in de wetenschap dat de Heere aan ons land eene centrale beteekenis schonk, om, daar schier alle geref. kerken zijn ontzonken aan heur bloei, ook op andere volkeren ten goede in te werken. En bij het besef van die hooge roeping zijn de zaken, die ons scheiden, zoo klein. Toch moeten wij tot wegneming daarvan den altoos pijnlijken weg van onderhandeling inslaan. Evenals ook bij de ernstigste ziekte der moeder vele kleine dagelijksche behoeften moeten vervuld, evenzoo moeten ook door ons deze kleine dingen met ernst worden verricht. Maar bij' dat afdalen van het groote tot het kleine, wordt ook de mensch zoo klein; niet 't minst wij Nederlanders met onze voorliefde voor individualisme. Al scheen het echter soms hierdoor dat de zaak der vereeniging zou mislukken, de Heere bleef kloppen aan de deur onzer kerken. Hoe vaak dan ook op de vraag: wachter wat is er van den nacht, het droeve antwoord klonk, dat het nog steeds nacht bleef — thans verscheen het morgenrood aan de kimmen. Onze indruk van uwe synode was : de Heere was in het midden en door Hem gedrongen hebt gij ons eene goede boodschap doen brengen. Zoo verheugt zich ons hart in den Heere en leeft sterk de hoop, dat wij spoedig voorgoed kerkelijk één zullen zijn. Moge daartoe de Geest des Heeren in ons midden wezen! Wij vertrouwen dat ook gij zult zien op hetgeen der anderen is, terwijl wij voor ons geen ander gevoelen begeeren te koesteren dan hetwelk ook in Christus Jezus was. Zoo heet ik U niet alleen welkom maar betuig ik U ook, dat wij elk offer dat wij kunnen brengen, ook zullen bieden. Geve de Heere dat onze besprekingen nimmer verliezen dat innig karakter, waarbij niet slechts de mond maar ook het oog vol liefde spreekt! Zoo aanstonds geef ik U gaarne het woord maar stelt eerst de aanwezigen in staat zich uit te spreken. Ik vraag U den i33sten Psalm aan te heffen."

Met groote aandoening werd dit aangrijpende woord aangehoord en de opgegeven verzen gezongen. Daarna rees Ds. Van Andel op, die met geen geringere belangstelling en sympathie werd aangehoord, toen hij zich aldus kostelijk uitsprak. Ik dank u, Mijnheer de Voorzitter, voor uwe ontvangst en uwe broederlijke woorden, door ons met volkomen instemming begroet. Het is ons een eer en vreugde in uw midden te zijn, niet alleen omdat eene Synode als deze het geref. hart verkwikt wegens eene herleving op katheder en kansel en in de kerk maar ook wijl zij den drang naar vereeniging openbaart. En nu zeggen wij wel, dat in 1834 het eerste werk Gods tot reformatie der kerken is gezien, maar wij voegen er bij niet het laatste. Zoo heeft onze Synode thans dubbele krachtsinspanning besteed-aan het werk der veretniging. Onze besluiten overhandig ik u straks, nu alleen dit. Wij gevoelden behoefte aan en gebed voor het saamverbonden worden.

Wij hebben moeielijke oogenblikken doorleefd, als het scheen niet te zullen gaan, maar dan maakte zich ook de smart van ons meester en wij herademden pas als een voorstel werd aangenomen, waarvan wij vertrouwden dat ook gij dat zoudt kunnen aannemen. Wij zijn gescheiden in de gedachte, de Heere heeft ons geleid. Terecht hebt gij gezegd de kerk is vreemdeling op aarde; maar — niet waar ? — landgenooten drukken in 't vreemde land gaarne elkaar de hand, vooral als zij een schat hebben te vervoeren. Welnu meer dan ooit zijn wij zulke vreemdelingen en in hooge mate wordt onze schat — de prachtige confessie — bedreigd ! Wel weet ik dat het vereenigen' van kerken altoos een moeilijk werk is, maar God, die eens Joden en Heidenen saambracht, kan het doen gelukken. En daarom grijp ik moed. Met U wensch ik, dat ons vleesch aan banden moge liggen en dat de Geest des Heeren, ook na de vereeniging, wijsheid, zelfopoffering en kleinheid schenke!

De voorzitter dankt Ds. Van Andel hartelijk voor deze goede woorden en noodigt de Deputaten uit de geheele week te blijven en de Synode met hbnne tegenwoordigheid te vereeren. Hiertoe verklaren deze broeders zich bereid, alsmede tot het geven van inlichtingen. Natuurlijk wordt hun gastvrijheid aangeboden, terwijl Dr. Kuyper de Deput., de adviseurs en het moderamen voor heden bij zich ten disch noodigt.

Alsnu doet Prof. Rutgers voorlezing van een gisteren te laat ingekomen, zeer belangstellend schrijven van de Synode der United Original Seceders in Scotland. De praeses acht het wenschelijk de vraag te overwegen of wij het volgend jaar ook een afgevaardigde naar de Synode dezer kerken zullen zenden.

De Deputaten voor de correspondentie met de buitenlandsche Geref. kerken (Mr. Keuchenius, Prof. Rutgers, Prof. Woltjer en Ds. Lion Cachet) worden gecontinueerd.

Als rapporteur zijner sectie leest Ds. Hania voor het rapport van deputaten van advies in zake diakonale aangelegenheden. Dit wordt voor kennisgeving aangenomen en de deputaten (Ds. Sikkel en Dr. Wagenaar) gecontinueerd, met bijvoeging van Ds. De Gaay Fortman. Deze sectie acht het voorstel van de classe Overijssel—Drenthe, »dat de diakoniën steeds diakenen met adviseerende stem en diakonale zaken naar de dassen afvaardigen" niet aannemelijk, omdat niet op iedere classevergadering diakonale zaken aan de orde zijn en omdat aanneming van dit voorstel al te zeer ingrijpt. Dat de diakoniën op de Generale Synode zich kunnen vertegenwoordigen, is wel wenschelijk, maar deze Synode heeft zooveel te verrichten dat het beter is de regeling hiervan nog uit te stellen. Met dit gevoelen vereenigt zich de Synode. Eveneens met het gunstig oordeel der sectie over een vraag van de classe Utrecht c. a; zoodat de Synode de dassen zal uitnoodigen de diakoniën op te wekken zich op class, vergad. te doen vertegenwoordigen.

Ds. J. C. van Schelven, als rapporteur, doet hierop voorlezing van het rapport van deputaten, in zake de examina peremptoir en het rapport van deputaten, in zake de toelating voor art. 8. Over deze rapporten wordt door eenige broeders gesproken, terwijl zij daarna met dank voor kennisgeving worden aangenomen. De Deputaten worden gecontinueerd. — De Synode deelt de opinie der sectie, dat aanneming van het voorstel van de dassen Noord-Brabant—I, imburg, »de Voorl. Synode berame maatregelen, om voor hen, die op gevorderden leeftijd tot de bediening des Woords zich wenschen voor te bereiden, maar niet in de termen vallen van Art. 8 der kerkenordening, en uiteraard niet tien of. meer jaren hiervoor kunnen afzonderen, door een verkorten studiegang den weg open te stellen (desnoods met opoffering der talentstudie)" niet gewenscht is. Op een vraag van de Prov. Synode van Zuid-Holland, antwoordt de Synode, dat zij meent, dat de tijd nog niet daar is, om in de provinciën, waar eene provinciale Synode samenkomt, uitvoering te geven aan Art. 8 en 49 der D-K. met betrekking tot de examina van de dienaren des Woords. Eveneens verwerpt de Synode de voorstellen van de Prov. Synode van F'riesland alle met betrekking tot Art. 8. Het te Leeuwarden beslotene blijft van kracht. De discussie hierover was zeer levendig. Na het zfcigen van Psalm 13s : 12. eindigde de ouderiing Vrolijk met dankzegging , terwijl de voorzitter vooraf bekend maakte, dat de Synode dezen middag geen zitting zou houden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 september 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Derde Voorloopige Synode van Nederduitsche Gcreformecrde Kerken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 september 1891

De Heraut | 4 Pagina's