Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tijdens de jongste staatkundige verkie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tijdens de jongste staatkundige verkie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

zingen wierd er van meer dan ééne zijde op gewezen, dat de houding ditmaal door vele predikanten aangenomen, verbazing wekte en zeer ernstig de vraag deed rijzen, wat de diepere grond is, waaruit deze onverantwoordelijke handelwijze moet worden verklaard.

Want wel mag aangenomen, dat er onder deze predikanten enkele waren, die óf niet wisten wat ze deden, óf ook zich enkel door passie of kerkelijke enghartigheid lieten leiden; maar het zou onbillijk zijn, dit bij zoo velen te onderstellen.

Dat ook onze predikanten met velerlei zwakheden van hun stand behept zijn, is moeilijk te weerspreken; maar over het geheel genomen zijn de predikanten in onze onderscheidene kerken toch mannen van goede opvoeding, van betamelijke verstandelijke ontwikkeling, en is zekere drang van overtuiging in heel hun optreden te eerbiedigen.

Bij voor veertig jaren vergeleken, zijn we in dit opzicht zelfs aanmerkelijk vooruitgegaan. Van de onbehaaglijke en ongeestelijke figuur, die vele ouderen onder de groninger en moderne predikanten vertoonden, heeft het jonger geslacht een onverholen afkeer.

Er is meer waardigheid, meer toewijding, meer ernst.

meer ernst. En al dient nu erkend, dat deze hoogere standaard van het predikantsleven de mogelijkheid van ondoordachte politieke handeling niet uitsluit, toch eischt de billijkheid dat men zekere mate van overtuiging ook bij hun raadselachtige politieke houding niet over het hoofd zie.

Hieruit nu volgt, dat er in hun levensbeschouwing, in hun geloofsovertuiging, in hun godgeleerde denkbeelden, allengs en ongemerkt iets moet zijn ingeslopen, waardoor het bestrijden op staatkundig gebied van ' een edel Christes-staatsman als Mr. Heemskerk b.v. hun geoorloofd, en het steunen van een wereldsch man, als de heer Arie Smit, hun oirbaar en geboden scheen.

Men mag niet onderstellen, dat zij hiertoe overgingen, wetende dat ze er hun conscientie geweid door aandeden. En er moet dus iets in hun geestelijk bewustzijn geweest zijn, waardoor zulk een opzienbarende handelwijze hun zoo niet plichtmatig, dan toch geoorloofd scheen.

Ook dit verschijnsel dient dus van naderbij bezien, en er dient onderzocht, wat de afdoling in de geloofsovertuiging dezer mannen is, waardoor ze tot zoo stuitende conclusie gedreven werden.

Dat er toch metterdaad samenhang bestaat tusschen de handelwijze en de geloofsovertuiging dezer predikanten, blijkt duidelijk uit het manifest, dat, door Ds, Nierstrass van Leiderdorp onderteekend, aan de kiezers van zijn kiesdistrict is rondgezonden.

Want wel behoort Ds.Nierstrass niet tot die I predikanten, die rechtens aan de liberalen hun j steun boden. Hij zegt toch duidelijk, »dat| hij niet kan stemmen op een candidaat der , liberalen, omdat de liberalen er rondweg voor uitkomen, in de politiek niet met God en zijn Woord te rekenen, "

Verhinderd op onzen candidaat te stemmen, sloeg hij daarom den koninklijken weg in, om een ander Christen als candidaat te stellen, en wel den heer Mr. O, J. H. graaf Van Limburg Stirum van 's-Gravenhage, een ook in ons oog zeer te waardeeren publicist.

In zooverre staat dus zijn houding zeer hoog boven die van de heeren Hugenholtz c; ; §. in Ridderkerk, die den heer Arie Smit naar de Kamer hielpen en den heer Heemskerk Ii, eten vallen.

Maar'^wat in zijn manifest opmerkelijk blijft, is de stoute wijze waarop hij zijn handelwijze op groiid van zijn geloofsovertuiging verdedigt.

In dat manifest toch vindt men niet, wat men billijkerwijze verwacht mocht hebben, t. w. eenige duidelijke mededeeling omtrent de politieke gevoelens* van den heer Van Limburg Stirum; gevoelens die dusver voor heel het publiek een diep geheim zijn.

Alles toch wat we desaangaande vonden meegedeeld, is dat deze heer veel omtrent Indië weet, en voorts verklaard heeft „in de politiek alleen met God en ? ijn Woord te willen rekenen." ' '

Natuurlijk kan efl" mag dit niet letterlijk opgevat. Het woordeke: alleen mag hier niet gedrukt. Immers, in de Kamer optredende, zou de heer Van Limburg Stirum zijn eed op de Grondwet moeten afleggen, en dus als staatsman ook met die bepalingen van de Grondwet moeten rekenen, die volgens Ds. Nierstrass niet conform Gods Woord zijn.

De uitdrukking: „alleen met God en zijn Woord rekenen" is dus niets dan een algemeene phrase, die in deze algemeenheid en onbepaaldheid door elk antirevolutionair reeds voor lang gebezigd is, eer er van den heer Van Stirum sprake was.

De feitelijke aanbeveling van den heer Van Stirum rust dan ook niet hierop; en veel minder op zijn denkbeelden omtrent belasting, kiesrecht, onderwijs, legerorganisatie enz., waaromtrent hij zich ganscher)iet uitliet; maar uitsluitend op het feit, deze heer Van Stirum zich niet aansloot bij de antirevolutionaire partij, en met name in geen enkele betrekking staat tot Dr. Kuyper.

Al het motief toch, dat zich in het manifest van Ds. Nierstrass uitspreekt, ligt hierin, dat zijn geloofsovertuiging tegen die van Dr. Kuyper overstaat, en dat hij zich, krachtens die overtuiging, geroepen acht, den invloed van dezen te bestrijden.

En daaromtrent zegt hij nu:

Hij kan niet stemmen op een candidaat der Kuyperiaansch-Antirevolutionairen. Waarom . niet? Omdat de candidaten dier partij, die hoofdzakelijk uit Doleerenden en Afgescheidenen bestaat, blindelings Dr. A. Kuyper volgen, een man die, hoe uitnemend hij ook in geleerdheid en gaven moge zijn, evenwel de Christelijk-historische beginselen door Groen van Prinsterer ontwikkeld, verloochent.

Dr. A. Kuyper heeft inzichten die wij antigereformeerd, anti-protestantsch, anti-christelijk noemen Hij verkondigt meeningen die in strijd zijn met de Schrift, met de Belijdenis der Gereformeerde kerken, met de uits praken van Groen van Prinsterer. Hij wandelt op wegen, waarop Groen hem niet voorgegaan is en zeer zeker nooit zou gevolgd zijn. Hij heeft een doel waarmede Groen nimmer zou hebben ingestemd.

Groen wilde liever alleen staan, vertrouwend dat God te zijner tijd de waarheid over de leugen zou doen triomfeeren, liever alléén staan met God, dan een bondgenootschap aanvaarden met de vijanden Gods, al kon dit ook voor een oogenblik hem doen zegevieren.

Kuyper zoekt in bondgenootschap met Roomschen, Radicalen en Socialisten zijn kracht, om zijn geliefkoosde denkbeelden te doen zegepralen.

Groen erkende dat ons Vaderland een Christelijk, een Protestantsch land is, zoodat men in woord en daad te protesteeren had tegen al wat, hetzij in de verordeningen, hetzij in de instellingen des lands met het Protestantsche Christendom in strijd is;

Kuyper wil geloof en ongeloof. Christen en on-Christen op voet van gelijkheid behandeld zien, en alzoo ons Christelijk en Protestantsch karakter vermoorden.

Groen wilde een wetgeving op de beginselen van Gods Woord gegrond;

Kuyper wil eene wetgeving die zich voegt naar eene tijdelijke meerderheid;

Groen noemt de volksregeering (democratie) uit den booze;

Kuyper wil eene volksregeering, omdat dit tegenwoordig zoo in de lucht zit, omdat de liberalen en de radicalen dit ook willen; Groen wilde niet vergeten den zegen dien de Hervormde Kerk voor Nederland heeft afgeworpen;

Kuyper wil de eeuwen bestaande en van God zoo rijk gezegende Hervormde Kerk vernietigen.

Genoeg! Wie aan de Christelijk-Historische beginselen, door Groen van Prinsterer ontwikkeld wil vasthouden, kan noch mag langer met Dr. A. Kuyper en zijne partij meegaan.

Men ziet, de tegenstelling wordt geheel confessioneel gesteld.

Hij, Ds. Nierstrass, acht zichzelven te zijn goed-Gereformeerd, goed-Protestant en goed-Christelijk; terwijl, volgens zijn zeggen. Dr. Kuyper uitgaat van inzichten, die zijn a«i? ï-Gereformeerd, ^(«/«-Protestantsch en fl!«^^Chr^steïijk.

Een nadere aanwijzing en adstructie hiervan ontbreekt, wat anders bij zoo grievende en zware betichting zeker niet te veel ware geweest. En al wat daarna volgt, is een goedgeefsch beweren, dat Dr. Kuyper in tal van punten tegenover Mr. Groen van Prinsterer staat.

Wat nu van dezelaatste aanklacht aan zij, is spoedig uit te maken.

Er wordt beweerd, dat Groen van Prinsterer het saamwerken met de Roomsch-' Catholieken heeft verfoeid, en dat Dr. Kuyper dit drijft.

Historische waarheid daarentegen is, dat

Groen van Pdnsterer in 1874 zelf de samenwerking met de Roomschen aan Dr. Kuyper als noodzakelijk heeft aangeraden en aangepreaen; en later deze openlijk en onvoorwaardelijk met zijne goedkeuring bekrachtigd heeft.

Daar men nu niet mag aannemen, dat Ds. Nierstrass tegen beter weten in de kiezers voorloog, blijkt hieruit, dat hij sprak over dingen, waarvan hij' niets afwist.

Het tweede beweren is, dat Groen het Christelijk en Protestantsch karakter van onze staatkunde handhaafde, en dat Dr. Kuyper dit wil verloochend zien.

Waarheid is, dat Dr, Kuyper, geheel in de lijn van Groen van Prinsterer, steeds den eisch heeft gesteld, dat de eeuwige beginselen van Gods Woord geheel onze wetgeving en rechtspleging moeten bezielen, en dat hij tegen elk insluipen van het Roomsche staatsrecht steeds met hand en tand gewaakt heeft.

Het derde beweren is, dat voor Groen van Prinsterer eene volksregeering uit den booze was, en dat Dr. Kuyper die zoekt.

Waarheid is, dat volkssouvereiniteit door beiden steeds even principieel bestreden, en dat volksinvloed op de regeering steeds door beiden even krachtig is bepleit.

En eindelijk, Groen van Prinsterer wilde, zoo het heet, de Hervormde kerk eeren en kronen, terwijl Dr. Kuyper haar vernietigen wil. Een zinsnede, die alleen uit de pen kon vloeien van een man, die nimmer las wat Groen van Prinsterer over de Synodale organisatie en het daaruit ontstane genootschap te boek stelde.

Ds. Nierstrass zal het dan ook aan het deskundig publiek ten goede moeten houden, zoo het aan deze zijn betuigingen geen meerder waarde toekent, dan ze verdienen. Het getuigenis van wie niet op de hoogte der zaak is, die hij bespreekt, pleegt nimmer bijster hoog te worden aangeslagen.

Hoofdzaak is en blijft dus ü]n, confessioneele tegenstelling. Hij Gereformeerd, Dr. Kuyper ««^Ï-Gereformeerd. Hij goed Protestant, Dr. Kuyper ««ft'-Protestant. Hij waarachtig Christen, Dr. Kuyper anti-Christelijk.

Wel een bewijs, dat het verschil in politieke houding met verschil in geloofsovettuiging saamhangt; waarbij het natuurlijk geheel in het midden werd gelaten, welke bewijzen Ds. Nierstrass dusver van zijn kennis van het Gereformeerde, Protestantscheen Christelijke systema heeft gegeven, als schenkende hem recht, om derwijs uit de hoogte te oordeelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 oktober 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Tijdens de jongste staatkundige verkie

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 oktober 1891

De Heraut | 4 Pagina's