Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

OPMERKINGEN.

Thans, opdat uitstel geen afstel worde, een woord over de meeningen en plannen, waarvan we in verband met des heeren Pierson's betoog, - in twee vorige artikelen spraken.

Wat deze doorkundige schrijver in zake de Zending wil, verdient wellicht bovenal de aandacht in ' een land als 't onze, waar de omstandigheden ook in 't gunstigst geval toch 't onmogelijk maken op 't gebied der Zending grootscheeps t te varen; waar men allereerst ter bearbeiding heeft niet-Christelijke volken van zeer onderscheiden aanleg, ontwikkeling en godsdienst; waar eindelijk de arbeid uiteraard zal gedreven worden door soms zeer verschillende Christelijke kerken (b.v. Gerefor meerde en Roomsche) of belijders uit die kerken.

Al aanstonds staat vast, dat de uitspraak van Pierson: de kerk der toekomst zal een Zendingskerk zijn, niet gewaagd is. Men weet welke gronden hij daarvoor aangaf en niet alleen valt de vooruitgang kwalijk te loochenen, maar openbaart zich in den laatsten tijd èn ten onzent èn elders een vroeger ongekende werkzaamheid en kracht, wat te meer tot eisch stelt, dat het rechte spoor afgebakend en dan gevolgd en worde.

g Een der hoofdgedachten van den heer Pierson is voor de toekomst samenwerking; samenwerking tusschen verschillende lichamen die voor de Zending arbeiden, en in bepaalde gevallen. Van de Roomsche kerk is hierbij natuurlijk geen sprake.

Nu is het duidelijk dat er verschillende vragen zijn, waarbij elke Christelijke Zending belang heeft, als : Welk arbeidsveld te kiezen?

Is eenig gebied reeds door een andere Zending bezet?

Kan ik, zonder botsing te veroorzaken, gaan werken, daar waar reeds een ander arbeidt?

Zijn zij die uitzenden wel altijd zoo goed op de hoogte van den toestand der uitgezondenen en der zaken daar ginds, dat c. q. een goed en billijk oordeel mogelijk is ?

Is het ook mogelijk voor een deel de voorbereidende studiën van hen die uitgaan, b. v. de studie van talen, landen en volken, zeden, gewoonten, wetten enz. gezamenlijk te doen geschieden ?

Is ook eenige geestelijke band te leggen tusschen de verschillende arbeiders alzoo dat zij, veelal alleen staande, bij elkander, zoo noodig, raad en hulp vinden?

Het ligt voor de hand dat zeer goed een Comité, uit verschillende elementen, zich belasten kan met op al deze vragen, en ze komen telkens voor, een antwoord te geven. We hebben b.v. in onze Indien zeker niet teveel zendelingen; maar een blik op de Zendingskaart (zie b. v. de zeer degelijke van den heer Nijland te Utrecht) toont toch dat, ware de verdeeling van den arbeid nog te maken, men 't waarschijnlijk anders zou doen. Aan gemeen overleg heeft het daarbij blijkbaar ontbroken.

En daartoe werkte allerlei mee. Doch niemand kan wenschen dien toestand te bestendigen.

Men zal zeggen : het is toch nog nooit tot botsingen gekomen. Zeker. Maar men bedenke wel dat botsingen onmogelijk zijn, als men in letterlijken zin nog zoover van elkaar blijft en elk de ruimte heeft. Maar in andere streken doet zich de moeilijkheid meenen we reeds voor. Hoe dit echter zij, overleg en overzicht zijn voor de toekomst noodig, juist nu de arbeid zich dermate uitbreidt.

Ook voor rechte kennis van zaken zou gemeenschappelijk handelen de aangewezen weg zijn. Het terrein dient verkend, de zwakke zijde, waar de aanval 't best kan geschieden, opgespoord; de staatkundige en godsdienstige toestand nagegaan; het volkskarakter bestudeerd. De feitelijke toestand is thans, dat slechts zeer weinigen dergenen die uitzenden van al deze dingen rechte begrippen hebben. Een groep van mannen, die zich bepaald ten doel stelde hierin te voorzien, zou ontzaglijk veel teleurstelling en opofferingen uitsparen en vooral een billijker oordeel over de vruchten der begonnen Zending mogelijk maken. Men denke slechts aan Java en Sumatra.

De opleiding van zendelingen is en blijft, gelijk het Zendingscongres voor een paar jaar hier gehouden, terecht inzag, een der zwaarwichtigste dingsn. Is hieromtrent saarawerking bereikbaar? Is zij noodig? We gelooven èn het laatste èn het eerste. Vooraf zij gezegd dat o. i. in den regel de opleiding thans veel te weinig beduidt, ja ons zijn gevallen bekend waarbij de geheele uitrusting van kennis enz. eigenlijk belachelijk klein was.

Wat een zendeling allereerst behoeft — we spreken hier natuurlijk niet van de geestelijke eischen — is taalkennis. Wie de taal niet goed machtig is, wordt niet begrepen, trekt de hoorders niet en kan niet tot hun hart spreken, 't Is bekend, hoe b. v. in België ook onder de Vlaamsche bevolking, een Nederlander, al spreekt hij dezelfde taal als zij, toch lang zoo goed niet de uitdrukking vindt en tot het hart spreekt als een kind des lands. En natuurlijk is dat in het overzeesche nog in veel grooter mate alzoo.

Nu is, om ons slechts bij O - Indië te bepalen, de studie der vereischte talen hoogst moeielijk, ja door en door, alleen te volbrengen door een verblijf in onze Oost zelf. (Wie dit recht inzien wil, leze b. v. de schoone doorwrochte inleiding des heeren Coolsroa op zijn Soendaneesch Woordenboek) Wel tellen we ettelijke mannen, in staat die talen te onderwijzen, maar hun getal, en vooral dat der uitnemende, is uiterst klein, en daarbij is de verscheidenheid van talen en tongvallen in Indië weer ontzaglijk groot.

Blijft nu de opleiding bij de verschillende groepen geheel gescheiden, dan zal het uiteraard onmogelijk zijn voor velen zich goede hulp te verzekeren, vooral wijl 't soms een enkelen kweekeling geldt. Te meer nog als men met ons gelooft dat een zendeling althans zooveel Hebreeuwsch en Giieksch dient te kennen, dat hij de Heilige Schriften in die talen lezen kan en dus een zeer uitgebreide talenstudie heeft (want ook van de nieuwere talen mogen althans Engelsch en Duitsch niet ontbreken; waartoe sommigen onze aanstaande zendelingen juist Fransch laten leeren is ons onverklaarbaar.) Voor de oude talen echter is gelegenheid genoeg; maar voor de Indische is saamwerking eigenlijk onmisbaar.

Een ^comité eindelijk, als hier bedoeld, kan verband brengen tusschen de zendehngen onderling.

Dit is èn geestelijk èn stoffelijk van groote beteekenis. Geestelijk ora te voorkofnen dat de prediker alleen uitdeele en niet ontvange; om hem moed, troost en opwekking te doen toekomen. Stoffelijk om in de honderden gevallen, waarin hij, te midden der heidensche maatschappij hulp behoeft, met raad of daad bij te staan. Daarbij komen er uiteraard in den loop des werks allerlei plannen voor, b; v, de evangelisatie door landontginning, doen zich allerlei gemeenschappelijke belangen op) b.v. het onderwijs door inlanders, zijn er vraagstukken waarbij allen belang hebben, b. v. dat van den opium.

Al deze nu dienen besproken, behandeld, uitgemaakt. Dat is reeds lang gevoeld. Vandaar de oprichting van den Zendingsbond, die alle zendelingen in onze Oost omvat, welke zich op zekere grondslagen zullen vereenigen en jaarlijks een Conferentie houdt. Doch dit is slechts een begin, bewijs van de behoefte waarvan we spreken. Werd dit echter uit het moederland gesteund, ging van daar de kracht uit, hoeveel spoediger ware niet het doel, en hoeveel beter, bereikt.

HOOGENBIRK,

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 januari 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 januari 1892

De Heraut | 4 Pagina's