Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Officieele berichten uit de Ned. Geref. kerken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Officieele berichten uit de Ned. Geref. kerken.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEMORIE

van de Depufaten in zake de vereeniging der Gerejormeerde Kerken, na onderlinge correspondentie, respectievelijk aan de Kerken^ door welke zij benoemd waren, aangeboden.

Depufaten van de Neder duitsche Gereformeerde Kerken, na correspondentie met de Deputaten der Christelijke Gereformeerde Kerk.

oordeelende dat de hun opgedragen last en macht hen toeliet, om, ter voorbereiding van de definitieve vereeniging, bij wijze van correspondentie te bespreken, welke onderwerpen op de aanstaande Synoden uit den aard der zaak in aanmerking zullen komen,

en overwegende dat het voor de Kerken nuttig wezen kon, om nog vóór de vergaderingen, die met het oog op de vereeniging staan gehouden te worden, eene opgave van deze onderwerpen te ontvangen,

hebben de eer, aan hunne Kerken onderstaande Memorie te doen toekomen, als resultaat van besprekingen, op een tweetal vergaderingen te Amsterdam 19 Februari en te Utrecht 4 Maart j.l. gehouden. Zij onthouden zich daarbij geheel van eenig oordeel of advies; alleen noemen zij de onderwerpen, en voegen er telkens eene korte toelichting aan toe. Als inleiding ga hierbij voorop eene korte

Besnmtie van hetgees door beide Srnoden, te Leeuwarden en te 's Gravenbage, reeds overeengekomea Is.

Nu het Reglement van 1869 voor de Christelijke Gereformeerde Kerk m dien zin gewijzigd is, dat de Kerkenorde van Dordrecht 1618/19 de plaats daarvan inneemt en den dienst daarvan vervult, en daarmede naar het oordeel van Deputaten der Ned. Gereformeerde Kerken voldaan is aan de voorwaarde, door de Synode te 's Gravenhage gesteld; moet uitgangspunt van alle verdere bespreking en nauwere vereeniging de grondslag zijn, waarop de beide Synoden te Leeuwarden en te 's Gravenhage zich hebben geplaatst.

Daarbij hebben de Kerken van beide groepen over en weer elkander erkend als Gereformeerde Kerken naar Belijdenis en Kerkenorde. Zij hebben niet gestreefd naar een eenstemmig oordeel over elkanders oorsprong en verleden. Veeleer hebben zij de verschillende methoden van reformatie aan ieders conscicntie overgelaten, en slechts waarborgen tegen kren king van elkanders overtuiging gezocht. Maar elkaar over en weer erkennende, gelijk zij op dit oogenblik zich aan elkander aanboden, hebben zij aan lidmaten, leeraren, candidaten, ambten, attesten en tucht gelijke rechten en geldigheid toegekend. Zij namen saam het besluit, om na de vereeniging geen Kerkeraden meer te formeeren in plaatsen, waar reeds eene door haar erkende Gereformeerde Kerk bestaat.

Zij bepaalden dat de leden der verschillende Kerken vrij warön, om na de vereeniging te blijven waar zij vóór dien tijd kerkelijk behoorden. En zij hebben eindelijk beide het beginsel aanvaard, dat de Kerken eene inrichting moesten hebben voor de opleiding harer leeraren, ten minste wat de godgeleerde vorming betreft; maar daarnaast tevens uitdrukkelijk het beginsel van vrije studie gehandhaafd.

De onderwerpen, waarop de aandacht dient gevestigd te worden, zijn elf in getal;

1. Se grensregeliog der plaatselijke Kerken.

TOELICHTING. Om van den gelegden grondslag uit tot een nauwere vereeniging te komen^ zullen de kerken de grenzen moeten regelen, die de plaatselijke kerken (gemeenten) van elkander scheiden. Thans loopen deze'dikwerf uit-en dooreen. Wel lieten de synoden te Leeuwarden en te 's Gravenhage aan de leden de vrijheid, om na de vereeniging te blijven onder den kerkeraad, onder wien wij vroeger stonden. Maar voor het vervolg is regeling der grenzen toch dringend noodig. Zonder twijfel behoort deze zaak in de eerste plaats tot de werkzaamheid der verschillende dassen. Maar het is toch wenschelijk, dat de synoden de beginselen aangeven, waarnaar deze regeling in iedere classe, en dus zooveel mogelijk overal in gelijken zin en geest, geschieden zal. Er kan immers te rade gegaan worden met de oude historische en met de bturgerlijke grenzen. Men kan ook trachten, zooveel doenlijk bestaande en gemakkelijk aanwijsbare grenzen te handhaven. En eindelijk kan men ook rekening houden met de roeping, om op alle plaatsen de gemeente Gods tot openbaring te brengen.

2. Boeping onzer Eerken tegenover de fierefor* meerden, die nog niet met ons vereenigd zq'n.

TOELICHTING. Beide synoden hebben erkend, dat de gereformeerde kerken in historische betrekking staan, tot die aloude gereformeerde kerken, wier eens zoo deugdelijke formatie in het Nederlandsche Hervormde Kerkgenootschap is te gronde gegaan. En beide hebben de bijzondere verplichting gevoeld en uitgesproken, welke op onze kerken rust tegenover allen, die in dat genootschap zijn achter gebleven, of reeds op eene of andere wijze zich daarvan hebben losgemaakt. Er volgt daaruit, dat op plaatsen, waar nog geen gereformeerde kerkeraad met ons in verband kan treden, zoolang moet worden gearbeid, tot ook daar de reformatie worde terhand genomen. Ook deze roeping gaat zeker allereerst de dassen aan. Deze zullen ook hebben te regelen, op wat wijze nu reeds opgetredene, of nieuw optredende gereformeerde kerkeraden in het verband der gereformeerde kerken kunnen worden opgenomen. Maar de synoden behooren de roeping toch uit te spreken en aan te dringen, die te dezen aanzien op alle kerken afzonderlijk en gezamenlijk tegenover de achtergeblevene gereformeerden rust.

3. Ineensmelting der plaatselijke Kerken.

TOELICHTING. Ter plaatse, waar twee elkander erkennende Gereformeerde Kerken zijn, vindt de vereeniging haar einddoel alleen in volledige samensmelting. Met wederzijdsche erkenning en correspondentie mag men naar gereformeerde beginselen op den duur niet tevreden zijn. Natuurlijk raakt ook deze zaak in de eerste plaats de plaatselijke kerken en de dassen. Maar er kunnen zich bij deze ineensmelting moeilijkheden voordoen, waarop de Synoden zullen hebben te letten, en die zij misschien door eenigen goeden raad of voorslag, of ook door het benoemen van eene Commissie van advies, kunnen verminderen of uit den weg helpen. Vooral het verschil in de wijze, waarop de kerken tot dusver haar financieel beheer voerden, kan bezwaren voor de ineensmelting opleveren. Eenerzijds toch zijn de Kerkeraden als zoodanig met deze administratie belast. Andererzijds behelpt men zich met de Kerkelijke Kassen, welke als een maatregel voor de rechtszekerheid der goederen dusver niet scheen te kunnen worden gemist; en, ook al streeft men er naar haar zoo spoedig inogelijk overbodig te maken, toch nog tijdelijk zal moeten worden geduld. Indien om deze of andere redenen ineensmelting voorals nog niet is te verkrijgen, zal de Synode eene leiddraad moeten aangeven voor de wijze, waarop correspondentie tusschen de plaatselijke kerken kan aangegaan en onderhouden worden,

4. Saamvoeging der kerken In Classen en Provinciën.

TOELICHTING. Een ander onderwerp, dat de aandacht der Synode vragen zal, is de saamvoeging in dassen en provinciën. Reeds de aanstaande Synoden zullen deze zaak ter hand moeten nemen, en eene voorloopige regeling moeten vaststellen, opdat de eerstvolgende classikale en provinciale vergaderingen terstond naar die nieuwe regeling kunnen samenkomen. Deputaten zullen daarom ook eene schets van zulk eene groepeering in gereedheid brengen, opdat de Synoden, in verband met de instructiën der mindere vergaderingen, daarvaii desverkiezende zich bedienen kunnen.

Ook bij deze regeling zal raen rekenen kunnen met de oude historische, met de burgerlgke, of met andere duidelijk aanwijsbare grenzen; voorts met plaatselijke ligging, afstanden, reisgelegenheden enz. Tevens zullen de Synoden, om de vereeniging in werking te doen treden, voor de eerste maal in iedere classis en pro vincie eene kerk moeten aanwijzen, die de eerstvolgende classikale en provinciale vergaderingen samenroept. Natuurlijk is heel deze regeling eene voorloopige. Elke latere kerkelijke vergadering heeft onverkort het recht, om veranderingen voor te stellen. Maar deze eerste en eenige maal moeten de Synoden deze zaak regelen, om de vereeniging in de praktijk in werking te doen treden.

5. Enishondelijke Bepalingen.

TOELICHTING. Beide groepen van Kerken hebben allengs verschillende huishoudelijke Bepalingen gemaakt. Wijl voortaan de regeering der Kerken naar éénen regel behoort te geschieden, moet ook in die Bepalingen overeenstemming worden gebracht. Wat in die Bepalingen beiderzijds gelijk is, zou bijvb. voorloopig van kracht kunnen blijven; wat met elkander strijdt, voorloopig opgeschort; en het overige door de Synoden of door eene daartoe benoemde Commissie uitgezocht en geschift kunnen worden. Verschillende zaken verlangen hierbij terstond eene regeling door de Synoden, als b.v. hoe voortaan de afvaardiging naar dassen, provinciën en synode geschieden zal, hoe de kosten zullen gedragen worden enz.; voorts hebben ook de dassen en provinciën hier en daar nog hare huishoudelijke bepalingen; maar deze hebben zij zelve, zoo noodig, op hare eerste samenkomsten te herzien.

6. Naam der vereenigde Eerken.

TOELICHTING. De naam, dien de thans zich vereenigende Kerken dragen, is verschillend, en moet na de vereeniging voor allen dezelfde zijn. Wat zij nu reeds in haar naam gemeenschappelijks hebben, is de bijvoeging van ^Gereformeerde." De Synoden zullen hebben te beslissep, of hieraan nog eene nadere bepaling, Vereenigde, Christelijke, Nederduitsche of dergel. zal moeten toegevoegd worden. Daar­

bij ? al slechts alle schijn te vermijaen zijn, dat de eene groep van Kerken in de andere overgegaan en opgenomen zij. Zoodra de vereeniging definitief is gesloten en de naam is vastgesteld, zullen de beide Synoden hiervan kennis moeten geven aan de Regeering, met vermelding dat de Chr. Geref. Kerk en de Nederd. Ger. Kerken voortaan in vereeniging met elkander onder dezen nieuwen gemeenschappelijken naam wenschen te leven. Daarbij zullen de Synoden, er de aandacht op moeten vestigen, dat twee kerken ter zelfder plaatse, zoolang zij niet ineensmelten, aan den gemeenschappelijken naam nog eene onderscheiding moeten toevoegen, ontleend aan straat, gracht, adres van den kerkeraad of dergelijk.

7. Officieel orgaan.

TOELICHTING. Tot dusver werden Bazuin en Heraut gebruikt als het officieel orgaan van de Chr. Ger. Kerk en van de Ned. Geref.

Kerken. Ook hierin zal, zoo mogelijk overeenstemming mo.eten .gebracht worden. En tevens zullen de synoden een zegel moeten aannemen, dat als symbool voor de gezamenlijke kerken geldt.

8. Opleiding van predikanten.

TOELICHTING. De synoden te Leeuwarden en te 's Gravenhage hebben beide het beginsel gehuldigd, dat de kerken zelve eene inrichting moeten hebben voor de opleiding harer Dienaren, althans wat de godgeleerde vorming betreft; maar beide tevens ook het beginsel van vrije .studie erkend en gehandhaafd. De bestaande toestand is daarriiede beiderzijds aanvaard. Die toestand is echter zeer verschillend; de opleiding der aalnstaande Bedienaren des Woords loopt ver uiteen. Propae-

deuse, tijd van studie, praeparatoir-examen, optreden in de gemeente, examens aan de scholen en in de dassen, peil en omvang der examens zijn in de beide groepen van kerken geheel anders geregeld. Ook hierin zal, althans op den duur, overeenstemming moeten komen.

Indien deze zaken echter van te groot gewicht zijn, om ze nu reeds op de aanstaande synoden geheel of gedeeltelijk af te handelen, zouden de synoden daarvoor Deputaten kunnen benoemen, die voor de synode ten volgenden jare een plan voor eene nieuwe regeling ontwierpen en indienden. Maar in ieder geval zullen de beide synoden dan toch nu reeds door eenige bepalingen moeten voorzien in den toestand tot ae eerstvolgende synode, vooral met betrekking tot het peremptoir of dassikaal examen na de beroeping der candidaten.

9. Zending.

TOELICHTING. Ook de zaak der zending, zoowel onder de Joden als onder de Heidenen, eischt nadere regeling. Zij wordt tot dusver door de Christ. Geref. kerk en de Ned. Geref. kerken op verschillende wijze gedreven. De Christ. Geref. kerk liet haar geheel van de kerk uitgaan. Van de Ned. Geref. kerken werd zij tot dusver alleen behartigd, in verband met de Ned. Geref. Zendingsvereeniging. Zoo mogelijk, zullen de Synoden op dit terrein samenwerking tot stand moeten brengen.

10. Algemeene Bezittingen.

TOELICHTING. De Christ. Geref. kerk heeft reeds eenige algemeene eigendommen verkre gen, en bezit ook eenige algemeene kassen, voor de Theol. School; voorEmeriti-predikanten, predikants weduwen en weezen; voor de zending onder Joden en Heidenen. Indien de Nederl. Geref. kerken nu de proceskosten afbetaalden, en voorts voor al dezen arbeid tot samenwerking gezind zijn, gelijk te verwachten is; zou er waarschijnlijk geen bezwaar bestaan, om deze tot het gemeenschappelijk eigendom te maken van de vereenigde Gereformeerde kerken.

11. Mandaat der Afgevaardigden ter Synode.

TOELICHTING. De beide Synoden zullen ten slotte nog eene of meer vereenigde zittingen moeten houden, ten einde eenige Commissiën te benoemen voor de correspondentie met de Regeering, voor de regeling van de opleiding der aanstaande predikanten enz. en misschien ook, om nog enkele andere zaken als uitvloeisel van de vereeniging nader te bespreken.

Daarom is het noodig, dat de kerken aan de afgevaardigden ter Synode de macht schenken, om in vereenigde zitting met de Synode der andere groep samen te komen en aan de behandeling der daar voorkomende zaken deel te nemen.

Dit zijn de punten, die naar het oordeel van Deputaten beiderzijds op de aanstaande Synoden vooral ter sprake zullen moeten komen en daarom vooraf op de mindere vergaderingen overwogen moeten worden.

Misschien zullen de Kerken zelve hier nog andere onderwerpen aan toevoegen, of ook enkele er van weglaten. De vrijheid daartoe wordt door dit rapport niet in 't minst verkort. Slechts is het wenschelijk, om voor de aanstaande Synoden geen andere werkzaamheden in te zenden, dan die rechtstreeks met de Vereeniging in verband staan. Alleen voor deze zaak komen de Synoden thans in buitengewone vergaderingen saam.

Utrecht, 4 Maart 1892. De Deputaten der Nederduitsche Geref, Kerken.

K. FERNHOUT. G. VAN GOOR. A. KUVPER. F. L. RUTGERS. J C. SIKKEL.

Voor Correspondentie gezien door de Deputaten van de Christelijke Geref. Kerk.

J. VAN ANDEL, Praeses. H. BAVINCK, Scriba. L. LINDEBOOM. A. LITTOOIJ. M. NOORDTZIJ.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 maart 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Officieele berichten uit de Ned. Geref. kerken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 maart 1892

De Heraut | 4 Pagina's