Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De „uicütre school" in Frankrijk en Zwltserlaud.

Reeds in den herfst van 1890 hield de hoogleeraar A. Sabatier eene academische rede over »La vie intime des dogmes et leur puissance d'évolution", waarin de voortdurende evolutie der leerstukken werd betoogd. In een tijdschrift had genoemde hoogleeraar reeds getracht te bewijzen, dat het N. Testament eigenlijk geen leerstellingen bevat, en dat het wezenlijke van de openbaring niet in een of ander dogma beslaat, maar in het verschaften en te voorschijn brengen van het volkomen godsdienstig leven in den schoot der menschheid. De religieuse ervaring, die Christus in zijn bewustzijn heeft gehad, deze ervaring en die van zijne jongeren na hem, is den regel, welken het Christelijk geweten erkent en aanneemt, v; ijl het in het type van godsdienstig leven van geloof en liefde het eeuwige ideaal ziet, naar hetwelk het streeft, en waarvoor het geschapen is.

Het zijn dus geen woorden, zinsneden of bovennatuurlijke begrippen, welke voor ons gezag hebben, maar de godsdienstige ervaring die zich in woorden uitspreekt. Hij dia in het N. Testament een bovennatuurlijke kennis der dingen, die in den hemel en op aarde zijn, zoekt, dien zendt het ledig heen; wie naar gerechtigheid, vergeving en leven verlangt, die vindt in Hem de verzadiging zijner ziel; de autoriteit des N. T. ligt in de openbaring der heiligheid en der waarheid, welke ons overweldigt en ons in het stof op de knieën brengt.

Dat de hoogleeraar door die beweringen geheel naar het kamp der modernen overgeloopen blijkt te zijn, behoeft zeker geen betoog. Daai tegenover heeft de hoogleeraar Godet van Neuchatel gesteld: Plet N. Testament openbaart ons geen metaphysische gedachten, maar Goddelijke feiten. De leer van Jezus Christus is de verklaring van een feit, de verklaring van zijn komen op aarde, van zijn werk, van ons heil. Het N. Testament doet de vleeschwording van een Goddelijk wezen kennen, het menschelijk nadenken heeft getracht in de formuleeringen der leer dat feit te verklaren, maar het spreekt wel van zelf dat vóór die formuleering het feit reeds bestond, dat even als nog vele anderen als Goddelijke daden geconstateerd zijn, zoodat men het recht heeft, om trots den hoogleeraar Sabatier, te spreken van dogmata die in het N. Testament gelegen zijn. Als Sabatier leert: „de openbaring bestaat in het te voorschijn brengen naar een providentieel plan, dat vooral in Israël is te voorschijn getreden, van een godsdienstig bewustzijn (of geweten? ), in hetwelk feitelijk een opklimmend, godsdienstig leven te vinden is, tot het'geweten van Christus, bij welke het godsdienstige leven tegelijk de hoogste openbaring brengt", zoodat de godsdienst dus vóór alle dingen in opwekking van het gevoel bestaat, en niet bestaat, gelijk de supranaturalisten leerden, in een openbaring van godsdienstige waarheden, dan begaat hij volgens den hoogleeraar Godet, de fout, inspira-'-•-met openbaring te verwarren. Nieuw ratie wordt gewekt door den Geest Gods' leven een feit wordt geopenbaard. Wanneer maar zich op bijzondere wijze' bewust was Jezus Zoon te zijn, zoo moet Hij toch God Gods cok op eene bijzondere wijze gekend hebben en moet God zich Plem geopenbaard hebben KIS de God der liefde; anders laat zich dit zijn bijzonder bewustzijn »van de zoon Gods te zijn, " niet verklaren; God kon voor Hem geen onbekende zijn. De grondfout van Sabatier bestaat hierin, dat hij niet wil weten van goddelijke feiten, die het godsdienstig gevoel kunnen opwekken.

Hoever de hoogleeraar Sabatier gaat, blijkt ons als hij o. a. de leer van de verlossing van den Middelaar door zijn bloed, noemt den Hebreeuwschen aard, die aan Hem kleven bleef; de mannen der nieuwe school willen slechts de levenskiem behouden, namelijk het bewustzijn Christi, dat in den schoot der menschheid is nedergezonken als een levensmacht, die in staal is leven te wekken.

Ten slotte vraagt de hoogleeraar van Neuchatel, of Sabatier in ernst gelooft dat het voldoende is geweest, dat Jezus zich den menschen als volkomen voorbeeld geopenbaard heeft, opdat de menschen het zouden navolgen en of ons in zondelust en liefde gevangen menschenhart niet eene andere behandeling van de zijde Gods noodig maakt? Hij wijst op den ernst der zonde en op de noodwendigheid eener goddelijke verlossing, die slechts door den mensch geworden Zoon Gods kon volbracht worden.

Hiermede toont de hoogleeraar Godet aan, hoe de nieuwe school het Christelijk bewustzijn boven de openbaring stelt, terwijl zij de Schrift met het menschelijk verstand critiseert. Hoe dankbaar wij moeten zijn dat de hoogleeraar Godet tegen de nieuwe school is opgetreden, toch is er in zijne beschouwing eene fout, doordat hij niet onderscheidt tusschen de kennisse Gods, waarmede God zich zelven kent, en die welke de Heere schenkt aan zijn redelijke schepselen. De drie personen der Heilige Drieëenheid zijn door onderlinge gemeenschap des wezens zeer nauw met elkander vereenigd, en daarom is het, dat zij elkander kennen ten aanzien van wezen en personen. De kennisse Gods die de Heere aan redelijke schepselen mededeelt, is of door personeele vereeniging èf door openbaring. Nu heeft de Christus de kennisse Gods gehad door personeele vereeniging, en deze was zoo groot, als tot de volmaakte uitvoering van zijn middelaarschap van noode was. De kennisse Gods was in Christus den Middelaar, behoorend'e tot zijn menschelijke natuur. Want de goddelijke natuur kan geen wijsheid of kennis ontvangen, daar zij de wijsheid zelve is.

Ff ankrijki Eene nieuwe too nee 1-onderneming. De asylen van Joh. Bost.

De Fransch Roomsche bladen deelen mede dat een naamlooze vennootschap is opgericht met een kapitaal van 400.000 francs, met het doel om tooneelvoorstellingen te geven van stukken waarvan de tekst is ontleend aan de Bijbelsche geschiedenis of van de Evangeliën, of in het algemeen van stukken die 'it het oogpunt van deugd en vaderlandsliefde een goeden invloed kunnen uitoefenen op den geest der toeschouwers. Men wil een tooneelg.ebouw laten maken, dat verplaatst worden kan, terwijl men ook voorstellingen buiten 's lands geven wil. Een comité van beschermheeren, bestaande uit aanzienlijke Roomschgezinde personen, zal moeten beslissen, welke stukken zullen worden opgevoerd.

De abt Garnier schijnt de ziel der nieuwe onderneming te zijn. Maar het is er ver van daan dat zijn streven bij zijne geestverwanten onverdeelde instemming vindt. Het hoofdorgaan der Fransche Ultramontanen, de Univers, verklaarde reeds, dat al waardeerde men de bedoeling van den heer Garnier, de middelen die hij tot bereiking van zijn doel v/il aanwenden, te betreuren zijn. Het blad komt er tegen op dat een tooneelspeler, daarvoor gehuurd door eene maatschappij, den persoon van Christus zal voorstellen, en dat de lijdensgeschiedenis des Heeren op de planken zal gebracht worden.

Maar de Passiespelen van Oberammergau dan, die door de Roomschen zoozeer worden toegejuicht en die zelfs door vele niet Roomschen worden verheven ?

Met die spelen in Duitschland is het anders gelegen, zegt het Roomsche orgaan. Daar treden menschen op het tooneel die van vader op zoon sedert vele eeuwen de rollen spelen en die, vóórdat zij ten tooneele treden, zich met den Heere Jezus Christus vereenzelvigen in de heilige communie. Het vervullen van die rollen is voor de bewoners van Oberammergau een daad van Godsvrucht.

De Univers beweert ook dat de mysteriën van de middeleeuwen niet in dezen als voorbeeld kunnen genomen worden. Ais men ons zulk eene eenvoudige, geloovige, vrome bevolking kan toonen als in de middeneeuwen, wanneer er priesters als tooneelspelers optreden gelijk weleer, en wanneer men een kerkhof als theater kon gebruiken, zou het geval anders zijn, zegt de Univers.

Doch ons dunkt, dat de abt Garnier gemakkelijk zijne tegenstanders beantwoorden kan. Wat belet den tooneelspelers, dat zij communieeren vóór zij den rol van Christus vervullen ? Doch de gedachte reeds dat men het vleesch geworden woord op het tooneel brengen wil, moet ons tot een gruwel zijn. En daarom dient het passiespel te Óbirammergau, hoe aangrijpend ook, te worden veroordeeld

Het Protestantsche Frankrijk is zeer verontrust door de tijding dat een schuld, die rustte op een der asylen van John Bost, groot 50, 000 francs, is afgelost door middel van de opbrengst van de belasting, die de Staat oplegt voor de weddingschappen die bij gelegenheid van de wedrennen worden a.angegaan.

De Chiistelijke inrichtingen, waarop het Fransche protestantisme trotsch is, zijd daardoor zeer gecompromitteerd. De Protestantsche pers keurt hfct dan ook algemeen af, dat het comité een gift uit een speelpot heeft aangenomen. Het doef ons goed de protesten die daar tegen worden ingebracht te lezen. Kennelijk is men bevreesd dat da Heere zijn zegen zal onthouden aan een instelling, die tot hiertoe uit de hand Gods geleefd heef: . Ten zeerste Vi'ordt er in Protestantsche kringen op aangedrongen, dat de geschonken gift zal worden terugge geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 augustus 1892

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 augustus 1892

De Heraut | 2 Pagina's