Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Helder, als hij altoos in zijn bet«egen is, zet Ds. Gispen in het jongste jSasutH-nnmmer nogmaals het standpunt van onze Formulieren van Eenigheid inaake den Kinderdoop uiteen.

In de eerste plaats verwijxen we dun nasr het For» «ulnr vaa d«n Doop der bejaardea.

Daar würdt o.a. aan den te doopen persooa gevraagd: » Of gij gelooft dat Christus, die waarachtig en eeuw God is en waarachtig mensch, die zyn mmschelijke natuur uit het vleesch en bloed der maagd Maria heeft aangenomen, U tot een Zaligmaker van God geschonken zij; en dat gij door dit geloof ontvangt vergeving der zonden in zijn bloed en dat gij eeit lid Jezu Christi en xyner kerk door de kracht des EeUigen Geestea geworden zijt? '

Hier wordt dus zeer duidelijk de wedergeboorte ondersteld, vooral als deze vraag wat toch zeker moet geschieden in verband met voorgaande beschouwd wordt.

Op grond nu van deze onderstelling wordt, naar het bevel des Heeren in de Gereformeerde kerken, de H. Doop toegediend.

Maar het onderscheid tusschen de Gereformeerden en de Baptisten zit hierin, dat de Gereformeerde ook bij de jonge kinderen, die nog niet belijden kunnen, in_ beginsel of in den wortel fteizelfde onderstelt, al bij den volwassene, die gedoopt zal worden.

. Zoo wordt geleerd, Catech Zond 27: dat de jonge •kinderen, zoowel als de volwassenen, in het verbond Gods en in zijne gemeente begrepen zijn; dat hun door Christus bloed de vergeving van de zonden, en de Heilige Geest die hel geloof werkt, niet laeimger dan den volwassenen toegezegd wordt.

Vooral dit »niet weiniger Cminder) dan de vol wassenen", is van de grootste beteekenis.

De gevolgtrekking is dan ook volkomen juist: »Zoo moeten zij ook door den Doop. als door het teeken des verbonds, der Christelijke kerk ingelijfd en van de kinderen der ongeloovigen onderscheiden worden."

Steeds hebben de Gereformeerde dogmatici dan ook uit deze grondgedachte tegen de Baptisten geargumenteerd, en aangetoond dat, waar de Heere God aan de jonge kinderen dezelfde zaaÈ toezegt als aan de vol wassenen, het ieeken van de door God beloofde zaak hun niet mag otithouden en zij, als leden van Christus en zijner kerk, ook in die kerk als zichtbare openbaring van het lichaam van Christus, door den Doop moeten ingelijfd worden.

Waarbij komt dat de Doop maar één karakter heeft. Er zijn geen tv/ee Doopea, een voor de kinderen en een voor de volwassenen, maar het is één zelfde Doop,

voor de kinderen en voor de volwassenen. Het wezen en karakter van den éénen Doop wordt

in Catech, Zond. 26, aldus omschreven-«Christus heeft dit uitwendig waterbad ingezet en daarbij toegezegd, dat ik zoo zekerlijk met zijn bloed en Geest, van de onreinheid mijner ziel, dat is van alle mijne zonden gewasschen ben, als ik uitwendig met het water, hetwelk de onreinheid des vleesches (hchaams) pleegt weg te nemen, gewasschen ben"

En op de vraag: wat is het met het bloed en den Geest van Christus gewasschen te zijn? luidt het antwoord: »Het is vergeving der zonden van God uit genade te hebben om des bloeds Christi wille, hetwelk Hij in zijne offerande aan het kruis voor ons uitge stort heeft. Daarna ook door den Heiligen Geest »efnieuwd en tot lidmaten Christi geheihgd zyn, opdat teij hoe langer hoe meer der zonde afsterven en in een godzalig, onstraffel^k leven wandelen". Men vergelijke hiermede Art. 33, 34 der Gel. Bel ea de Formulieren van den kinder en volwassenendoop en men zal zien, dat er in Belijdenis en Liturgie ééne gedachte is, dat er één draad doorloopt, die overal zichtbaar is.

De bedenking der Baptisten, dat de jonge kinderen deze dingen niet verstaan en dat men dus evengoed klokken of jonge varkentjes kan doopen als pasgebo ren kinderen, wordt in de Gereformeerde Liturgie aldus beantwoordt: «En hoewel onze jonge kinderen deze dingen niet verstaan, zoo mag men ze nochtans daarom van den doop niet uitsluiten, aangezien zij ook zonder hun weten der verdoemenis in Adam deelachtig zijn, en alsoo ook (d. i. zonder hun weten) in Christus tot genade aangenomen worden"

Op dit punt gaan de Gereformeerden en Baptisten geheel uit elkaar. Dat iemand in Christus ingelijfd, in Hem tot genade aangenomen, het leven van Christus, de vergeving der zonden en de vernieuwing des harten deelachtig kan zijn zonder het zelf te weien, is voo den Baptist ergerlijke, gevaarlijke dwaling; zoo groot, dat hij zijn eigen weg gaat, zijn eigen Doop heeft, zijn eigen kerk opricht, en geen mensch als waarlijk gedoopt beschouwt dan die gedoopt is met den Doop van het Baptisme Endaar nu, te allen tijde vooral in tijden van kerkelijk verval, die Baptistische strooming in ds kringen der Gereformeerden haar machtigen invloed deed gelden, is heden ten dage nog in dispuut, hetgeen eigenlijk, volgens Hebr 6, tot de arme eerste beginselen der Christelijke leer behoort. Zoowel bij kinderen als bij volwassenen geldt de onderstelling van hun inzijn in Christus, de onderstelling dat zij in Christus tot genade zijn aangenomen en daarom als lidmaten zijner gemeente behooren ge­ doopt te wezen Zij worden gedoopt, omdat zij leden CUristi en zijn kerk zijn.

De Doop maakt hen dat niet, en de Doop 'coerk het niet.

De Doop is voor de geloovigen en hunne kinderen,

wat de kroning is voor den koning. Als onze geliefde Koningin Wilhelmina, over zes jaar, in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, gekroond wordt, maakt die kroning toch haar geen Koningin. Zij is Koningin door haar geboorte en door den dood haars vaders; zij is het naar de wet; zij is op dit oogenblik Wilhelmina, Koningin der Nederlanden. Haar kroning is het symbool, het uitwendig teeken en zegel, van het wettig koningschap.

Omdat zij Koningin is. wordt zij gekroond. Zoo ook de mensch, die gedoopt wordt.

Zoo ook de mensch, die gedoopt wordt. Hij wordt gedoopt, omdat hij geacht wordt in genade te zijn aangenomen en in Christus geheiligd te zijn. De Doop geeft hem die genade niet en werkt die genade niet Hij is alleen een uitwendig teeken en zegel van die genade.

De zekerheid, die men op Baptistisch standpunt meent te hebben van de werkelijkheid der wedergeboorte in hen die gedoopt worden, is inderdaad niet grooter noch vaster dan bij den kinderdoop. Men ziet het in Simon den toovenaar Men ziet het in den toestand der hedendaagsche Doopsgezinden in ons land. Het zijn zeldzame vogels, de Doopsgezinden, die heden ten dage nog oprechtelijk de Twaalf artikelen des algemeenen Christehjken geloofs belijden. Spurgeon zelf zag zich, in het laatst zijns levens, genoodzaakt van de overige Baptisten af te scheiden en met zijn kerk alleen te staan, wegens den publieken afval van de Christelijke belijdenis bij de overigen. Baptisme, Sectarisme en Separatisme zijn dan ook innig nauw

aan elkaar verwant Absolute zekerheid van iemands verkiezing, inzijn in Christus, wedergeboorte, zaligmakend geloof r^chtvaardignaaking, heiligmaking, volharding: zij bestaat niet bij den eenen mensch voor den anderen mensch; zij bestaat alleen voor den alwetenden God!

Daarom oordeelen de Gereformeerden dan ook alleen naar den geopenbaarden wil Gods. Niet het oordeel over het hart maar over de belijdenis en den wandel is de regel waarnaar, in de Gereformeerde

kerken, behoort gehandeld te worden. Hn dat niet alleen ten aanzien van de volwassenen maar ook van de kinderen De kinderen der geloovigen moeten niet als onbekeerde Heidenen beschouwd ea behandeld worden, maar als bondgenooten Gods geheiligden en geroepenen in Christus Jezus Wij danken God, dat Hij ons en onze kinderen tot zijne kinderen heeft aangenomen, en ons datzelve met den heiligen Doof verzegeld en bekrachtigd heeft. En wij bidde dan: dat God de gedoopte kinderen door zijnen Heili geo ^^? .5t altijd wil regeeren, opdat zij Christelijk en godzaligiijk opgevoed worden en in den Beere ^ezus Christus mogen wassen en toenemen opdat zij Gods Vaderlijke goedheid en barmhartigheid altijd mogenoeiennen.

Dit is de grens onzer kennis. En nu kunnen we zeer goed begrijpen, dat er in de Gereformeerde kerken velen zijn, voor wie dit een en ander moeilijk is om te verstaan. Vooral voor die velen die, m hunne jeugd, niet in de leer der waar heid onderwezen zijn en in velerlei dwalingen langen tiid hebben geleefd, of die wel onderwezen zijnde i^as& r ol korter tijd zijn afgeweken, de wereld hebben gediend en in de zonde geleefd hebben, en daarna somtijds plotseling, zijn staande gehouden en tot waarachtige bekeering gekomen. Al wat God voor hen en j"? R.., ™° bewustzijn om gedaan heeft, zien zii zoo duidelijk met. Zij hechten alleen aan hetgeen God in ? ^, ^/°°'' *'"°, bewustzijn deed, en bouwen daaruit S ' L=^^° geheele dogmatiek op. Maar dat ver-™ ? rLT'^'^^^'"^=°'= '^ verzwakken noch den nfet zulk ..n nl'n^", - P ^'S te nemen voor hen, die hun kven kennln '"'°^'° ^ .krachiigen omkeer in nun levei^ kennen en voor wier bewustzijn de werking der genade met zoo duidelijk is. \Vii molten allen leeren, dat de zaligheid ««/; «»»«< & «, 'jJchris tus Jezus IS.

Ook nioeten wij ons niet door het groot aantal ongeloovigen en onverschdligen laten verleiden om de belijdenis te plooien naar de zichtbare werkelijkheid »B uit het ongeloof en don afval te redeneeren ini plaats van uit en naar de geopenbaarde waarheid Gods.

Wij hebben dus alleen maar willen in het licht stellen, dat de dogmatische onderstelling van de aan wezigheid van het beginsel des nieuwen levens, bij degenen die gedoopt worden, niet in strijd is met de publieke Belijdenisschriften der Sereformeerde kerk, maar daaruit wettiglijk wordt afgeleid.

Dit betoog was waard hier in zijn geheel te worden overgenomen, omdat het zeldzaam gelukkig geslaagd mag heeten.

Toch, gelijk we dit meermalen uitspraken, drijven ook wij hierin niets.

Is iemand een ander gevoelen toegedaan, wij dragen hem; mits hij zich maar aangorde, om duidelijk te maken, hoe zijn gevoelen voor onze Formulieren van Eenigheid bestaan kan.

Immers deze Formulieren, en zij alleen, zijn s ons het accoord van Kerkelijke gemeenschap.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 maart 1893

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 maart 1893

De Heraut | 4 Pagina's