Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. Schot schrijft in het Tijdschrift voor Geref. Tlieolegie het navolgende over het Rapport in zake de Opleiding.

Door de ter vorige Generale Synode daartoe benoemde deputaien is nu de concept-regeling voor de opleiding van dienaren des Woords in de Gereformeerde kerken, aan die kerken toegezonden.

Het is een belangrijk stuk, over een hoogst belangrijk onderwerp

Bij den bestaanden toestand is er tweeërlei opleiding en geen eenheid van opleiding. Voorloopig is deze toestand aanvaard, maar ook blijkens de benoeming van bovengenoemde deputaten is duidelijk, dat de kerken deze voorloopige regeling niet als voldoende aan hare wenschen beschouwden, en iets beters begeerden.

Toch stelden deputaten zich nog de vraag: Is het weaschelijk, om de thans bestaande tweeërlei opleiding te. bestendigen, of verdient eenheid van opleiding daarboven de voorkeur?

Zij kwamen tot de slotsom, dat eenheid van opleiding bepaald te wenschen is. • - Twee inrichtingen van onderwijs, waarvan de eene goedkooper dan de andere zou wezen, de eene meer practische en minder wetenschappelijke vorming en minder studiejaren, de andere ernstige wetenschappelijke vorming en studie zou eischen, wenschen som migen. De deputaten oordeelen dit evenwel in strijd met het Gereformeerd beginsel, dat geen verschillende soorten van dienaren wil, zooals wel Rome. Ons beginsel eischt tenkeïd en gelijkhtid van de dienaren des Woords.

Ook heeft de geschiedenis getoond, hoe daar, waar men degelijke studie achterstelde, zooals bij vele kerken in Engeland en Amerika geschiedt, wier predikanten meer m practischen geest, zooals men dit noemt, worden opgeleid, juist de waarheid slechts oppervlakkig gekend wordt en de dwaling gemakkeli k ingang vindt. De Gtreformeerde kerken hebben altijd deze laatstge noemde opleiding afgekeurd, en den eisch van weten' schappelijke ontwikkeling aan hare dienaren gesteld.

Maar vooral geven twee scholen, al waren zij in haar streng wetenschappelijk karakter gelijk, gevaar voor het ontstaan van tweeërlei theologische richting. Uit de scholen wordt dan dit verschil en deze strijd overgebracht in de gemeente. Kerken en predikanten raken er door in partijen verdeeld. En komt-het nog niet hiertoe, dan is er toch allerlei grond voor naijver en factiezucht.

Ook is het duidelijk, dat het houden van tiaee inrichtingen de kracht verdeelt, terwijl, daar het aantal der studenten aan beide inrichtingen saam nu niet meer dan een 130 studenten bedraagt, ook wegens dit getal er volstrekt geen bezwaar kan bestaan in het houden van slechts eene inrichting.

Menigeen die geneigd zou zijn op deze overwegingen niet veel acht te slaan, zal dan toch die eene wel kunnen vatten, waarbij gewezen wordt op de noodelooze verspilling van kracht. Twee scholen te onderhouden, kost altijd meer dan één inrichting. Of nu sommigen, alleen voor de verwezenlijking van een lievelingsdenkbeeld, van de kerkenzouden willen eischen, dat zij, waar zij met één inrichting kunnen volstaan, twee scholen zullen onderhouden, gelooven wij niet.

Waar nu ook de deputaten beslist uitspreken, dat naar hun oordeel er slechts één inrichting voor de opleiding der dienaren onzer kerken wezen moet, stellen zij dan de •^tz^%.\ Hoedanig behoort naar Gereformeerde beginselen die ééne opleiding te wezen?

Het antwoord daarop zegt: men moet krachtens de beginselen die de Gereformeerden op dit gebied steeds volgden, zich niet tevreden stellen met een seminarie of een theologische school, maar de voorkeur geven aan eene universiteit. De beginselen eischen, »dat de theologie als wetenschap niet in een seminarie worde opgesloten, maar ook met alle wetenschappen in organisch verband trede en (dus) aan de universiteit een eigen plaats inneme." Want wel zouden de kerken, als zichtbaar geïnstitueerd, indien men alleen op hare behoeften lette voor de vervulling harer roeping, genoeg hebben aan een serninarium.

Maar indien men let op de theologie naar haren wortel en aard, treedt zij nog met heel andere eischen op Immers op Christelijk standpunt zijn ^nt God alle wetenschapfen en hebben die samen slechts één doel, namelijk de eere van Zijnen Naam. Zij hebben allen tezamen, elk op hare wijze, de gedachten Gods, die Hij in natuur en Schrift heeft neergelegd, op te sporen en te vertolken.

Ook is de Heilige Schrift wel allereerst het beginsel der theologie, en is zij aan de kerk ter bewaring, ter verdediging en ter prediking toevertrouwd, maar zij is niet aan de kerk gegeven als \aii, xprivaat eigendom. De Schrift blijft het Woord Gods, en is een boek voor de menschheid, voor huisgezin en maatschappij, voor wetenschap en kunst.

Zij is altijd en overal een lamp voor den voet en een licht op het pad, en daarom hebben alle wetenschappen de Heilige Schrift noodig, terwijl zij dan, zooals hieruit volgt, ook de voorlichting der theologie niet kunnen missen.

Hierbij moet worden opgemerkt, dat Ö/ZIÜ wetenschappen ook de theologische wetenschap, uit de ingeschapen aandrift naar kennis opkomen, uit den drang naar weten, in den mensch gelegd. In den staat der rechtheid was de mensch bekwaamd om God te kennen en bezat hij de kennis Gods, welke tot het beeld Gods en tot het wezen van den mensch behoorde. En wel is die kennis door de zonde verduisterd geworden, evenals alle andere kennis door haar is bedorven, terwijl zij thans alleen langs buitengewonen weg, door openbaring en vet liihting, in den mensch is hersteld. Maar toch is er ook in den toestand der zonde, door de algemeene genade, een drang naar weten overgebleven. En deze drang, mits door de verUchting des Heiligen Geestes in het rechte spoor geleid, kan aan de gansche weten schap het aanzijn geven, en zoekt ook door te dringen tot de kennis Gods Voor den Christen is er dus principieel geen tegenstelling tusschen de theologie en de andere wetenschappen. Zij vormen voor hem samen een organisch geheel. De mensch is er oorspronkelijk en door de verlichting des Heiligen Geestes ook thans weer toe bekwaamd, om God ii alle dingen en alle dingen in God te zien en te kennen. Hij rust niet, vóór hij eenheid in zijn denken en harmonie, systeem, in al zijne kennis heeft gebracht.

Aldus is de redeneering en zijn de overwegingen der deputaten, op grond waarvan zij er toe besluiten, dat de theologie in organisch verband behoort te staan met alle wetenschappen, en voor haar eene plaats moet worden bereid niet 'in een seminarium, maar aan de Universiteit. Dientengevolge besluiten de deputaten er dan ook toe, dat de opleiding der dienaren des Woords naar dien drang der Gereformeerde beginselen eene universitaire moeten wezen.

Ten derde wijzen zij dan in hun concept aan, hoe eene inrichting tot opleiding der dienaren kan worden verkregen, die tegelijk voldoet aan den eisch der Gereformeerde beginselen ten opzichte der wetenschap. Ook wijzen zij aan, dat de twee thans bestaande inrichtingen niet aan beide eischen tegelijk voldoen.

De Theologisc^ls school te Kampen is wel een seminarium, maar voldoet niet aan alle eischen die de theologie, krachtens haar zijn, moet stellen; immers de theologie wordt daar niet gedoceerd om haars zelfs wille als wetenschap, maar alleen ter opleiding van aanstaande predikanten; de theologie staat daar met de andere wetenschappen niet in organisch verband.

Evenzoo staat de theologie aan de Vrije Universiteit wel in het bedoelde verband met andere wetenschap pen, en wordt zij daar gedoceerd om haars zelfs wille als wetenschap; maar de kerken kunnen over de theologische faculteit dier Vrije Universiteit niet beschikken, zooals noodig is voor haar doel en ter bezorging harer kerkelijke behoeften. De overeenkomst, die door de Gereformeerde kerken voorlooplg met de Vereeniging voor Hooger Onderwijs, rakende hare theologische faculteit, aangegaan werd, is voor het doei der kerken nog niet genoegzaam,

Om tot de gewenschte inrichting voor theologische opleiding te geraken, is het daarom noodig. dat de beide inrichtingen met elkander samensmelten. Zoo kunnen de kerken komen tot die eene gewenschte inrichting en tot eenheid in de opleiding harer dienaren des Woords.

Deze samensmelting is nu gemakkelijk tot stand te brengen, zooals het concept tot in bijzonderheden aanwijst.

Het zegt onder andere, dat de inrichting, aan welke de kerken voortaan de opleiding harer dienaren toevertrouwen, alleen eene dubbele qualiteit zou moeten aannemen en in een dubbel karakter moeten optreden.

Eenerzijds behoorde ze izn& theologische schoolKzi\a, die van de kerken uitging en door haar werd bestuurd; en anderzijds eene theologische faculteit, die onder het Bestuur der Vereeniging voor Hooger Onderwijs in organisch verband met de overige faculteiten stond. Zulk een samensmelting en dubbele qualiteit der scholen kan natuurlijk alleen gevonden worden in de personen der hoogleeraren, en in eene dubbele aanstelling, die hun eenerzijds van de kerken en anderzijds van het Bestuur der Vereeniging gewerd. De eerste benoeming stempelde de inrichting tot eene theologische school der kerken; de andere tot eene faculteit der Universiteit.

Aan het einde hunner overwegingen trekken dan de deputaten alles tezamen in eenige voorstellen en concepten, welke zij aan de komende Generale Synode ter aanneming en arresteering aanbevelen.

Uit hetgeen wif van dit concept mededeelen, zal aan onze lezers wel blijken, dat het zeer belangrijk, en eene nauwgezette overweging ten zeerste waardig is.

Het raakt op dit gebied de diepste beginselen, en indien die niet worden in het oog gehouden, zal men tot alleilei verwarring aanleiding geven. Zeer wenschen wij, dat men daarom, eer men tot het uitspreken van een oordeel overgaat, alles eerst goed naspeure, en op alles wat hier in aanmerking moet worden genomen ernstig lette. Ruw en onvoorbereid mag men in zulke belangrijke zaken niet optreden.

Het ware zoo schoon, wanneer op de aanstaande Generale Syoode ook door den arbeid en de voorlichting op dit punt door de broeders deputaten reeds gegeven en nog te geven, die pogingen konden worden gedaan, waardoor binnen niet al te lang tijdsverloop de zoo noodige eenheid in de opleiding onzer dienaren des Woords volkomen en op de beste wijze zou kunnen •worden bereiUt.

Aan profeteeren wagen we ons hier niet.

Slechts dit hopen we, dat, welke beslissing de Synode ook neme, het een beslissing zal zijn, die niet door de dommekracht van het stemmencijfer wordt verkregen, maar die zedelijke kraclit in zich draagt.

Dit nu kan alleen, zoo deze beslissing rust op gronden, die passen en hooren bij de zaak, om wier regeling het gaat.

Wat b. V. gesproken is van een ftroetelkind" is een argument goed voor een onder-onsje, maar beneden de waardigheid van de Synode der Gereformeerde kerken.

KUYPER.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 mei 1893

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 mei 1893

De Heraut | 4 Pagina's