Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Is er geen oorzaak?”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Is er geen oorzaak?”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen zeide David: Wat heb ik nu gedaan? Is er geen oorzaak? I Sam. 17 29.

Ook nu nog werken er mystieke machten onder ons menschen. En dat volstrekt niet enkel onder de overprikkelde gevoelslieden, of onder de dweepzieke slachtoffers van ziekelijke overspanning.

Zulke mystieke machten grijpen soms al wat mensch heet aan, om den geheelen levenstoon om te zetten, en bewegingen op gang te brengen, die ten slotte een ieder en alles voor zich uitdrijven, en spotten met al uw berekening.

Ge merkt het ook thans weer aan de actie tegen de Joden. Dat begon met een zacht gefluister, beperkt tot zeer engen kring. Nog geen twintig jaar ligt achter ons, dat Stocker als een der eerste anti-semieten zijn veldtocht begon.

En zie, thans is dit anti-semitisme reeds zulk een ontzettende macht geworden, dat het groole machtige staten in spanning en beroering houdt, in steeds breeder kring de geesten rikkelt, en een element bleek te zijn, waaree de_ koningen en de staatslieden moeten ekenen.•

Hoe dit nu zoo kwam, weet niemand te zeggen. De Joden hebben die laatste twintig jaarCniets bijzonders gedaan, om die felle beweging . te verklaren. Die beweging tegen de Joden bepaalde zich volstrekt niet totstreken, waar ze invloed oefenden, maar plantte zich ook voort naar dorpen en vlekken, waar in velden en wegen geen énkele Jood te zien was; terwijl omgekeerd in een stad als Amsterdam, waar liet Jodenelement zeldzaam sterk vertegenwoordigd is, van zulk anti-semitisme niet veel te bespeuren is.

Zoo blijkt dus, hoe hier een geheinazinnige micht in het spel is, die, buiten nadenken en berekening om, uit het gemoedsleven der natiën opkwam; sinds nog steeds in kracht won; maar, en dit is het opmerkelijke, nog in het minst niet de neiging vertoonde, om het Christelijk nationaal bewustzijn weer wakker te roepen.

Het is niet de geest van Christus tegen den t> Judeng^\& l" 1 maar de Duitscher die tegen den a Semiet ten strijde trekt, en niet rust eer hij den g Semiet heeft teruggedrongen. m

En dit verschijnsel staat niet alleen. Schier op elk terrein vap het .leven zag men aan het redeneerend verstand zijn heerschappij betwisten. Een mensch, zoo riep men, is nog iets anders en nog iets meer dan een klorap hersenen. Hij heeft ook een hart, ook een gemoed, ook een gevoel, ook een wilsieven, en heel dit ons menschelijk leven dat met ons gemoed, met onzen wil, met ons seiitiment saamhangt, mag niet alleen meespreken, maar is ons eigenlijk leven. g

En zoo wierp alle mystieke macht den teugel af, en zag men bij vrome en onvrome, in geloovige en in ongeloovige kringen, een geheimzinnige, verborgene drijving opkomen, die stellig het leven warmer maakte, maar het lang niet altoos verhelderde.

Toen nu de jonge David in Sauls kamp bij Eliab zijn broeder kwam, werkte er zulk een soort mystieke macht ook in zijn jeugdige geestdrift.

Saul, met zijn ofificieren, zag de zaak bedenkelijk in.

Zulk een tweegevecht kon men, naar de begrippen dier dagen, niet afslaan.

Kwam er nu van Israels kant nismand tegen Goliath op, dan werd het «moreel'' van Israels soldaten geheel terneergeslagen. En waagden achtereenvolgens de beste strijders den kamp, maar om ijlings in het zand te bijten, dan werd Israels positie derwijs verzwakt, dat vluchten éénig redmiddel bleef.

En onder de troep dacht men er evenzoo over. Dat merkt ge wel aan Davids broederen, die den smaad, hun aangedaan, wel diep voelen, maar geen kans zien, om er tegen in te gaan. Ze voelen dat ze tegen een overmacht staan, w.aar geen verwikken of verwegen aan is. En hun gemoedsstemming is, evenals bij Saul, een stemming van opgekropten wrok en van verbijstering.

In zulk een toestand nu ziuijgt men. Men spreekt niet over wat men toch niet verhoeden kan, en heel onze ziel en gemoedsstemming neerdrukt.

Daarom hinderde Eliab dat gebeuzel van David.

Zoo ongevoelig ! Alsof hij niets speurde van den smaad, die op heel het leger lag. En de oudere broeder roept den jongeren van spel tot ernst door zijn nieuwsgierig gebeuzel op de kaak te stellen en zijn vermetelheid te bestraffen.

Doch zie, nauwelijks is het woord van Eliabs lippen, of Davids enkele wedervraag: Is er geen oorzaak ? ontdekt opeens in David de werking van een mystieke kracht, waarop Eliab niet gerekend had.

David is nog geen krijgsman, veel min veldheer, en daarom is het met de bedreigde veiligheid van het leger, die hem bezig, houdt. Maar David voelt iets anders. In hem werkt iets diepers. In heel zijn gemoed perst en dringt een verborgen mystieke macht. Want David voelt: Die Filistijn gaat tegen Jehovah, in. Wat die reus, die snorkende kampvechter daar uitroept, is een hoon den levenden God aangedaan. En het is die mystieke macht, die hem over alles doet heenspringen, allen vorm voor niets doet rekenen, en alle berekening opzij doet zetten, om al zijn levenskracht saam [te trekken in die ééne, alles voor zich uitdrijvende, en alles aanstekende gedachte: »Dat mag niet langer. Dien Goliath moet de mond gestopt. Onze God mag niet gehoond worden!"

Over de uitwerking hiervan gaat het thans niet. Die is bekend. Goliath is geveld, en David koning van Israël geworden. Maar dat is hier geen hoofdzaak.

Hoofdzaak is en blijft hier > die mystieke macht. Dat vonkje dat opeens in Davids hart werd aangestoken en opgloorde. Toen brandde het, en de gloed van dat vuur doordrong heel zijn gemoed en zijn wezen. Zoo raakte hij in spanning. Die spanning leidde niet tot berekening en redeneering, maar tot moed, tot geestdrift, tot handeling.

En zoo is het die mystieke macht, die in een oogwenk Da/id tot den machtigsten, meest beteekenenden persoon in het legerkamp maakt. Die anderen staan vervaard, verbijsterd, machteloos.

_David alleen voelt die mystieke macht in zijn innerlijk wezen opkomen en doorzetten. En het is door David, dat die mystieke macht de Filistijnen terugwerpt en Israël de overwinning geeft.

En die verborgen kracht doet het nog. Als ge vraagt hoe het komt, dat er twee dorpen naast elkaar zullen liggen, zoodat in het ééne het volk belijdt, en in het andere het volk spot met Gods heilige waarheid, dan is het meestal één vrouw of één man geweest, in wiens hart zulk een alles overweldigende gewaarwording is gaan werken, en die daardoor heel een kring meekreeg, terwijl in een ander dorp zulk een man ontbrak of zulk een vrouw niet werd gevonden, en zoo bleef het er de doodslaap.

Zelfs met familiën en gezinnen ziet ge dit. Komt een gezin, een familie in aanraking met iemand, oud of jong, man of vrouw, in wie die heilige drijfkracht werkt, en van wie dat vuur uitspat, dan hebt ge u gemeenlijk op veranderingen voor te bereiden, en sleept ten slotte heiliger geestdrift allen meê.

Ongetwijfeld de prediking doet vee^, veel de lectuur, veel ook gewone gesprekken en redeneering, maar toch die alle saam komen niet in vergelijking bij de actie die er van heilige geestdrift, van zoo mystiek drijvende macht uitgaat.

IN iet van de nagebootste mystiek der Me-

thodisten, maar van die echte mystiek, die oorspronkelijk, vanzelf in het hart opkomend, en tot in haar hefde geniaal is. p z

Slechts wake men voor één ding: het drijven n gisten van dit mystieke element in ons, ake zich nooit los van de tucht van het Woord. B v m w

Verstandelijke redeneering zal zonder meer nooit de geesten overwinnen, en steeds was het aan de mystieke werking, dat Christus' kerk haar schoonste triomfen dankte. m a g

Maar nauwlijks sloeg dat mystieke drijven n fanatisme over, of wat verwarmen moest verzengde, en bracht voor zegen geestelijke schade. t e z

Behalve uit den Heiligen Geest werken er zooveel andere mystieke machten in ons gemoed; tot satanische en demonische toe; en maar al te vaak liggen deze werkingen zoo listig en kunstig dooreengevlochten, dat men waant het al om God te doen, wat ten slotte lijnrecht tegen de zake des Heeren ingaat. r l v v a

Toen het Sanhedrin opstoof en tegen Jezus aanvloog en hem sloeg en spuwde in hetaange; 2icht, v/erkte er in dien raad evenzoo een mystieke macht, die niet anders wist, of het ging om de ecre des Heeren, terwijl het toch één drijven uit den Booze was. O

En daarom, zie toe dat ge die mystiek van heiliger geestdrift niet bant en uitdrijft. Tegenover de nuchtere, koel redeneerende Ehabs, hebben de Davids met hun vonkje van heiliger geestdrift aUijd tienmaal gelijk.

Maar ook die drijvende kracht moet door onszelven, moet voor ons eigen besef, onder de tucht der gebeden staan; moet gedurig voor Gods aangezicht uitgedragen; mo'et gelouterd in het bad des Woords; moet door willige, vaak pijnlijke oflerande geheiligd worden. Los kruit gaat in rook op.

Alleen het buskruit, dat begint met zich in de stalen ziel van het kanon te laten opsluiten, treft, als het afgaat, zijn doel.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 september 1893

De Heraut | 4 Pagina's

„Is er geen oorzaak?”

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 september 1893

De Heraut | 4 Pagina's