Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Met zwaarden en met stokken.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Met zwaarden en met stokken.”

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Jezus zeide tot de overpriesters en de hoofdmannen des tempels en de ouderlingen, die tegen hem gekomen waren: ijt gij uitgegaan met zwaarden en stokken als tegen eenen moordenaar? Lukas 22 : 52.

Eerst heeft de wereld, na een vluchtig wierookwalmpje en snel voorbijgaand handgeklap, den Zone Gods, die haar redden kwam, nageroepen en beschimpt. Toen heeft ze hem achtervolgd met smaad en lasterlijk gerucht. Toen ook dit niet hielp, heeft ze steenen opgeraapt, om hem te steenigen. Eindelijk toen niets baatte, heeft i& sluwe redeneerders op hem afgezonden, om hem te vangen in de strikken van hun arglistige vragen. En eerst toen ook dat wapen op .Jezus' glansrijk wederwoord stomp was geslagen, toen heeft ze den mannen met »de zwaarden en de stokken" last gegeven, om Jezus aan te grijpen en gevangen te nemen, opdat ze hem vonnissen en aizoo over hem triomfeeren zou door een oordeel des doods.

Dat komen van die »niannen met de zwaarden en stokken" trof Jezus, en daarom wees hij er op, en zei zelf tot de politiemacht, die hem gevangen kwam nemen: sZijt gij uitgegaan met zwaarden en stokken als tegen een ' moordenaar" ?

Het zwaard en de stok is een óverheerschende macht. Het is één van de machten waardoor God de Heere de wereld van zijn menschenkinderen in zekere burgerlijke orde bijeenhoudt. Indien het wel was, zou niemand naar een instrument grijpen, om een ander mensch meê te treffen of te slaan.

Maar in dien idealen toestand verkeeren we nu eenmaial niet. De zonde woelt, en had steeds, en heeft nog, onder alle volk onder meer ook deze uitwerking, dat in drift, dat uit hebzucht of uit wraakzucht de ééne mensch een stuk hout of ijzer grijpt öm een anderen 'mensch neer te slaan en te wonden, en ten ieste hem in zijn bloed neer te werpen.

Dit is de moordehaax.

Dit is de moordehaax. Daarom nu moet tegen dien man met zijn stok of dolk waar 's menschen bloed aan kleeft, een man met een zwaard en stok in den Naam deS Heeren worden overgesteld.

Anders zou de moordenaar teugelloos woeden. Uit vreeze zou een ieder naar wapentuig gaan grijpen. Letterlijk heel de maatschappij zou op het zwaard leven, en het rustige, stille menschelijke leven zou ondergaan.

Daarom heeft God »mannen met zwaarden en stokken" besteld, toen Hij de Overheid instelde en aan de Overheid het zwaard in de hand gal, en die Overheid oplei, om het bloed te vergieten van wie des menschen bloed vergoot.

. De »man met zwasird en stok" is door God allereerst en in beginsel tegenover den moordenaar gesteld.

En daarom toen Jezus de politie van het Sanhedrin op zich af zag komen, was zijn natuurlijke uitroep: »Zijt gij uitgegaan met zwaarden "en stokken ais tegen een 7iworden.aar ? "

De wereld, en haar Overheid, en zelfs het Sanhedrin begreep zoo niets van Jezus, en haast nog minder van zich zelf.

Had toch die wereld en haar Overheid beseft, wat de onzalige fontein was, waaruit eeuw na eeuw de stroom der ongerechtigheid voortkwam, en de volkeren overstroomde, en sTan de natiën haar vrede roofde, en eiken droom van menschelijk geluk altoos weer in bange - bittere teleurstelling deed ondergaan, hoe heel anders zou ze over haar zwaarden en stokken hebben gedacht.

Had ze waarlijk de wonde gepeild, die haar eigen levenskracht verteerde, dan zou ze daarom die zwaarden wel niet ontwee hebben gebroken en de stokken niet hebben weggeworpen, maar ze zou toch bekend hebben, dat die stokken en zwaarden wel de uitvoering van het kwaad kunnen tegenhouden, maar liet kwaad zelf niet genezen kunnen.

Zwaard en stok zou in eere zijn gebleven, als door God aan de Overheid in de hand gegeven ; maar er zou bij gevoeld zijn, dat er toch voor ons iets smadelijks in lag. Of is de stok niet voor den hond, en moest niet al wat mensch heet door het woord kimnèn geregeerd worden?

Ter keering van het dierlijk geweld onder menschen zou alzoo > de stok en het zwaard" gebleven zijn; maar tegelijk zou algemeen beseft en gevoeld zijn, dat het kwaad van binnen zit, en dat ge de wereld niet redt, of ge moet haar van den kant der ziel, en niet van het lichaam, van de zij der conscientie en niet van den ontblooten rug aangrijpen.

Dat ééne woord van Jezus, dat uit het hart des menschen voortkomen alle booze dingen, en zoo ook booze raadslag èn moord, begreep de wereld, begreep de Overheid en begreep het Sanhedrin niet, en daarom konden ze niet inzien hoe veel meer dan in die zwaarden en stokken /« Jezus redding lag ook voor de orde en vrede in onze menschelijke maatschappij.

Hadden ze dit ééne woord verstaan, en bekend wat verandering Jezus in een menschelijk hart kan teweegbrengen, ze zouden den Christus geëerd en gevierd hebben als in macht ter redding alle macht van zwaarden en stokken verre te boven gaande.

Immers ze zouden van hem en van zijn woord hebben verwacht, wat zij zelven met hun zwaarden en stokken nooit hadden kunnen bereiken.

' Zij konden een moordenaar aan een kruis hang«i, maar Jezus kon nog op dat kruis dien moordenaar in zijn hart omzetten en zalig spreken voor eeuwig.

Zoo heeft dan, te midden dier zelfverblinding, de Overheid ten leste haar zwaarden en stokken tegen Jezus gekeerd.

Niet als schijnvertooning, maar in vollen ernst.

De Overheid zag in Jezus een gevaarlijken mededinger. Jezus wilde redden door het hart des menschen om te zetten, en dat mocht niet. Het moest eeniglijk door de zwaarden en stokken zijn, dat het leven onder menschen in orde en in goeden stand w^erd gehouden.

En daarom zond de Overheid nu haar dienaren op Jezus los. Ze riep hem niet op, ze daagde hem niet in, maar wilde hem vangen met geweld. En nu verwachtte ze, dat allicht de discipelen zich verzetten zouden, dat misschien de Galileërs het voor Jezus zouden opnemen, misschien zelfs dat Jezus met wondere krachten zou gaan werken; en daarom moesten de zwaarden en stokken worden meegenomen, om desnoods het zwaard te kruisen, en als het moest met den stok te slaan.

Later, bij de geeseling hebben ze zich niet ontzien Jezus ruwweg te slaan, waarom zouden ze het dan in Gethsemané gelaten hebben!

Neen, het was met die zwaarden en stokken in vollen ernst gemeend. En daarom toen Jezus die zwaarden en stokken in hun droeve realiteit voor zich zag, greep hem dit aan, stuitte hem dit tegen de borst, en peilde hij de onmetelijke diepte, die de wereld van hem af scheidde.

Hij gekomen, om te doeii wat die Overheid altoos najoeg, maar nooit kon. Hij uit den hemel neergedaald, om aan die wereld redding van binnen uit, van uit de binnenste roerselen des harten te brengen, — en die wereld, die Overheid tegen hem optrekkende, om met geweld, als ware hij een moordenaar, hem machteloos te maken.

Zoo worstelt soms het onnoozel kind tegen, als het een operatie moet ondergaan, dat het de hand die het kwaad zal uitsnijden met geweld grijpt en met geweld poogt af te weren.

Ook lag er in dat zeggen : »Zijt gij uitgegaan met zwaarden en stokken als tegen een moordenaar? " een heilige ironie.

Immers die wereld en die Overheid oordeelde naar haar stelsel, dat ze met die zwaarden en stokken Jezus' invloed breken kon.

Ze beeldde zich werkelijk in, dat als ze Jezus ving, , en gevangenzette en doodde, het met Jezus uit zou zijn, en dat er van zijn wijze om de wereld geestelijk te redden, dan niets meer komen zou.

Daarom zelfs was het haar in hoofdzaak te doen, en ze overscliatte dermate dwaselijk de macht van haar zwaard en haar stok, dat ze in ernste waande de zaak van Jezus er meê te vernietigen.

Ze stelde zich waarlijk voor, dat zwaard en stok niet slechts. iets, maar veel, ja alles tegen den geestelijken invloed van Jezus vermocht. Over de schare mocht Hij triomfeeren, en zelfs de geleerden van dien tijd door de bondigheid van zijn woord ontwapenen, niaar tegen het zwaard en den stok zou zelfs Jezus niets vermogen.

' Die, zoo dachten ze, zouden .sterker bKjken, dan Jezus was. ^

En zooals er nu in Psalm 2 staat, datj als de vorsten, en koningen de banden van Gods macht vyilleij verbreken, Hij die in den hemel zit lachen en zeggen zal: »Ik heb toch mijnen Koning gezalfd over Sion, den berg mijneV heiligheid." zoo ook vroeg Jezus in heilige ironie aan die poïitiedienaren: Denkt gij waarlijk dat uw zwaarden en stokken tegen mij ook maar iets vermogen zullen? Ziet, hier ben ik, vangt mij.

Neen, noch stok noch zwaard heeft tegen Jezus ook maar iets vermocht; en terwijl sinds eeuwen al die zwaarden en stokken van het Sanhedrin, en heel dat Sanhedrin zelf, gebroken en te niet zijn gegaan, is het Jezus, uw Heiland, die nog steeds zijn triomfen over het menschelijk hart voortzet, en in allerlei natiën en met allerlei tongen als de Redder van den dood door duizenden bij duizenden wordt aangebeden.

Én hierin hu vindt hier de Kerke Gods, die ook zijn Naam in waarheid belijdt, bij alle worsteling met de macht der wereld, nog steeds haar overvloedige vertroosting.

Want bij die zwaarden en stokken van toen heeft de wereld het niet gelaten.

Ook nadat Jezus aan het kruis gedood, uit het graf weer opgestaan en ten hemel gevaren was, heeft de wereld altoos opnieuw beproefd, of het haar niet gelukken kon door de macht van het zwaard en van den stok den voortgang van Jezus' zaak en den invloed van zijn heilig werk te stuiten.

In wat ontzettende oogenblikken hebben de martelaren, uit vroeger en uit later tijd, niet tegenover diezelfde zwaarden en stokken gestaan, tot ze hun adem uitbliezen aan de galg of op de houtmijt.

En toch zijn die zwaarden en stokken altoos weer machteloos gebleken.

In het eind heeft de Naam des Heeren ook in zijn martelaren toch altoos getriomfeerd.

En daarom heeft, wie den Zone Gods liefheeft, altoos goeden moed; want hij weet, de wereld kan het niet tegen hem uithouden, en het eind is toch, dat de Zone Gods de zaak van zijn verlosten als de zijne erkennen en belijden zal voor zijn Vader.

Maar ook een prikkel tot heilige energie ligt in die zwaarden en stokken.

Want immers, de oude strijd wordt ook nu nog doorgestreden.

Nog altoos woelt de zonde, en steeds wordt opnieuw het geluk en de vrede onder de kinderen der menschen bedreigd. Wat booze geesten uit de diepte zijn ook nu niet weer losgelaten, om de kinderen der menschen te verleiden.

En daartegen stelt de wereld ook nu nog niet anders dan zwaarden en stokken. Alsof die het kwaad beteren konden!

En heeft nu dit onverstand der wereld, dit valsch vertrouwen op de zwaarden en stokken, niet ook iets aan ons, Christenen, te zeggen ?

Brengt het ons niet deze roepstem, dat wij, waar anderen in niets dan in zwaarden en stokken heil zien, (feestelijk heulsap zullen aanbrengen, en het kwaad van binnen in het hart hebben aan te tasten ?

Geestelijk heulsap, door het uitdragen van het Eeuwig Evangelie, mits het worde-uitgedragen met iets van die Goddelijke ontferming, die in Jezus was, en die hij in ons wil uitstorten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 maart 1894

De Heraut | 4 Pagina's

„Met zwaarden en met stokken.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 maart 1894

De Heraut | 4 Pagina's