Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door helpen geholpen.

XII.

VREUGD EN LEED.

Met groote oogen zagen de meisjes toe, terwijl moeder verder met haar bezoekster sprak, hoe de man begon zijn korf uit te pakken.

Er zat blijkbaar heel wat in, al was het ongelukkig zoo in papieren gewikkeld, dat men niet recht kon zien wat het was, alvorens die los gemaakt waren. Eindelijk was de mand leeg en stond er een heele stapel naast.

't Zal nu wel wat lichter zijn dan daar straks, dat J.vrachtje, " sprak de man, terwijl hij weer zitten ging.

»Ei zoo, " antwoordde de vrouw, »dat hebt ge vlug gedaan.".

Ja, juffrouw, " zoo ging hij voort tot de weduwe, »wij wilden u op nieuwjaar eens een kleine verrassing bereiden. Nu we elkaar wat nader kennen, mogen we ook onze hartelijke gelukwenschen op dezen dag wel voor u uitspreken. En we hopen, dat ge ook het andere van ons wilt aannemen, al beteekent het niet veel."

Maar juffrouw, " sprak de weduwe, sik...."

Nu, goed: maar mijn man en ik, we konden niet anders dan u op een of andere wijs onzen dank betuigen. God moge u zegenen en uw zieken jongen ook, voor wat gij aan den mijnen hebt gedaan. Wat had ik moeten beginnen, als zij mijn David hadden meegenomen, en mijn man hem in de gevangenis had gevonden, bij het thuiskomen, maar gij hebt mijn jongen uit den nood gered en ons ook, en zouden we u niet danken? "

De weduwe wilde nog iets zeggen, maar de vrouw ging voort, terwijl zij haar man een wenk gaf:

> Nu mag mijn man zeker den kleinen, zieken jongen wel eens zien, en zullen de meisjes hem wel wijzen waar hij zijn moet."

Zoo gebeurde het, maar nauwelijks waren de zeeman en de zusjes in het kamertje, of de vrouw haalde een heel klein pakje uit haar zak en gaf het aan de weduwe, terwijl zij sprak:

Neem dit van ons en maak het straks open, niet nu. Ik zal u intusschen helpen, om wat uit de mand gekomen is nog te bergen. De meisjes en uw zoontje moeten ook eens zien wat we voor hen meegebracht hebben. Ik begreep wel dat ge zelf ook kinderen hadt — al wist niemand mij dat precies te zeggen toen ik naar u vroeg — want gij hebt als een rechte moeder gehandeld. Nu moeten de kleinen ook eens vroolijk wezen. En het andere kunt ge hoop ik gebruiken, al is 'tmaar voor den zieke."

Maar, juffrouw, " sprak de weduwe, »gij overlaadt mij, geloof ik, met goede dingen. Dat is immers te veel, veel te veel."

Neen, neen, " sprak de zeeman, die juist uit het kamertje terugkeerde, en de laatste woorden hoorde; »'tis volstrekt niet te veel. Maak u niet bezorgd, lieve vrouw; ik ben wel lang weggebleven, maar heb dan ook een heel goede reis gehad. Wij handelen dan dikwijls meteen voor ons zelf. En nu heeft het God behaagd mij te zegenen en dit verblijdt mij te meer, omdat ik nu toonen mag dat ik uw goedheid op prijs stel."

Nu werd de inhoud van de mand aan 't licht gebracht. Daar kwam allerlei te voorschijn. Eerst verscheiden flesschen wijn — juist wat noodig was — een paar pakken chocolaad, poppen en doozen met speelgoed, koffie, thee, ja zelfs een paar kippetjes — geslacht natuurlijk — een schoon stuk vleesch, en een heele partij broodjes, 't Was geen wonder, dat de sterke zeeman er zijn vracht aan gehad had!

't Is in dat weer niet prettig veel boodschappen te loopen", sprak hij glimlachend, «daarom hebben we maar wat meegebracht."

De weduwe was diep getroffen, 't Was haar bijna onmogelijk iets te zeggen. De kinderen daarentegen lachten en jubelden van vreugd bij zooveel moois!

Nu, zjj hadden ook in lang zoo'n dag niet gehad! Zelfs de zieke knaap kreeg schik in al 't moois en lachte, wat hij in lang niet had gedaan, zoodat de zeeman zei: »Geloof mij juffrouw, dat is voor uw jongen nog beter dan twee drankjes van den dokter."

't Duurde een heele tijd eer alles behoorlijk een plaats had gekregen. Toen 't zoover was sprak de man:

s> En nu juffrouw Warder moeten we verder. Maar als ge 't goedvindt komen we heel spoedig terug. Want gij moet David ook eens zien. Mag hij meekomen? "

Zeker", was 't antwoord.

Ik zou u de groote mand ook wel laten", sprak de zeeman, smaar die behoort mij niet en moet weerom. En nu goeden dag!"

Allen namen hartelijk afscheid van elkander, en toen de gasten vertrokken waren zette zich . de weduwe even neer, en in haar hart kwamen op dien nieuwjaarsmorgen de woorden op van den psalmist:

Loof den Heere, mijne ziel, en vergeet geen van zijne weldaden."

GEEN TIJD.

Er zijn menschen, die nooit of heel zelden Gods Woord lezen en als men hun vraagt waarom met, dan is 't antwoord meestal: »Daar heb ik geen tijd voor."

Doch het moest eigenlijk zijn: > Geen lust, " net als 't ook is bij sommige kinderen — is 't niet zoo?

Want tijd is er wel vopr, als men maar wil. Gij hebt misschien wel eens het mooie boek gelezen:5Van de planken hut naar het Witte Huis, " waarin het leven wordt beschreven van den president der Vereenigde Staten, Abraham Lincoln, die een dertig jaar geleden stierf.

Nu had de president eens een afspraak ge­ J aakt met zekeren predikant die Adams heette, B at deze hem op een uur, zeer vroeg in den orgen, zou komen spreken. Doch daar de S ominee bang was te laat te komen, ging hij t roeg op weg, en bevond zich in het Witte uis, de woning van den president, nog een t wartier vóór den bepaalden tijd.

Hij werd in de wachtkamer gelaten. Terwijl ij daar zat, hoorde hij in een vertrek, vlak bij, emand luid spreken.

ïHe, wat is dat? " vroeg hij aan een bediende; «wie is daar zoo vroeg in den morgen al zoo druk aan 't spreken? "

»Dat is de president, " was 't antwoord; «eiken morgen vóór hij aan 't werk gaat, leest hij een uur in den Bijbel, en bidt hij overluid. U moet wachten tot hij geëindigd heeft."

Nu, dat deed de dominee graag. Maar de menschen; die sgeen tijd" hebben, kunnen van dezen president — en hij had het druk! — veel leeren, ook om juist den tijd dien zij nu wel hebben, te besteden, eer er wezenlijk sgeen tijd" meer zijn zal.

HOOGENBIRK.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1894

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1894

De Heraut | 4 Pagina's