Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

METEOORSTEENEN.

II.

Met dien vreemden naain — men zegt ook wel nieteoriten of meteoroliten — noemt men de vurige massa's, de steenen enz. die, gelijk we den vorigen keer zagen, soms uit de lucht vallen. sMeteor" komt van het Grieksche woord Meteoros, , dat zooveel beduidt als hoog in de lucht; litos is het Grieksche woord voor steen. Dus is meteöroliet = meteoorsteen of luchtsteen.

Dat de menschen door zulke vallende steenen vaak verschrikt zijn kunt gij begrijpen en ook dat ze er allerlei oorzaken voor zochten. Wij lezen b.v. in Hand. 19 vs. 35: "En als de stadsschrijver de schare gestild had, zeide hij: Gi mannen van tifeze! wat mensch is er toch, die niet weet, ' dat de stad der Éfezeren d^ kérkbe waarster zij van van de groote góiïin Diina, en van het beeld, dat uit de hemel gallen is? "

Nu kan 't best zijn, , dat dit b^d gemaakt was of althans ten deele bestond uit een stuk steen, dat eens uit de lucht Was gevallen. Althans de heidenen hadden meer beelden en zoogenaamde heilige voor%verpen van welke men vertelde, dat ze uit den hemel gevallen waren, en dit kan in enkele gevallen waar zijn geweest. Altijd in dien zin als we 't hier bedoelen. Want dat er geen afgoden uit denhemel vallen spreekt vanzelf.

Ook in veel later tijd hebben de menschen wel grooten eerbied, ja ontzetting gehad voor zulke steenen. Den isden Juni van 't jaar 1819 waren eenige lieden bij Junnas in Frankrijk in 't veld, toen er plotseling steenen en daarbij ontzettend groote begonnen te vallen. De menschen geraakten toen zoo in schrik, dat zij niet anders meenden, dan dat hun laatste uur was gekomen. Zij bevalen Gode hun ziel en verwachtten den dood. De kinderen echter dip er bij waren, en die geen gevaar zagen, lett' en op de steenen zelf, en door die kinderen kon men ook later te weten komen, waar de steenen waren te land gekomen. En wat bevond men toen? Dat er een bij was die honderd tien kilogram woog! Een gewicht dat verscheiden menschen, ja een geheel huis wel kon verpletten. Eentge geleerde heeren die er van gehoord hadden' gingen naar Junnas en wilde den zwaren steen laten uitgraven. Maar acht dagen lang konden zij niemand daartoe bewegen. Want de lieden zeiden: De duivel heeft dien steen geworpen; en als wij hem aanroerden kon het ons slecht bekomen. be te NAle

Nu, dat is dwaasheid, zooals gij begrijpt. zw V Want niet de duivel, maar de Heere God, wiens TEbVMMGtcrtcctctWdt werken zeer groot zijn, heeft al deze wonderlijke dingen, gelijk de vuurbollen en meteoorsteenen geschapen. Er waren dan ook verstandiger mannen, die trachtten te onderzoeken vanwaar die vreemde dingen kwamen en wat het eigenlijk waren. Dat ging echter niet gemakkelijk. Eenigen dachten, dat de vuurbollen ontstonden uit ontvlambare dampen die in de lucht zweefden en in vlam raakten door de electriciteit, de kracht die zich ook in den bliksem vertoont. Neen, ' zeiden anderen, 't zijn wel dampen, maar die opstijgen uit de groote smeltovens, en die in de lucht zich verdikken. Nog anderen weer geloofden dat de meteoorsteenen geslingerd werden uit vuurspuwende bergen op aarde, ja ook op de maan.

Doch dat alles bleek geen steek te houden. ( De sterrekundigen gaven 't echter niet op en kwamen eindelijk tot een uitlegging die men thans voor de beste houdt. Ik zal trachten u L die meê te deelen. Maar let er goed bij op! H

We hebben zeker allen wel eens een ster zien verschieten. Het lijkt dan net of er een ster uit haar plaats vliegt, een heel eind door het luchtruim gaat en dan weer verdwijnt. Dit lijkt zoo maar het is zoo niet. Want als de sterren werkelijk uit hun plaats weken, zouden we nog andere dingen zien gebeuren. Lees maar eens wat Matth. 24 : 29 zegt: En terstond na de verdrukking dier dagen, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van den hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen bewogen worden." t

»Nu zijn de meteoren niet anders dan zulke vallende sterren" die in grooten getale tijdelijk voortzweven. 't Zijn kleine hemellichamen, die zich om den zon bewegen en wel zeer snel; men rekent dat ze in één seconde zes mijlen afleggen!

Nu weet gij ook, dat^de aarde de voorwerpen aantrekt; anders zou een steen b.v. niet van het dak naar beneden vallen. Komt nu zulk een meteoorsteen zoo dicht bij de aarde, een zoo groote bol, dat hij door haar sterk genoeg wordt aangetrokken, dan valt de steen, d. w. z. hij vliegt naar de aarde toe.

Rondom de aarde is lucht en de steen moet door die lucht heen. Doch daar dit zoo snel gaat, drukken de meteoren de lucht zoo sterk voor zich uit, dat zij zelf natuurlijk ook een zwaren tegenstand ondervinden, net al§ iemand die snel tegen een zwaren wind inloopt. Maar als een lichaam zwaar ineengedrukt wordt, ontstaat er warmte, en zoo verhitten zich de meteoorsteenen en worden zelfs gloeiend.

Zijn nu zulke meteoren klein, dan vervluchtigen zij, dat is zij verteren en verdwijnen in den dampkring of vallen als fijn stof neer. Daardoor zien wij de vallende sterren vaak zoo spoorloos verdwijnen. De grootere lichamen worden natuurlijk eveneens gloeiend, doch alleen hun oppervlakte verbindt zich met de zuurstof van de lucht, zoodat maar een klein deel verbrandt. Het meeste valt als een vaste massa neer. /

Vliegt nu een groot lichaam met zulk een snelheid door de lucht, stoot het die voort, dan moet vanzelf er achter voor een oogenblik een ruimte ontstaan waar geen lucht is, een luchtledige ruimte. Doch even als water dat men vaneen wil scheiden, dringt toch de lucht rondom van allen kant weer die ruimte binnen. Daardoor ontstaan die geluiden als van donderslagen welke men echter eerst dan hoort als de steen dicht bij de aarde is. Ook het barsten der massas die van de hitte uiteenspringen, maakt een gekraak dat hoorbaar is.

Ik hoop 't u eenigzins duidelijk te hebben gemaakt al is 't ook wat moeilijk te vatten. Dat komt ook daardoor dat de menschen nog lang niet alles van deze wonderlijke dingen weten. De Heëre God is groot in al zijn werken en zoo lezen wij in Job: > Wij begrijpen 't niet." Doch als wij ze ijverig en bestendig doorzoeken kunnen we toch veel leeren. Dat zal blijken, als we een volgenden keer over de luchtsteenen nog meer vertellen.

ONZICHTBAAR.

Een landman wandelde eens op den weg toen hij een weinig voor zich uit een jong mensch bespeurde, als een heer gekleed, die niet scheen te weten welken weg te volgen, daar verscheiden wegen dien, waarop hij liep, kruisten.

De boer ging naar henl toe, vroeg waar hij wezen moest en zei toen hij 't vernomen had: »Ik moet daar ook zijn; willen we zoover samen gaan"?

Daar had de ander niet tegen en zoo wandelden die twee voort, al pratende.

De landman, die God vreesde, bemerkte al spoedig dat de heer dit niet scheen te doen, en veeleer een spotter was. Toen zij nu een kerk voorbijkwamen, zei de heer:

sWat zijn hier veel zulke gebouwen! Die konden toch beter gebruikt worden, zooals voor scholen of voor werkplaatsen."

Dat kon de landman volstrekt niet toegeven, eft^-zao raakten zij in twist, tot de heer eindelijk uitriep ;

sik heb met uw kerk en met, uw Bijbel niets noodig en ben niet zoo dwaas te gelooven wat daarin staat. Ik geloof alleen wat ik zien. kan > Ei zoo", sprak de boer, igelooft gij ook j dat gij verstand hebt r" » Zeker."

JNU", zei de boer, »ik geloof er niets van want ik kan er niets van zien."

De heer werd zoo boos, dat hij van zijn geleider wegliep en alleen voortwandelde. En toch ZOU hij, eerlijk gesproken, erkend, moeten hebben: Die boer heeft gelijk.

CORRESPONDENTIE.

L. te N. L. Tot onzen spijt is het wederom met den besten wil onmogelijk te begrijpen wat u eigenlijk weten wilt. Er schijnt aan den brief een stuk te ontbreken; hij is in elk gevial onverstaanbaar. Meld eens kort en duidelijk wat u bedoelt. Dan zullen we gaarne weer beproeven te antwoorden.

HoOGENBIRK.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 mei 1894

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 mei 1894

De Heraut | 4 Pagina's