Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Creuren is beter dan lachen.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Creuren is beter dan lachen.”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het treuren is beter dan het lachen, want door de droefheid des aangezichts wordt het hart gebeterd. Pred. 7 : 3.

Een ieder onder ons weet hoe onze Heiland in de dusgenaanide sBergrede" verklaard en betuigd heeft: Zalig zijn ze die treuren" maar denkt men er ook aan, dat reeds de Prediker tien eeuwen vroeger had uitgeroepen: Treuren is beter dan lachen, want door de droefheid van het gelaat wordt het hart gebeterd" (Pred. 7:3)?

En ook, denkt men wel aan deze nog sterker vermaning van den heiligen apostel Jacobus: Gedraagt u als ellendigen en treurt en weent. Uw lachen worde veranderd in treuren en uwe blijdschap in droefheid" (Jac. 4:9)? Toetst ge nu aan het beginsel, dat in deze uitspraak vervat is, den gewonen levenstoon in de gezianen, dan voelt ge-terstond, dat dit beginsel ook in onze Christelijke kringen niet tot zijn recht komt.

Maar al te zeer toch is de gemeene toon des levens een toon van vroolijkheid, van gespannen vermakelijkheid, waar meerderen saamkomen, zelfs veelal van overprikkelde zucht tot lachen.

«Gezellig" moet het leven, «gezellig" de omgang, «gezellig" de conversatie zijn, en onder de heerschappij van deze neiging treedt ge telkens binnen in gezelschappen, waarin het schier uren achtereen één verkoopen van aardigheden, één uithalen van geestigheden is, en waarin de opgewekte, overspannen toon bijna niet duldt, dat de lach een oogenblik van om de lippen wijke.

Het verkeer in zulk een gezelschap grijpt zelfs de zenuwen vaak zoo sterk aan, dat men zekeren tijd van overgang noodig heeft, om weer in zijn gewone doen te komen, of den slaap te kunnen vatten.

Het is een «opzetten" van het leven, een saam «opschroeven" van het leven, een gedwongen zich «inwerken" in een lachenden en ginnegappenden toon, die niet natuurlijk, maar gemaakt is, en die meest den indruk igaakt, alsof men de innerlijke liolheid en leegheid van zijn omgang door kwinkslag en aardig woordspel wilde bedekken.

Als men dan zoo lachen en giebelen kan, en zich tot in h^t d\yaze toe opwindt, dan waant men eerst recht gelukkig te zijn, en egn huisgezin waarin die toon heerscht, noemt men «prettig" en «gezellig".

Maar de Schrift oordeelt anders.

Zij doorziet de innerlijke onwaarheid van dit spel der opgewondenheid, en roept u daarom toe: Treuren is beter dan zóó te lachen. Immers onder zulk lachen lijdt het hart vaak schade, terwijl omgekeerd droefheid des aangezichts het hart y.aak betert.

Nu versta 'men dit woord niet verkeerd; en bega niet de fout van uit het ééne uiterste in het andere te vallen.

Ook in dat andere uiterste schuilt zeer ernstig gevaar.

Één uitersfe, (\^? : im uitkomende, dat men opzettelijk alle vrijere, vroolijke uiting van het u g hart onderdrukt, meer de gal op het bloed, dan het bloed op de zenuwen laat werken, en er nu zeker behagen in schept, om een somber gelaat te vertoonen, en zuchtend, en klagend anderen tot last te zijn.

Ook dit is onnatuur, door de Heillige Schrift niet geboden maar gewraakt.

Een onnatuur, die behagen schept in het maken van zeker geestelijk vertoon, een opzettelijken indruk van vroomheid wil maken, allicht in geestelijken hoogmoed verloopt, en eindigt met het hart ongevoelig te maken voor den gewonen indruk van ons menschelijk leven. Dan is er geen dank, en geen lach van blijdschap, voor het vele goede dat ons van onzen God toekomt.

. Een zucht is er, maar geen loflied.

Altoos een nazeggen van het: «Ik ellendig mensch", maar geen Halleluja op de lippen.

Dit nu is geen treuren".

Treuren" moet uit het hart komen, het moet een uiting zijn van den wezenlijken honger en kommer" die ons innerlijk leven vervult, en daarom heeft het «treuren" dat Jezus zalig spreekt niets, niets hoegenaamd met de gemaakte en straks tot een tweede natuur geworden melancholie te maken.

Men kan wel valschelijk huilen, maar «treuren" is het teedere woord voor een weedom des harten, die geen onoprecht vertoon toelaat.

Of ge treurt of niet treurt han^jt dus van twee dingen af. Vooreerst, of de indrukken, die naar uw hart uitgaan, u blij of droef stemmen, en ten andere of uw hart ontvankelijk genoeg is, om dien indruk in u op te nemen, en er de bewerking van te ondergaan.

In de gelukzaligheid des hemels ware treuren ondenkbaar, omdat er dan niets droefs op uw hart aandringt, en alles omu heen vreelde en glorie is. Ook in het Paradijs zou het geen zin hebben gehad, zoo Adam vóór zijn val ware gaan treuren. Zijns was enkel vreugde en blijdschap.

In onsen staat en stand daarentegen, nu ons inwendig en uitwendig leven inzonk en gebro ken werd, zijn de meeste indrukken die naar ons uitgaan droef en teleurstellend. Lees de dagbladen maar, wier invloed op ons leven thans zoo groot is, en zeg zelf of ze u uit Oost en West, van verre en van nabij, niet bijna dag aan dag allerlei droef bescheid brengen, van onweerswolken die dreigen en van gruwelen en ongelukken die gebeurd zijn, terwijl o, zoo zelden ook maar een enl-: elen dag niets dan loffelijke en blijde berichten de kolommen vullen.

Maar zoo afgestompt is meestal de aandoenlijkheid van ons hart, dat ge keer op keer iemand een half uur lang in zijn courant^ ziej/lezen, om alleiiei bericht van moord en zelfra'oord, van menschen die verdronken ea raenschen die verbrandden, van roof en diefstal, van gruwelijke onzedelijkheid en lage intrige voor zijn geest te laten voorbijgaan, en die dan, alsof zijn hart geen enkelen indruk ontving, st'l het Llail op zij legt, en weer lachend en gel: scherend zijn gesprek hervat.

.Reeds hierdoor b.^grijpt ge iets^ van dat szalig ^ijn ze die treuren", want wie leeft te midden van een v/ersld als de onze, en inleeft /»• en meeleeft met den nood en de zedelijke en maatschappelijke ellende, die hem omringt, zou er bij veel en ernstig nadenken bijna onder neergebogen worden.

Naarmate ge nu vd: ic!er liefde hebt, hebt ge ook minder synip.ühie en dus minder medelijden. Dan trekt ge u al deze ellende niet aan. Ze deert u niet. Ze raakt u niet. Eu., daarom kunt ge aldoor gektjlicrend lachen. - g^Ö^f-

Dat ahoos lachen en pretmaken is Mzoo'proef en blijk ^van uw gemis aan Helde en van de onaandoenlijkheid van uw hart; terwijl omgekeerd, wie veel liefde heeft, - en minder met zich zelf dan met anderen bezig is, gedurig, o, zoo ernstig gestemd wordt, en onder den indruk van al de ellende en al de zonde die heerscht, ook al weent het oog niet, toch treurig gestemd wordt in het hart.

En nu spraken we nog alleen van de gemeene ellende, en de donkere schaduw die op ons menschelijk leven als zoodanig drukt.

Maar voor wie dieper leeft, komt hier nu nog bij, niet alleen zijn persoonlijke verdrietelijkheid en de teleurstelling, die hij bij menschen opdeed, en de ontrouw der Vriendschap, maar veel meer nog de bezorgdheid over het lot en de toekomst van volk en vaderland, en over de demonische geesten die rondwaren, en het allerdiepst de droefheid over het Sion Gods, als Gods naam te schande wordt, of zijn kerk schade lijdt, en zijn wet wordt vertreden.

Denk maar aan wat de Psalmist zong: sWaterbeken vloeien af uit rnijne oogen, omdat zij uwe wet niet onderhouden".

En nu, wie is er onder Gods kinderen, die^ dat den Psalmist na kan zeggen, en die zóó zijn God hef heeft.'

Er is daarom ook wel veel goeds, veel d.at blij stemt en oorzaak van vreugde moet zijn. Wie het danken verstaat, en het niet als een vorm misbruikt, kan geen avond neerknielen, of de stoffe overstelpt hem. En in de natuur, én in de gemeene genade, én in het bijzonder genadeverbond zijn de goedertierenheden des Heeren zoo overvloedig. Ook komt ons van menschen zooveel liefs toe. En zelfs de vogel als hij zingt en de hond als hij tegen ons opspringt brengt iets vriendelijks in het leven.

Vandaar dat wie een aandoenlijk, ontvankelijk hart heeft, zijn onwaardigheid kent, , en in oprechtheid betuigt: vAVie ben ik, Heere, dat al deze weldadigheid mij overkomt", ook ^wel waarlijk in zijn hart die diepe aandoening van vreugde en blijdschap kent, die de apostel op het oog had, toen hij schreef: «Verblijd u te allen tijde."

Maar dan is het echte blijdschap. Niet een kunstbloem, maar een bloem van vreugde ontloken aan den stengel onzes levens. Een hooge blijdschap en dankbaarheid, die niets met den lach der opwinding of der gekunstelde opgewondenheid gemeen heeft.

Niet een heenglijden over zijn hart, maareen leven uit zijn hart, en daarom een vriendelijk zijn jegens menschen en een dankbaar zijn voor zijn God, met een blijdschap die den ernst nooit breekt, en met de sympathie des meêlijdens voor allen nood en bezorgdheid in geen den minsten strijd is.

Én daarom wat Vv'e in onze huizen en samenkomsten noodig hebben is noch dat eindelooze ginnegappen en gekscheren, noch ook de stijfheid der melancholie en de gedruktheid der somberheden, maar een ernstige levenstoon, die door wezenlijke liefde bezield is, die teeken is an een diep leyeiij van een niet heenglijden ver de dingen, maar van een inleven in alle ing met ons hart. v y k s i

Ook wel eens de gulle lach, en een ons ver­ k aken met wat geestig is, maar toch dat als A itzondering, en als regel een toon des levens k elijk een engel Gods dien zou aanslaan, als hij. m nederdaalde te midden van onzen jamitier, en toch tegelijk in dien jammer het oog ontsloot voor de rijke genade waardoor Gods liefde ons dien jammer verzoet.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 juni 1894

De Heraut | 4 Pagina's

„Creuren is beter dan lachen.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 juni 1894

De Heraut | 4 Pagina's