Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Officieele Berichten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Officieele Berichten.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met verkorting uit het Kerkblad vati 14 December.

Verslag der Vergadering van Deputaten van de Gereformeerde kerken in Nederland tot de Zending onder Heidenen en Mohammedanen, gehouden te Zeist, 8 en 9 November i894.-> |^^g

Donderdag 8 November j.l. isÖsife Adriaanse, vroeger herder en leeraar der Gereformeerde kerk te Zeist, op plechtige wijze in het openbaar afgevaardigd tot Zendeling der Gereformeerde kerken in Nederland naar Midden-Java.

Daar een Deputaten-Vergadering dringend noodig was, had het Moderamen die samen geroepen te Zeist, opdat al de broeders tevens bij die afvaardiging konden tegenwoordig zijn.

Die vergadering werd geopend aan den morgen van 8 November. Behalve Ds. Seegers, die door zwakke gezondheid was verhinderd, waren al de Deputaten tegenwoordig; ook de Zending-Director en de Penningmeester.

Na opening der vergadering door gebed, en na het lezen van de notulen der vorige vergadering, werd door het Moderamen rapport van zijnen arbeid sedert de jongste vergadering uitgebracht.

Drieërlei stukken werden als vrucht van dien arbeid ter tafel gebracht: ie een acte van aanstelling; 2e een algemeene instructie; 3e adviezen voor de B.B. Adriaanse en Horstman. De twee eerste stukken waren aan Deputaten gezonden om advies en met enkele opmerkingen teruggekomen.

De Assessor dringt er bij de vergadering op aan om spoedig beslissing te nemen omtrent zijne persoonlijke aanbieding tot het werk der Zending, door hem gedaan, nog vóórdat Ds. A. zich aanbood.

In de morgenzitting hield de vergadering zich bezig met de Acte van aanstelling en de Algemeene instructie. Met enkele wijzigingen werden de concepten aangenomen.

Voor het middagmaal was gezorgd door den heer en mevrouw Hovy, die Deputaten hadden uitgenoodigd, aan te zitten aan den disch door hen bereid.

Alle genoodigden namen daaraan deel, en zeker zal die maaltijd de aangenaamste herinneringen achterlaten.

Inmiddels was het tijd geworden om ter kerk te gaan, en na het zingen van Psalm 121 : 4 en dankgebed spoedde men zich daarheen.

Het kerkgebouw was eivol.

Na het lezen van Ps. 87 werd de plechtigheid geopend door Ds. van Minnen. ZijnEerw. bad, liet zingen Ps. 86 : 5 en sprak naar aanleiding van Genesis 12:2 sWees een zegen". Hij heette allen, ook de verschillende afgevaardigden, welkom, en zeide, dat hij een woord bracht van dien God, die niet alleen wenschen kon, maar het ook kon en zou volbrengen. Aan de eene zijde bevat dit woord een eisch., niet alleen voor Abraham, maar ook voor ons en voor den Zendeling. Hij heeft te woekeren met de gaven, die God schenkt en moet een zegen zijn door de prediking des Woords, door voorbeeld en gebed. Maar dat woord is ook een belofte, waarop ook de Zendeling mag zien. Hij is toch door God gezonden; hij heeft de verzekering, dat het Woord ? niet^ledig zal wederkeeren; de werking des Heiligen Geestes is gewaarborgd; en Christus regeert.

Na het zingen van Ps. 72:3 trad Ds. Donner op, ^die, na een kort woord van inleiding, op indrukwekkende wijze het formulier van bevestiging en uitzending van Zendelingen las. Op de hem gedane vragen antwoordde Ds. Adriaanse met het: Ja ik van gansclier harte", waarop de gemeente zong Ps. 134:3.

Onder het zingen van Ps. 132:6 trad nu Ds. Adriaanse op en sprak naar aanleiding van de woorden in i Cor. 9:16: Want indien ik het Evangelie verkondige, het is mij .geen roem; want de nood is mij opgelegd." In zijne inleiding wees hij op Mozes, die door God bestemd was om Israël uit Egypte te leiden, en wiens leven alzóó door God werd geleid, dat het geschieden zou. Hij vluchtte naar Median en het moest nu wel schijnen, alsof hij nooit naar Egypte zou terugkeeren. Maar verrassend verschijnt hem de Heere om hem ïiaar Egypte te zenden.. Hij wendt pogingen aan om van die taak ontslagen te worden, maar hij moest.

In deze geschiedenis vond hij eenigerraate de zijne. Hij wilde geen vergelijking maken, maar er was toch eenige overeenkomst. Van zijn jeugd aan, was hij met het werk der Zending bekend geworden, en had er altijd veel belang ingesteld en er voor gearbeid. Toen het leven bij hem tot bewustzijn kwam, voelde hij behoefte om naar de Heidenen te gaan en hun het Evangelie te verkondigen. Het gebeurde echter niet; de weg werd versperd. Hij ging studeeren voor predikant aan de Vrije Universiteit, en werd leeraar te Zeist. Rustig mocht hij in die kerk arbeiden. Doch ziet, op eens komt de Heere in den vveg zijner voorzienigheid tot hem, en voelt hij zich gedrongen toch naar de Heidenen te gaan.

Men heeft zich verwonderd, dat hij, leeraar in Nederland, gevestigd to Zeist, Zendeling wordt; maar dat is hem geen roem. Zoo iets doet een mensch niet uit zich zelven; dat moet God in hem werken; dat had de Heere in hem gedaan en daarom zij de roem niet hem, maar den Heere, die hem tot dat werk wil gebruiken. Zijn hand v/rocht de liefde tot de zielen der ellendigen in zijn hart.

Zoo was de twod hem opgelegd. De Heere heeft deze zaak hem op 't hart gebonden, dat het hem niet genoeg was voor de Zending te arbeiden, maar hij moest in de Zending arbeiden. De schuld van Nederland drukte hem op 't geweten.

Toch ging hij niet gedwongen. De Heere maakt gewillig, en dat had Hij ook hem ge-, daan. Het woord van Paulus was ook in dien zin bij hem waar, dat God de nood der Heidenen hem op 't hart had gelegd.

God de eere, die Sion, dat Hij uitleidde, ook getrouw maakt om eene verkondigster van goede boodschap te zijn.

Hij vertrouwt dat andere dienaren hem zullen volgen en zegt: Laat ons niet rusten, totdat Hij. de Christus — zal heerschen tot aan de einden der aarde." Hierop zong de gemeente Ps. 72 : 4.

Ds. Feringa, die was opgetreden om de slotrede te houden, sprak Ds. A. toe als een benijden en beminden broeder, die niet door dwang., maar door drang naar het Zendingsveld ging. sGij zeidet: zoo sprak hij, »dat het U niet zwaar valt, heen te gaan: aar ons betaamt te zeggen: et is wel zwaar. Wijst gij ons van U af, daarom zien wij nog niet van Ü af. Waren we met een kort Schriftwoord begonnen, met een lang zouden we besluiten. Mocht het een beeld zijn, dat, waar ge weinig van God vraagt, Hij U veel zal geven". Dat woord waarover hij spreken zou, vond men in Hebr. 11:13 tot 16. Naar aanleiding van die woorden sprak Ds. Feringa over yide Vreemdelingsreis naar het begeerde doel.'" In dat woord des Apostels was sprake van: een weemoedige belijdenis., b een kloekmoedige houding., c een stoutmoedige weerstand en d een edelmoedige bekroning. Dit alles paste nu op het vertrek van Ds. Adriaanse en zijne echtgenoote. Na het treffend dankgebed zong de gemeente onder blijkbare aandoening Ps. 121:4; waarna de zegen op de scheidenden en de vergadering werd gelegd.

Na afloop der godsdienstoefening kwamen Deputaten weer samen.

Aan Br. Horstman, die ter vergadering was gekomen, wordt een afschrift van de sAlgemeene instructie" ter inzage gegeven.

Thans was aan de orde hetgeen voor den respectieven arbeid van Ds. Adriaanse en Br. Horstman nader te bepalen was. In hoofdzaak is bepaald, dat Poerworedjo de woonplaats van Ds. Adriaanse zal zijn, terwijl Br. Horstman naar Pekalongan terugkeert. Om het vergevorderde uur wordt de zitting gesloten. Dr. Wagenaar dankt.

Vrijdagmorgen 9 uren, wordt de derde zitting geopend met gebed door Ds. Lindeboom. De Assessor was, om noodzakelij ken arbeid, elders voor de Zending, met verlof van Praeses afwezig.

Om der wille van de vaste goederen, die de Ned. Geref. Zending-Vereeniging op Midden Java heeft, en die bij de overname van het Zendingveld en den Zendingarbeid niet formeel konden overgaan, omdat de Gereformeerde kerken nog geen rechtspersoonlijkheid in Indië hebben, was het noodig, dat de genoemde Vereeniging bleef bestaan, maar hare Statuten gewijzigd werden. Deputaten hadden bij de overname tot voorwaarde gesteld het recht om die gevnjzigde Statuten te approbeeren.

Van Dr. Scheurer worden twee brieven gelezen, waarin hij op verzoek van Deputaten, hun een schema voorlegt voor zijn arbeid als Zendeling-arts, en rapport van zijn bezoek aan Solo gebracht, ten einde een geschikte plaats te zoeken, waar hij zich zou kunnen vestigen.

Br. Horstman, aan wien ook, van hetgeen speciaal voor zijn arbeidsveld en werk bepaald is, inzage was gegeven, komt andermaal ter vergadering, en verklaarde, dat hij inzage Van de hem verleende stukken had genomen; dat hij volkomen vertrouwen stelt in de goede gezindheid van Deputaten: en de instruction en adviezen onvoorwaardelijk aanneemt.

De vergadering verneemt zulks met veel genoegen, en zonder hoofdelijke stemming verklaart zij, dat broeder Horstman Zendeling is der Gereformeerde kerken in Nederland.

Na een korte pauze gaat de vergadering weer tot haren arbeid over.

Er wordt gesproken over de B.B. Hoiijsing en Bolwijn, en gevraagd aan het Moderamen of van hen niets is ingekomen. Het Moderamen moet antwoorden, dat Br. Huijsing zijn onlangs herhaald, en nu weer toegezegd schrijven, nog niet heeft ingezonden, en dat van Br. Bolwijn geen jaarverslag ingekomen is en dat hij alsnog evenmin op ons laatste schrijven heeft geantwoord.

Aan Deputaten werd opgedragen, er bij die broeders ernstig op aan te dringen te schrijven; en in 't bijzonder Br. Bolwijn te waarschuwen, bijaldien hij nalatig blijft.

In verband met de belangrijke mededeeling, dat een broeder een bedrag van ƒ 60, 000 aan goederen en gelden had aangeboden tot stichting van een Opleidingsschool wordt over de opleiding jvan grond af" tot Zendeling gesproken; maar ten slotte de zaak der opleiding tot later aangehouden.

Hierop wordt de Vergadering met dankge^ bed gesloten door Ds. Feringa.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 december 1894

De Heraut | 4 Pagina's

Officieele Berichten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 december 1894

De Heraut | 4 Pagina's