Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vierde brief.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vierde brief.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 25 Januari 1895.

Al is de redactie van het Hand., tot mijne niet geringe teleurstelling, op het vraagstuk dat in geding kwam, niet principieel ingegaan, toch laat ik mij daardoor niet weerhouden, om op haar critiek over wat de heer Hovy schreef te dienen van dupliek.

De heer Hovy had er, niet ten onrechte, nogmaals met nadruk op gewezen, dat het bijzonder Hooger Onderwijs tegenover de sofficieele wetenschap" in slechte conditie verkeert, en slechts vrij is in naam.

Zijn kort betoog bedoelde niet een vol-[edig pleidooi, maar was een kreet uit het hart, hem door pijnlijke ervaring van onrecht ontlokt.

Dit prikkede blijkbaar de redactie van het Hand., en, als verstond ze niets van het onrecht dat ons tergt, stelde ze tegenover de klacht, dat het bijzonder onderwijs onvrij is, den uitroep: »Kan grooter vrijheid van onderwijs gedacht worden ? "; en tegenover de aanklacht, dat de. ofRcieele wetenschap monopolie bezit, de verzekering:

»Zoo iets in Nederland niet officieel is, dan is het wel het onderwijs aan de Rijks-universitiiten"

Eerst een kort woord over die goedgeefsche verzekering.

Concreet, niet abstract, wil ik dit toelichten, daar ik wel merk, dat de redactie van het Hand. zich liever aan geen principieele bespreking van het vraagstuk waagt.

Gelijk bekend is, ^heerscht op medisch gebied ook nu weer zeer ernstig verschil van gevoelen.

Aan de ééne zijde staan de dusgenaamde Allopathen, d. z. de medici der oude school; maar tegenover hen staan depiomoeopathen, staat Kneip met zijn geheel afwijkende methode, staat de Leipziger Doctor met zijn Naturheilkunde, staat Graaf Mattei in Italië, en zoovele anderen.

Nu bepaal ik mij, om uoodelooze uitweiding af te snijden, tot de meest principieele tegenstelling tusschen deze geneesmethoden, die der Allopathen en der Homoeopathen.

En ik doe dit te liever, omdat én'tijdens mijn ziekte in 1876, én nu weer bij mijn jongste krankheid, een samenloop van omstandigheden mij heil juist bij de Homoeopathie deed vinden. In i876bijDr. Arnulphy te Nice, nu bij Dr. Mersch te Brussel, en zulks nadat ik in het laatste geval vruchteloos bij twee Allopathen hulp had gezocht.

Persoonlijk ben ik daarom nog allerminst een exclusief aanhanger der Homoeopathic, Maar dit ondervond ik dan toch tot tweemalen toe, en op de meest concrete wijze, dat er metterdaad ook in de methode van Hahnemann kracht ter genezing ligt.

Liet nu de Overheid ten onzent de medische wetenschap vrij, dan zou zij zich uiteraard zoo moeten gedragen, dat geen enkele daad harerzijds voor de ééne of tegen de andere medicatie partij koos.

Ze zou dan óf zich ganschelijk niet met het medisch onderwijs hebben in te laten, ót, liet ze in haar naam onderwijs geven, beide methoden tot haar recht doen komen.

De uitkomst zou dan toonen, welke methode er het best in slaagde leed af te wenden en werkelijk de kranken te genezen.

Zoo doet men dan ook b. v. in Amerika. In de Vereenigde Staten van Amerika Idest de Overheid geen partij, en de uitkomst is, dat aan onderscheidene Universiteiten, zelfs aan ofticieelc, twee medische faculteiten g bestaan, de ééne voor de Allopathen, de andere voor de Homoeopathen.

De staat Michigan b. v. heeft zijn Universiteit, die over de 2000 studenten telt in het kleine stadje Ann Arbor, en aan die Universiteit bestaat niet alleen een Allopathische, maar evenr'-oo een Homoeopathische faculteit, beide even sterk bezet.

Het resultaat nu van deze waariijk vrijzinnige handelwijze is, dat in Amerika nu reeds ruim één derde der medici homoeopaath is, terwijl in ons land en in andere Europeesche landen, waar de Overheid zijdelingschen dwang uitoefent, hoogstens in enkele groote steden één enkele homoeopaath evonden wordt.

De redactie van het Hand. mint ook ransche litteratuur, toch kon het zijn, dat e jongste roman van Léon Daudet (den zoon an Alphonse), getiteld: Les Morticoles (de B ob'datobïd'd^ïs) haar ontgaan was. le Mag ik in dit geval haar aandacht eens op dit sensatie-makend werk vestigen?

Daudet heeft, dit springt terstond in het oog, de charge niet gespaard, maar ook de medici die ik in Frankrijk sprak, gaven toch \^olmondig toe, dat er in zijn werk een fonds van waarheid hgt, en dat zelfs de doctoren die hij opvoert, bijna allen met name bekende medici vertegenwoordigen. En leest men nu die Morticoles, dan ontvangt men zulk een benepen indruk van de medische dwingelandij, waaraan men in Frankrijk onderworpen is, dat de conscientie er tegen in verzet komt.

Nu is het zoo erg ten onzent zeker niet, al is bij onze geneeskundige politie kwalijk de neiging te miskennen, om den Franschen weg op te gaan, iets waartegen men ook in Engeland steeds ernstiger protesteert.

In Italië drijft men het kwaad nog sterker dan in Frankrijk, vooral door den steun van enkele criminalisten; maar nu Daudet den duier ophief, blijkt toch in Frankrijk het kwaad reeds ver gekomen.

En welke is nu de strekking van dit kwaad, het bangst in Italië, zeer erg in Frankrijk, en ten deele ook reeds ten onzent ? Dit, dat de Allopathen leunen en steunen op de autoriteit en op de schatkist der Overheid, om hun methode van genezing exclusief te doen heerschen, en het veldwinnen van elke andere methode zoogoed als af te snijden.

Geen officieele wetenschap ten onzent, roept mijn geachte opponent uit.

Maar toets nu op dit punt dezen uitroep eens aan de feiten.

In welke conditie plaatst de Overheid de Allopathie, en in welke de Homoeopathic? En kan dan ook maar met schijn van ernst gezegd, dat ze tusschen beide geen partij kiest?

De Overheid benoemt drie hoogleeraren in de «geneeskunde en dë kennis der geneesmiddelen", en voor alle drie deze katheders benoemt ze Allopathen.

De Overheid verleent het diploma van arts aan een iegelijk die wat de therapeutiek, aangaat, bewijst de Allopathische geneeskunde te kennen.

De Overheid richt zes kostbare Laboratoria en Ziekenhuizen op, en sluit hiervan alle andere dan de Allopathische methode uit. Een jonkman, die Allopathisch Doctor wil worden, vinut altoos zijn weg door de Overheid geëffend.

Hij volgt de gewone studiën; vindt katheder, pharmaceutisch en chemisch laboratorium, alsmede het ziekenhuis gereed; hem wordt geen ander examen in de geneesmethode en de kennis der geneesmiddelen dan het Allopathische afgenomen; en na vijf, zes jaren studie is hij gereed, om voorts op heel zijn medischen levensweg allen vereischten steun te vinden bij onze evenzeer Allopathisch ingerichte medische politie.

Maar vergelijk hiermee nu eens een jonkman die Homoeopathisch Doctor wil worden. Voor hem doet de Overheid niets dan hem bemoeilijken.

Hij toch moet eerst de Allopathische studiën volgen, en zich aan een Allopa thisch examen onderwerpen, om, is hij hiermee na vijf, zes jaren studie geslaagd, dan pas Homoeopathische studie te kunnen beginnen.

Voorts kan hij deze studie niet in ons land afdoen, daar onze Overheid er geen katheder voor heeft, en door haar geheele inrichting van het Hooger Onderwijs de opkomst van een vrije medische faculteit afsnijdt.

Hij moet dus naar het buitenland, naar Budapesth of naar Amerika, en eerst als hij daar met veel tijdverlies en veel kosten, zich in de Homoeopathische geneeswijze; bekwaamd heeft, wordt hem ja toegestaan, om op zijn wijze te genezen, mits men maar niet vergete dat alle medische macht in het land, door de Overheid gewapend, hem nog op velerlei manier kan tegenwerken.

Voelt nu toch de redactie va.n het Hand. zelve niet, dat dit partijkiezen is; dat elk partijkiezen op wetenschappelijk terrein het ijken van de ééne en het wraken van de andere studie is; en dat, na zulk partijkiezen, tot den gewraakte te zeggen: sik laat u volkomen vrij", weinig anders is dan een bespotting, die van een terging weinig verschilt?

Want wel is het volkomen waar, wat de redactie zegt, dat onze Overheid de hoogleeraren vrij laat in wat ze doceeren willen, maar toen in Leiden Thorbecke en niet Groen van Prinsterer tot hoogleeraar in de Juridische fuculteit werd benoemd, lag toen in die benoeming geen officieele ijking van wat de één leeraarde en de ander bestreed ?

Wat de redactie nog altoos geheel voorbijziet, is, dat de wetenschap slechts zeer ten deele beheerscht wordt door het eigenaardige van iemands studie, maar bijna volstrekt door het beginsel waarvan men uitgaat.

Niet zoozeer die studie, als wel die beinselen staan tegenover elkander. G

De Allopaath gaat te werk naar het beginsel, dat gif door tegengif moet bestreden, de Homoeopaath naar het beginsel: Similia similibus, d. i. dat een verkeerd iets in ons lichaam door een soortgelijk iets moet bestreden.

Op geheel gelijke wijze staan in de Theologische faculteit de beginselen van het natuurlijke en bovennatuurlijke tegenover elkander. In de Letterkundige de materialistische en pantheïstische philosophie tegenover de Christelijke. In de Juridische de rechtsbeschouwing, die met Gods Woord rekent tegenover de rechtsbeschouwing die dit Woord verwerpt.

Het gaat dus niet aan te zeggen, dat de Overheid geen partij kiest, want dat ze bij elke vacature eenvoudig den kundigste neemt. j Of wie zal nu nog staande houden, dat ilderdijk, Groen van Prinsterer. Da Costa, d n zob vfele andfeirai in talent en kunde j onderdeden voor de mannen, die de Over heid hun voortrok?

En nu zegge de redactie niet, dat hetgeen we over de Homoeopathic zeiden niet opgaat, want dat de mannen der wetenschap haar als kwakzalverij brandmerken. Immers wie dat zegt, huldigt reeds daardoor het valsche systeem van een Staatsorthodoxie op wetenschappelijk terrein, en doemt deswege een ieder die afwijkt een wetenschappelijken ketter.

De toepassing hiervan op de Vrije Universiteit stel i^ uit tot mijn laatsten brief.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Vierde brief.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 januari 1895

De Heraut | 4 Pagina's