Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gereformeerde prediking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gereformeerde prediking.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 12 April 1895»

IV.

Is op die wijs de inwendige roeping, naar Gereformeerde belijdenis, in haar tegenstelling met de Doopersche opvatting, - helder ingezien, dan zal voortaan niemand meer zeggen kunnen, dat de inwendige roeping er onder ons niet op aankomt.

Ze is veeleer onmisbaar.

Niet natuurlijk alsof een kerkganger zou kunnen zeggen: Die prediker in mijn gemeente mist de inwendige roeping; derhalve ligt het Woord Gods dat hij mij aanzegt, niet voor mijn rekening.

Jezus sprak er van, dat de steenen haast spreken zouden, en een prediker zonder inwendige roeping is zullï een steen. Tot Bileam heeft God door een ezel gesproken, en een prediker zonder inwendige roeping is zulk een jokdragend wezen.

Ja, al roept de. duivel, op juiste wijze, een: »Daar staat geschreven" uit, gelijk tot Jezus in de woestijn, dan blijft nochtans het Woord het Woord, en zoo gij het hebt aangehoord, oordeelt het u.

Maar dit uitspreken van klanken, die uit de Schrift genomen zijn, heeft nog niets met den ^dienst des Woords" gemeen.

Die »dienst" is heel iets anders.

En dien »dienst" kan niemand naar eisch van het Woord vervullen, tenzij de Koning der kerk hem er toe gevolmachtigd en .bek\yaamd heeft. 1

De Christus, als Koning der kerk, moet zelf in dien dienst present zijn, om door zijn dienaar het innerlijk gemoedsleven zijner gedoopten te bewerken; en waar die werking van^ Christus ; ^[, door zijn dienaar ontbreekt, daar deugt die dienaar niet, en wordt de last Christivniet"||uitgevoerd.

Juist daarom is die inwendige roeping niet iets dat ééns komt, en dan uit is, maar een zaak, die altoos door moet gaan.

De Koning der kerk roept zijn dienaar niet enkel vóór en bij den aanvang van zijn dienst, maar aldoor, al de jaren van zijn dienst, tot eindelijk zijn dienst vol­ ­bracht is.

Telkenmale dat de Dienaar des Woords voor de > vergadering der geloovigen" optreedt, moet hij die stem van zijn Koning hooren, en in gehoorzaamheid aan die roepende stem zijns Konings, in zijn naam, zijn dienst uitrichten.

Predikers, die denken: »Eens riep mij de Heere, " en die nu enkel op die daad van Christus m het verleden - jteren, zijn op weg om te versteenen. De gloed, de bezieling gaat er bij hen uit Ze worden opperlieden, in stee-van bouwmeesters aan Gods huis te zijn.

Erger nog, ze vervreemden de gemeente van haar Christus, en Christus van zijn gemeente. Ze staan aan de levende gemeenschap tusschen Christus en de gemeente in den weg. Ze binden niet, maar maken los.

Daarom is het zoo dringende eisch, dat de Dienaar des Woords in gestadige, levende gemeenschap met zijn Heiland en Zender sta. De werking van Christus die naar zijn kerk uitgaat, moet in hem zieldoordringend openbaar worden. En juist hierdoor moet het hooge doel bereikt, dat de prediker minder om zich zelven, om eigen roep en naam en eere, denke, en meer bekommerd zij om den naam en de eere van den Christus.

Wie op een afstand van den Christus leeft, kan zijn tolk en orgaan in de gemeente niet zijn. Wie niet telkens het roepen van den Christus hoort, kan niet gedurig in zijn naam optreden. Wie niet^elken Sabbat zelf geroepen wordt, kan niet roepen voor zijn Koninkrijk.

Op die voortgaande, telkens weerkeerende roeping van den Koning der kerk kan daarom niet ernstig genoeg worden aangedrongen, en dat zoo menig prediker zoo tobt om een tekst te vinden, en zoo tobt om zijn pre­ , dikatie gereed te krijgen, komt voor een niet gering deel juist daar vandaan, dat hij zelf ongeroepen roepen wil voor deii Heere.

Wie die gestadige roeping van den Koning der kerk kent en eert, heeft het hart vol, en is nimmer verlegen. Wie ze mist is koel en ledig, en rijgt wel volzinnen aan elkander, maar bedient het Woord niet naar den eisch zijns wegs.

Slechts zij men er wel op bedacht, om, niet alleen bij de eerste roeping en zending, maar ook bij die voortgaande roeping, steeds de uitwertdige roeping met de inwendige te paren; beide ineen te laten vloeien; en eerst uit de vereeniging en saamvoeging en ineensmelting van die beide, tot gerustheid en zekerheid te komen.

Anders zwenkt ge toch den Dooperschen weg weer op, d. w. z. schuift ge toch den Christus weer op zijde, om eenzijdig te drijven op den Heiligen Geest, als «? W van den Zoon uitgaande.

En dit stuk nu is nóg moeilijker dan het eerste.

Die Jiitivendige roeping toch is waardeloos, als ze niet, voor ons besef, van Christus' wege tot ons komt.

Nu komt die uitwendige roeping, in den naasten zin, door den kerkeraad tot ons. .

Zonder die roeping van den kerkeraad'15 de prediker geen Dienaar des Woords op den kansel. Het is de kerkeraad, die amb­ e telijk de vergadering der geloovigen bijeenroept, en die aan den prediker opdraagt, in die saamgeroepen vergadering het Woord Gods te verkondigen.

Dit nu zou helderder leven voor het be­ is, sef van den Dienaar, indien de kerkeraad telken weke aan den Dienaar een schrijven zond, waarin hij, kerkeraad, in naam van den Koning der kerk, den Dienaar opdroeg, op dat en dat uur, het Woord Gods in de saamgeroepen vergadering der geloovigen te bedienen.

Zoo toch zou hij er telkens aan herinnerd worden, dat hij geen doorloopend preekmandaat heeft, maar week aan week door de opzieners der gemeente, in Christus' naam, tot den dienst geroepen en gevolmachtigd wordt.

Dat thans dit besef van de telkens wederkeerende uitwaidige roeping bij de Dienaren gemeenlijk zoo zwak is, is daaraan te wijten, dat men te veel op de personen van de opzieners ziet, en zoo weinig op hun ambt.

Vooral op een dorp zijn de opzieners uiteraard gewone plattelandsbewoners, die kerkrechtelijk zwak staan, en licht er toe neigen, om den prediker te laten geworden, en alles te laten afdoen. En maar al te vele predikanten hebben, in plaats van deze tegen het ambt ingaande zienswijze te bestrijden, die veeleer aangemoedigd, en daardoor ingang geschonken aan het denkbeeld, alsof er eigenlijk alleen een prediker was, nu ja, met ook enkele ketkeraadsleden, eenige broeders als ouderlingen en diakenen, er bij.

Over den kansel beschikt dan feitelijk niet de kerkeraad, maar hij. De Dienaar ruilt, preekt of preekt niet, preekt zoo of anders, naar eigen goedvinden, maar dit alles gaat buiten den kerkeraad om.

En hiervan nu is de wrange vrucht, dat de prediker zelf, óf allengs elk besef van uitwendige roeping verliest, ófwel het houdt, maar dan op Roomsche wijze, als ware hij een ander mensch dan de gewone menschen, een mensch met een predikatie-en sacramentsbrevet.

Dit nu verwoest het Gereformeerd karakter van de predikatie, van het ambt, en ten slotte van de gemeente.

Zoo toch raakt de Christus als Koning zijner kerk uit het ambt, uit den dienst weg.

Het is niet meer Christus die uit den hemel zijn geloovigen regeert; die in hun midden het Woord zijner majesteit spreekt; die uit de gemeente zijn ambt doet opkomen; en zijn ambtsdragers, door den Dienaar, het Woordt doet bedienen; maar het wordt alles in lagen zin gewoon menschelijk.

Een man, die preekt; eenige andere mannen, die er als ouderlingen en diakenen bijzitten; en een gemeente die dien predikenden man aanhoort.

Juist als bij een gewone lezing. Een moderamen, een lezer, en het publiek.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 april 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Gereformeerde prediking.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 april 1895

De Heraut | 4 Pagina's