Buitenland.

Duitschland. Een noodkreet. Een Theologische Evangelische Faculteit.

De moderne 'theologie heeft het zoover gebracht, dat er diepe ontroering en ongerustheid en een groote scheur door de Rijnlandsch-West phaalsche kerk gaat. Het zijn niet alleen de pastorale conlerentiën, die hunne veelbesproken protesten en agitatiën doen uitgaan; het zijn geen scharen van afzonderlijk staande personen, al zijn het ook duizenden, die zich tot het bewaren der kerkelijke belijdenis vereenigdhebben; maar het zijn de geroepen vertegenwoordigers der gemeenten in hunne presbyterieën enz. zelve, die hunne stem verheffen en zich tot de opperste besturen wenden, met den cisch: »Niet verder! het is te veel, en veel te veel.”

Zoo vangt een artikel in de Allgem. Ev. Luth. Kirchenzeit. aan. Het is eene noodkreet, die daarin wordt aangeheven; eene noodkreet, omdat men gevoelt, dat de omheining is omvergeworpen en dat de wijnberg wordt omgev/oeld. De ge dachte van Rodelschwing, om eene theologische faculteit onafhankelijk van den staat te stichten, is als een bliksemstraal, die een schel licht doet vallen op den toestand. Die gedachte is te beschouwen, als te zijn voortgekomen uit de overtuiging: het kan zoo niet langer. Men is vooral verontrust over het feit, dat de jongere predikanten over het algemeen de z.g. nieuwe richting volgen. »Het verderf is in de jeugd van den geestelijken leeraarsstand ingedrongen en heeft zich daar vastgezet, " aldus klaagt men.

Als een staaltje, hoe jonge predikanten te werk gaan, meldt men het volgende: »Wan neer een jong predikant bij een huisdoop niets beters bij het doopfeest als geestelijk voedsel weet voort te zetten, dan dat hij met zijne nieuwe medische wijsheid. Abraham of andere heilige personen der Schrift op het tapijt brengt, om op te .merken, dat alles, wat daarvan medegedeeld wordt, slechts sagen en vertelseltjes zijn, enz., zoodat men hem moet verzoeken, dat hij zulke gesprekken zal nalaten, om de doopgasten en het familiefeest daardoor niet te verwoesten, dan wijst dit niet enkel op een gebrek aan verstandelijk inzicht, maar op een diep redelijk gebrek, waardoor iemand zich weinig geschikt betoont, om het geestelijk ambt te vervullen."

De vraag is daarom op zijne plaats, wat men in de gemeenten met zulke onbekookte lieden aanvangen zal. Dan was het nog beter in den tijd, toen het rationalisme zijne triumfen vierde. Toen sprak men bijv. op Paschen op den kansel over het nut van eene frissche wandeling, en beijverde zich de predikant, om de landbouwers voor te lichten omtrent hun bedrijf.

Wat het plan tot het stichten van een vrije Evangelische-theologische faculteit aangaat, hieromtrent kunnen wij nog het volgende mededeelen: Men was van plan deze faculteit tè stichten te Herford. Eene reeks ^kerkelijk positieve professoren" zal daarvan lid worden. Het beroepen van de hoogleeraren geschiedt door een vrij comité, dat door het recht van coöptatie in de gelegenheid is, zich telkens in denzelfden kerkelijken geest aan te vullen en uit te breiden. Aan deze faculteit zullen de jonge theologen ongeveer de helft van hun studietijd kunnen doorbrengen, om dan nog drie jaren aan de academie door te studeeren. Men hoopt, dat het verblijf te Herford zooveel zal uitwerken, dat de jongelieden, die daar geweest zijn, gewapend zijn tegen de gevaren van het academieleven en tegen de tegenwoordig in zwang zijnde academische leerwijze.

Men meent, dat dit plan wel voor uitvoering vatbaar is, omdat de minister van eeredienst het heeft geopperd, en daarom de uitvoering mogelijk maken zal. Men meent, dat men ook finantieel wel in staat zal zijn, om de kosten voor eene vrije Evangelische faculteit te bestrijden, wanneer elk lid van ide vereeniging van de vrienden der kerkelijke belijdenis" jaarlijks voor de faculteit 10 mark (ƒ 6) geeft. Men wil niet aan enkele academiën eenige hoogleeraren aanstellen, die als rechtzinnige mannen een tegengif geven voor het vergif van het ongeloot, dat den studeerenden wordt geboden door de officieele professoren, neen, men wil eene theologische faculteit heljben, om de opleiding van de aanstaande dienaren des Woords in de goede richting te krijgen. Jammer maar, dat Rodelschwings plan niet verder gaat, en niet de geheele opleiding lot den dienst "des Woords door eene vrije corporatie wil laten geschieden. Zoo doet men half werk, en blijft men hinken op twee gedachten. De fout zit bij onze Duitsche broeders hierin, dat zij eene vrije Evangelische-faculteit niet in beginsel noodzakelijk achten, maar alleen, omdat de staats-universiteiten zoozeer door het ongeloof verdorven zijn.

De Reform Kirchenzeitung betreurt het, dat men de zaak een > Contessioneele beperking" geven wil, d.w. z. zij vindt het niet goed, dat men uitsluitend eene Luthersehe-ïa.ca\\.é^t wi stichten. Ook wij achten het ongerijmd, dat »de vrienden der kerkelijke belijdenis", waaronder Lutherschen en Gereformeerden gevonden worden, gaan ijveren voor eene faculteit, die uitsluitend Luthersch is. Maar waarom zoeken de Gereformeerden niet eene vrije faculteit op Gereformeerden grondslag te verkrijgen? Dan toonden zij metterdaad, dat zij vrienden zijn van hunne belijdenis. De Lutherschen meenen echter, dat de Gereformeerden best voor hunne Luthersche faculteit kunnen bijdragen, omdat het wel gebeurd is, dat Gereformeerde studenten met vrucht de colleges van orthodoxe Lutersche professoren hebben gevolgd. In elk geval is het plan van Rodelschwing een levensteeken, dat met blijdschap moet worden begroet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen