Nog eens melkleverantie.

De heer S. Sinneman, te Garijp, is zoo vriendelijk geweest te voldoen aan ons verzoek, en heelt ons een korte beschouwing van meer practischen aard toegezonden over de leverantie van melk aan de zuivelfabrieken op Zondag.

Ziehier wat hij ons meldde:

GARIJP, 30 April 1895.

Hooggeachte Redacteur !

In de Heraut van 21 April j.-l. naamt U mijn ingezonden stukje op in uwe kolommen met een onderschrift van uwe hand. U waart dankbaar, maar — niet voldaan. Wat U tevens hadt gewenscht werd duidelijk uit eenige door U gestelde vragen. Ik wil niet ontkennen, dat mijn stukje eenige toelichting behoefde, wat aangaat de handelwijze met de melk, die des Zondags moet overstaan en wat daarmee in verband staat. Ik gaf het echter als een getuigenis tegen dat van velen, die zeggen: de zuivelfabriek kan des Zondags niet stil staan; en tevens hield het eene opwekking in van ons Gereformeerde volk, om waar sprake kan zijn van het oprichten eener f abriek, ook hierin het beginsel te huldigen: de Zondag moet geheiligd worden.

Natuurlijk hangt in deze alles af van het bestuur of de directie der coöperatie. Zij zoekt een directeur en stelt de voorwaarden, waaraan hij, die melk aan de fabriek wenscht te leveren, moet voldoen.

Heeft iemand bezwaar op Zondag te leveren, dan moet de^e veelal nu zijn melk van dien dag houden, of hij mag in 't geheel niet leverej, zoodat hij of blijft zitten met zijne melk van één dag, of zijn bezwaar moet overwinnen, of ook zelf moet blijven karnen. Daarom moet van meet af bepaald en vaststaan: Zondags mag de leverantie aan de fabriek niet plaats hebben. Dat zulks kan, daarvan is de inrichting alhier een sprekend bewijs. Zij werkt uitstekend en om het gezegde: ja, die kleine fabriekjes rusten wel meer op Zondag en dit kan wel, maar de grootere moeten werken — allen grond te doen missen, meldde ik, hoe groot het aantal liters per dag is, dat gemiddel 1 hier verwerkt wordt.

Maar kan men vragen: hoe maakt ge het dan met de melk, die de boer des 2ondags thuis houdt? Hierop kan ons antwoord kort zijn: De boer, die aan de fabriek levert, is of wordt verplicht de melk van Zondag te koelen. Het spreekt vanzelf, dat de vele beschikbare melk des Maandags veel drukte aan de fabriek geeft. Dan evenwel begint zij des morgens zéér in de vroegte en werkt dezen dag langer dan gewoonlijk, wat bij geen der werklieden bezwaar oplevert, omdat hun de ruste op den dag des Heeren lief is en hun loon voor 6 dagen ook niet minder is dan dat van huns gelijken, die 7 dagen in andere fabrieken werken. De loonen worden niet per uur berekend, maar bij de week, zoodat dit geene moeilijkheid geeft.

De zesdaagsche arbeid brengt, wat de afzet betreft, geene storing te weeg. De boter wordt geregeld 2 maal per week naar het buitenland verscheept, waarop de Zondagsrust geen invloed heeft.

Wat voorts het oprichten van fabrieken betreft en het kapitaal daarvoor vereischt, het gaat moeilijk hiervoor vaste regelen op te geven, daar met plaatselijke toestanden gerekend moet worden.

Wie eene fabriek wil doen verrijzen, rekent met het beschikbare kapitaal, zoekt gegevens en informeert natuurlijk daar, waar hij inlichtingen kan bekomen, opdat met kans op slagen de fabriek kan opgericht worden.

Ik eindig met den wensch, dat ook in deze zaak meer het beginsel van Zondagsheiliging op den voorgrond trede. Met dank voor de plaatsing, ben ik, hooggeachte Redacteur,

Met heilbede

Utü. dienstw. dien.

S. SINNEMA.

In dit schrijven is veel dat licht geeft; vooral de wetenschap, dat de melk van Zondag, mits afgekoeld. Maandag kan worden geleverd, verwerkt en met gelijke winst productief gemaakt.

Vooral, zoo dit in de warme zomerdagen ook gaat, lost dit heel wat bezwaren op.

Alleen zouden we wel gewenscht hebben, dat voor de oprichting^ van zulk een fabriek eenige uitgewerkte gegevens waren verstrekt.

Het is toch voor een klein aantal zuivelboeren, die Zondags in een bepaalde streek melk leveren willen, van hoog belang te weten, hoe zij het moeten aanleggen, om het doel te bereiken.

Een opgave van een twintigtal fabrieken, wat kosten van aanleg, verwerkte melk, en verkregen resultaten betreft, zou door de vergelijking van groote met kleine en kleinere fabrieken, wel terdege zekere gegevens aan de hand doen, die tot leiddraad kunnen strekken, al geven we. natuurlijk den heer Sinnema volkomen toe, dat zeer veel hierbij afhangt van 'plaatselijke omstandigheden.

KUYPER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen