Buitenland.

Duitschland.

Houding van het kerkbestuur der Rijnprovincie tegenover de theol. faculteit te Bonn.

Bekend is het, hoe verleden jaar het houden van een sFeriëncursus" aanleiding gegeven heelt tot een bitteren strijd op kerkelijk gebied. De hoogleeraren van de theologische faculteit van de Universiteit van Bonn hadden zich er toe geleend, om in hunne vacantie eene reeks voordrachten te houden voor predikanten, ten einde hen op de hoogte te stellen met de vorderingen der theologische wetenschap in de laatste jaren. Doch vooral de hoogleeraren Meinhold en Graf maakten het in hunne voordrachten zoo bont, dat men in rechtzinnige kringen èr ernstig protest tegen moest teekenen.

Eerst kon men over dien sFeriëncursus" alleen oordeelen naar de verslagen, die er van in de bladen gegeven werden. Doch daarna werden de voordrachten door de hoogleeraren die ze gehouden hadden in het licht gegeven en nieuwe ontroering was het gevolg er van.

De Bonnerferiercursus werd toen aanleiding, dat men zich ernstig de vraag ging stellen: sGaat het langer om de aanstaande dienaren des Woords over te geven aan de leiding van mannen, die zoo onbeschroomd alles loochenen wat den Christen dierbaar is ? " Verschillende plannen werden toen gemaakt, om aan die misstanden een einde te maken. Vooral de predikant Von Bodelschwing wist de harten warm te maken voor de gedachte van eene vrije theologische faculteit, waaraan de aanstaande candidaten tot den heiligen dienst, althans voor een deel, hunne opleiding zouden ontvangen. Doch van hooger hand, namelijk.van den president van den opperkerkeraad, Dr. Barkhousen werd dit plan zoo hevig bestreden, dat het scheen alsof men den moed in de schoenen liet zinken, om ook maar dit halve plan ten uitvoer te brengen. En zoo is het dan geschied, dat men dit plan opgaf om het denkbeeld te gaan koesteren, om mannen van positieve richting te brengen^tot^ het amjbt van hoogleeraar.

Dit is een mager resultaat, doch men troost zich met de gedachte, dat men in Bazel een 60 jaren geleden ook zoo gehandeld heeft en daardoor in het bezit kwam van eenige theologen die ges: hikt waren, om een theologische leerstoel te bezetten en die zich het Evangelie van Christus niet schaamden.

Het wordt in Duitschland al een belangrijke schrede voorwaarts genoemd, namelijk in de kringen van menschen, die het goede voor kerk en vaderland zoeken, dat het consistorium van de Rijnprovincie gev/eigerd heeft, het program van den »P"eriencursus" in het kerkelijk ambtsblad te publiceeren. Dit is zeker voor de Bonner hoogleeraren in de godgeleerdheid eene bittere pil geweest. De liberalistische pers heeft van die weigering haast geen melding gemaakt, maar er blijkt toch duidelijk uit, dat de mannen die de kerk besturen, niet homogeen zijn met de mannen, die de theologische leerstoelen bezet houden. Zoo ver is het nu gekomen, dat een consistorium niet meer in staat is de uitdrukkelijk voor zijne predikanten bestemde voordrachten van de theologen der landsuniversiteit aan te bevelen, maar door deze te ignoreeren, zijn geweten moet vrij maken. De ontgoocheling in het vorige jaar was te groot. Men had van de vacante cursussen verwacht, dat zij de belangen van de predikanten en van de landskerk zou bevorderen, doch in plaats daarvan is de grootste verwarring en onrust voor het kerkelijke leven geoogst, geheel afgezien van de geringe wetenschappelijke beteekenis van gene referaten. Wij verstaan het, dat het consistoriuns»zich ditmaal van meetaf terugtrok, ofschoon de namen van Meinhold en Graf op het program niet voorkomen. Zooveel moet uit dit nieuwste feit afgeleid worden, dat de verhouding tusschen theologie en kerk zeer krank geworden is. Het is hoog tijd, dat de vertegenwoordigers der moderne wetenschap eindelijk tot het inzicht komen, dat zij geen «staatsambtenaren" zijn, welke geen plichten voor het volk en voor de volkskerk hebben te vervullen, maar alleen voor sde vrije wetenschap" hebben te leven. Hare roeping is veelmeer voor haar deel aan den bouw der kerk mede te werken, niet haren opbouw te verhinderen en geen verwarring binnen hare muren te stichten. Het onzinnig drijven der theologische wetenschappen moet een einde nemen, zullen niet de theologische faculteiten groote schade lijden. Of zouden zij kunnen bloeien wanneer zij, die het kerkbestuur in handen hebben, eene af keerige houding'tegenover haar aannemen zelfs voor haar waarschuwen? Aldus laat, zichg de Allgem. Ev. Ltith. Kirchenzeittmg hooren, een orgaan dat het gevoelen van de positieve Lutherschen in den regel goed vertolkt.

WINCKEL.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen