Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE WAGENMAKER.

III.

BIJ DEN DOKTER.

De derde van het gezelschap, een man van een dertig jaar, (de beide anderen waren ouder) was een Duitscher, die in het keizerlijk leger diende, gelijk we reeds zagen, en daar een rang bekleedde, wij zouden zeggen van onderofficier. Hij - was 't die den dokter had opgezocht; waairtoe dat zullen we hooren.

Toen de dokter op de vraag, of hij de bedoelde persoon was even geantwoord had, vestigde de generaal een langen doorboorenden blik op zijn gastheer — iets wat den laatste minder scheen te bevallen. De generaal ging voort:

»Gij weet ongetwijfeld, dat er ook wel menschen dokters heeten die 't niet zijn niet waar ? "

»Zeker", sprak de ander verbaasd.

„Ook wil ik u herinneren", vervolgde Vives bedaard, »dat er menschen zijn die voordeel behalen door valsch geld in omloop te brengen, of aan jonge onervaren menschen te leenen tegen woekerwinst; ook zijn er wel, die 't geld dat voor de kerk door vrome menschen bestemd is, in hun eigen zak doen verdwalen en weer andere die 't gewin liever hebben dan 't geweten."

De dokter gaf geen antwoord.

JNU ik u dat alles herinnerd heb", zoo ver­ . volgde Vives, kalm en ernstig", moet ik u eerst verzoeken volkomen te zwijgen tegen iedereen over hetgeen ik u verder zal meededen. Ik heb u een voorstel te doen: gij kunt ja of neen er op_ zeggen. Maar hoe ge ook doet, ge moet zwijgen. Ge begrijpt wat er anders volgt."

De dokter knikte. Hij wist maar al te goed wien de generaal bedoeld had, toen deze aan zoo velerlei herinnerde, en hij begreep hoe die hem onbekende hooge heer elk oogenblik een boekje van hem kon opendoen en er dan niet veel goeds volgen zou. Hij waagde het alleen te vragen:

„Mag ik ook weten wie mij de eer aandoet tot mij te komsn? "

„Ik ben generaal Vives, in dienst van Zijn KeizerKjke Majesteit, " luidde het trotsche antwoord, als wilde de spreker zeggen: ik durf mijn waren naam noemen, en dat is meer dan gij den moed zoudt hebben te doen."

»En nu, luister, " vervolgde de generaal. sGij hebt van ons niets te vreezen, integendeel veel te verwachten. Doch weet dit, roert ge uw mond of verraadt ge ons, dan ligt uw vonnis geteekend. Gij hebt begrepen, 't behoeft ons maar één woord te kosten."

De dokter sprak dit niet tegen; hij begreep trouwens dat het in zijn voordeel was te doen wat de generaal zei en luisterde opmerkzaam.

»Ik heb u dit voor te slaan, " sprak de generaal. ïMet dezen officier, uw landgenoot, en een man van eer, zult gij een moeilijken tocht ondernemen. Er is veel bij te wagen, maar ook veel te winnen."

De listige oogen van den dokter flikkerden.

„Zijt ge ooit in Constanz geweest f"

„ja."

„Kent men u daar? "

„Neen; het is meer dan 20 jaar geleden. Ik heb er toen twee jaar gewoond en ken de plaats zeer goed. Maar ik ben sinds dien tijd zoo veranderd en verouderd, dat wel niemand mij meer zal kennen. Ook heb ik er geen vrienden."

„Des te beter; luister nu. Gij gaat met dien heer mede ea hebt slechts nauwkeurig te doen wat hij_ u zeggen zal en hem te helpen waar 't noodig is. Gij hebt niets bijzonders, gevaar­ t lijks te doen, niet te vechten of wat ook. Maar de geheele zaak is gevaarlijk. Want ontdekt men wat gij eigenlijk komt doen, dan wordt gezonder genade opgehangen."

„Dan moet ik zeker verspiederswerk doen."

„Juist; het verdere zal u later gezegd worden. En nu, vierduizend daalders zijn er meê te verdienen als ge na een'maand mij kunt berichten wat ik weten moet. Voor reisgeld en wat ge meer behoeft, zorg ik. Doch als gezegd, verraadt gij ons, dan zijt ge uw leven niet meer zeker."

De dokter dacht echter blijkbaar aan geen verraad, maar veelmeer aan het beloofde geld en sprak:

„Vierduizend daalders! bedenk wat ik waag, generaal. Vopr zoo weinig heb ik mijn leven niet veil."

„Weinig", riep de ander verbaasd, die werkelijk een voor dien tijd hooge som had genoemd.

„Maak er vijfduizend van, " sprak de dokter, sen alles is in orde."

„Ik ben hier niet gekomen om te bieden en te schacheren", sprak Vives, die tevens begreep dat hoe meer hij bood, hoe minder de kans werd dat de dokter, om nog meer te verdienen, heel 't plan zou bekend maken; sik sla toe. Deze officier is getuige, zoowel van mijn toestemming als van de uwe. Plet nadere zult ge hooren. Overmorgen komt deze officier weder."

Meteen rees Vives op en stapte, zonder den dokter met een blik of een groet te verwaardigen, trotsch naar de deur, gevolgd door zijn metgezel. Beide deden weer hun mantels om.

De gastheer schoof haastig de grendels weg en geleidde het tweetal naar hun voertuig. Met behulp van den knecht leidde men 't paara voorzichtig naar den grooten weg, en de reizigers vertrokken van de plek en verdwenen in de duisternis.

s't Is een Hstige, doortr^te vos, die dokter", sprak Vives tot zijn makker, »hij heeft heel wat op zijn geweten. Maar juist zoo een hebt ge er t bij noodig. Hij heeft het werk meer bij de hand gehad."

’t Was jammer, dat de generaal geheel vergat hoe menschen als de dokter hun booze bedrijven zeker moeielijk zouden uitgevoerd hebben, als niet lieden gelijk Vives zelf hem er de gelegenheid toe boden. Misschien begreep de officier dit ook, en hij antwoordde alleen:

»Ik ging ook liever met een braaf soldaat. Maar de kerel weet zich overal door en uit te helpen, en zoo een hebben we noodig."

Wat er nu geschieden moest, zullen we weldra weten.

AAN VRAGERS.

Onze lezer L. te A. vraagt hoe de uitdrukking : »Wiens brood men eet, wiens woord men spreekt", te verstaan is. Moet ik dan, vraagt hij, ook tegen mijn overtuiging in handelen, als mijn patroon, of hij wiens brood ik eet, het verlangt ?

Het antwoord is eenvoudig: Natuurlijk niet. In 't geval dat onze vriend er bij aangeeft, is dit al duidelijk en van vele andere ook. Als iemand werk voor een ander verricht, is hij als arbeider zijn loon waard, maar dit wil niet zeggen dat hij ook in het verkeerde de wenschen van zijn meester heeft te volgen. Als de baas den knecht op sterken drank onthalen wil, of hem een kaartje geeft voor den schouwburg of geld om op Zondag uit te gaan, dan moet de knecht dat weigeren. Ten eerste omdat dit alles niet deugt en ten tweede ook, wijl dat niet het loon is voor werk dat men van hem eischen kan.

Doch de fout zit bij vriend L. hierin, dat hij als een gebod of regel opvat, wat niet anders is dan een gezegde, om aan te duiden hoe het gewoonlijk gaat. Er zijn veel zulke uitdrukkingen, bijv.: ndanks is s'werelds loon; de gelegenheid maakt den dief; een kat in den zak koopen enz. Dit wil niet zeggen: ij moet daarnaar handelen, maar: oo gaat het veelal. Zoo ook hier. Want niet klein is 't getal dergenen die, om hun meester maar te believen, ook het kwade doen als hij 't wenscht. Wil vriend L. een goeden regel hebben, dan kan hij dien vinden in Ef. 6:5, 6 en 7 en Coll. 3:22 en 23.

CORRESPONDENTIE.

M. G. M. te R. Daar het gezondene voor een deel te laat kwam voor dit nr., gaven we het een andere bestemming, zoo dat het doel toch bereikt wordt en zullen zorgen dat u 't bewijs daarvan ontvangt. Op de vraag geven we spoedig antwoord. Uw adres wilt ge zeker aan den ondergeteekende wel opgeven.

HOOGENBIRK,

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1895

De Heraut | 4 Pagina's