Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De nieuwe uitgave van den ouden Bijbel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nieuwe uitgave van den ouden Bijbel.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 6 Sept. 1895.

Terecht is in onze meeste kerkelijke bladen de aandacht gevestigd op & e.n Flakkeeschen BijbeJ, die thans'voltooid is.

Wat men aanvankelijk niet zoo inzag, heeft men thans meer algemeen begrepen, t. w. dat deze uitgave niet op één lijn was te stellen met vele andere uitgaven van den Bijbel, die de laatste halve eeuw het licht zagen, maar dat hier een uitgave van eigen soort werd aangeboden.

Dit verschil ligt niet daarin, dat zij die deze 'vroegere uitgaven ondernamen, niet in menig opzicht een doeltreffend werk hadden geleverd, en minder recht zouden hebben op onzen dank.

Integendeel, waren de genootschappen en de particuliere uitgevers niet reeds sinds jaren tusschen beide getreden, en had ons volk moeten teren op onzen ouden Gothischen druk, dan zou het van Gods 'Woord vervreemd zijn geraakt, en in huis en op school en in de kerken zou er een gebrek aan Bijbels zijn ontstaan, zooals nog nimmer gekend was.

Dat die nood is ingezien, en dat genootschap en particuliere ondernemingsgeest daarop de hand aan den ploeg heeft geslagen, om Bijbels bij duizenden en bij tienduizenden onder het volk te verspreiden, blijft daarom de onvergankelijke verdienste dier vroegere uitgaven. En al viel er op die uitgaven ongetwijfeld een en ander af te dingen, het was toch tienmaal beter dat ons volk zijn Bijbel in dien min ot meer gebrekkigen vorm, mits in voldoend aantal exemplaren ontving, dan dat de Schrift schaarsch als het diamant ware geworden, en alleen de rijke in eigen huis zijn Bijbel had kunnen bezitten.

Die toestand heeft vroeger bestaan.

Toen de Bijbel nog niet gedrukt, maar met de hand tiitgeschreven werd, liep elk exemplaar zoo hoog in prijs, dat een gewoon man niet aan het koopen van een Bijbel denken kon, en feitelijk mag gezegd, dat het eerst sinds drie eeuwen is, dat voor elk Christelijk gezin de mogelijkheid, om een eigen Bijbel te bezitten, ontstaan is.

Vooral in ons land is de Schrift steeds ruim verspreid geweest, en zoo ^vas het uitnemend, dat er ook in onze eeuw gezorgd is, om die verspreiding op nog ruimer schaal te doen plaats hebben.

De kerken trokken zich in dat tijdperk de zaak niet aan. Dus moesten de genootschappen wel optreden, en het particuliere initiatief volgde.

Hieruit zou dan ook het minste ongerief niet onstaan zijn, indien het een quaestie van letterlijk overdrukken ware geweest. Ook dan zou nog slordigheid aan goede correctie in den weg hebben kunnen staan. Maar dit euvel kon niet zoo zwaar wegen. Ook de Bijbel van 1637 krioelde nog van drukfouten, en ook na 1652 waren de drukken nog allesbehalve zonder vlek of rimpel.

Drukfouten zijn bijna niet volledig te keer te gaan. Bij het eindeloos turen op de letters speelt de gelijkvormigheid der lettertypen u toch altoos weer parten. En waar zelfs in de dagen onzer vaderen de foliouitgaven met fouten besmet bleven, kan men het onzen latcren uitgevers niet te euvel duiden, dat ook hun uitgaven niet foutvrij bleken.

Neen, het eenigsi: ongerief waarvoor men z stond was, dat ook op taalgebied het tij en tot - .jp Kckere hoogte een auü.., re i; .< Auicr van sprckcu en van schrijven in zwang was gekomen. De taal is een levende plant die vergroeit en zich vervormt. En zoo is het volkomen natuurlijk, dat wij anders gingen schrijven en ons anders gingen uitdrukken, dan onze vaderen dit voor drie eeuwen hadden gedaan.

Het oude Engelsch ziet er zoo heel anders uit dan het Engelsch van nu. Zoo is het met het oude Duitsch, met het oude Fransch, uit Calvijns dagen. Verloop en vervorming en vergroeiing is er in elke taal, die nog leeft.

Wat stond im te doen, om de hierdoor voor ons volk verduisterde Staten-overzetting weer voor de kinderen onzes volks op te helderen?

En dan aarzelen we geen oogenblik uit te spreken, dat het allerwenschelijkst ware geweest, dat we ons in zulk een bloeienden kerkdijken toestand hadden mogen verheugen, dat reeds voorjaren een wettige Synode nogmaals had kunnen doen, wat de Synode van 1619 deed, en een nieuwe overzetting gelasten.

Na twee en een halve eeuw zou dat het raadzaamst en het profijtelijkst zijn geweest, opdat onze kerken zich nog zuiverder dan dit aan onze vaderen vergund was, in het genot van den echten inhoud der Schrift hadden mogen verheugen.

Doch, helaas, hieraan viel niet te denken.

De kerkelijke toestanden waren te verward, de academies te bedorven, de kerkelijke beurs te slecht gevuld, het algemeen vertrouwen te wankelend.

Een nieuwe overzetting eischt overvloed van kunde en talent, welgevulde beurs, eenheid van inzicht en overtuiging, en van de zijde der kerken mild en onbepaald vertrouwen, zal zulk een nieuwe overzetting niet een twistappel té meer worden.

In zoo gelukkigen toestand nu verkeerden we niet; en voor zoover er Synoden van Gereformeerde kerken saamkwamen, hebben deze aan de Haagsche Synode van het Genootschap de twijfelachtige eer gelaten, om, in zoo troebele tijden, een nieuwe overzetting te ondernemen, die, om der tijden troebelheid, vanzelf een partijwerk worden moest.

Feitelijk bleef er dus niet anders over, dan bij de Staten-overzetting te blijven, maar die Staten-overzetting te geven, alsof ze. nu eerst op het papier ware gebracht, en nu eerst ware gedrukt.

Dien weg hebben de genootschappen en de particuliere uitgevers dan ook ingeslagen, en bijna alle uitgaven die deze eeuw het licht zagen, stelden zich dit en niet anders ten doel, edoch zonder dit doel te bereiken.

Eerst door ervaring moest men ook hier wijs worden.

Want, o, het scheen 'zoo makkelijk en zoo eeuvoudig, die oude overzetting pasklaar voor onzen tijd te maken. Men las het maar zoo wat anders, op de manier van een voorlezer, die den Gothischen tekst voor zich heeft, en onder het lezen dien tekst wat moderniseert.

De uitgevers dachten er dan ook niet aan voor zulk een werk wetenschappelijke mannen aan te zoeken, noch ook om er eenige som van aanbelang voor op te offeren.

Dat zoo wat|omzetten en wijzigen van den tekst kon de eerste de beste wel doen. En voor ende, en hunne voor hare, en zoo meer. Lezen kunnen en zijn spelling van buiten kennen was hier voldoende.

Men wist nog niet, men zag niet in en begreep niet, dat hier kennis van het Hebreeuwsch en Grieksch, kennis van de toenmalige theologie, kennis van uitlegkundige onderscheidingen, kennis van de toenmalige en kennis van de tegenwoordige taal vereischt werd, en dat eigenlijk alleen wie als theoloog goed in onze Gereformeerde theologie en als taalman in onze Nederlandsche taal thuis was, aan zulk een werk genoegzame leiding kon geven.

Daar nu Dr. Kuyper aan de Vrije Universiteit én over de Gereformeerde theologie én over de Nederlandsche taal-en letterkunde én over het Hebreeuwsch college geeft, ried men aan de Flakkeesche Drukkerij aan, even bij hem aan te kloppen.

Zoo deed men, doch kreeg ten antwoord, dat dit werk voor één man veel te veel was, en ook dat één man niet in alles kon beslissen; dat hier hulp en raad van nog andere, kundige theologen, en evenzoo hulp en raad van taalkundige specialiteiten noodig was.

De zaak was voor één man veel te omvangrijk, de te nemen beslissing vaak veel te moeielijk, het inzicht van één man veel te ondiep. Op ééns mans naam kon en mocht zulk een zaak niet drijven. En zoo is eerst door de gereede medewerking van de HH. Dr. Bavinck, Dr. Kluyver en Dr. Rutgers de onderneming mogelijk geworden.

Jarenlang is er toen aan gearbeid, en de Flakkeesche Drukkerij, het moet tot haar eere gezegd, heeft, naarmate het belang en j de beteekenis van deze uitgave haar duidelijk werd, zich op lofwaardige wijze ingespannen, om deze uitgave in elk opzicht in schoon gevi^aad het Hcht te doen zien.

Deugdelijk papier, heldere druk, kostelijke band. En voorts fraaie vignetten, antieke platen, vier keurige landkaarten door Dr. Woltjer naar de nieuwste ontdekkingen bewerkt, en een fraaie schets van Israëlietische oudheden. Zelfs het geslachtsregister is niet vergeten.

Een werk op zich zelf was de leesbaarmaking van de kantteekeningen, opschriften van boeken en kapittelen enz., die dusver, het mag niet verzwegen, al te slordig, op het bedenkelijke af, mishandeld waren.

Ook die kantteekeningen, meest in gedrongen stijl gezet, zijn nu alle in verstaanbaar Nederlandsch uit onzen tijd overgebracht. Ze zijn van den kant naar het benedenste gedeelte van de bladzij geschoven. Ze zijn elk met een nieuwen regel gezet. En ze zijn gezet in een letter, die ieder lezen kan.

Zoo bieden nu wezenliik deze kantteeker, •; ; ijoode; - jnim commentaar.

Alleen het alphabetisch register is wegglaten, daar dit geheel verouderd was en daardoor onbruikbaar. Trommius is hier de spelbreker. Vóór hem had men niet beter, en moest zich met de uiterst gebrekkige, onvolledige, en slecht gerangschikte registers van 1637 behelpen, die voor onze overzetters natuurlijk bijzaak waren. Maar Trommius hielp ons aan volledige registers, die hij zelf in drie folio deelen uitgaf, en die onze Ds. De Liefde in een handige Concordantie saamvatte.

Nu die Concordantie er is, nogmaals die gebrekkige registers overdrukken, ware monnikenwerk geweest. Den man, die loopen kan, nogmaals den leiband aanspelden, waarin hij als kind voortstrompelde.

Tekst voor. tekst had men dan moeten nazien, en zoo kostelijke uren bij dagen en bij nachten verdoen voor een werk waaraan niemand iets had.

Daar is dus terecht van afgezien.

Wie uit curiositeit die registers nog eens wil inzien, sla de oude uitgave van Pieter Keur op.

Een nieuwe uitgave in onzen tijd kan die registers niet meer leveren.

Toch kan het uiteraard bij deze quarto uitgave niet blijven.

Die is goed voor de familietafel, goed voor de voorlezersbank, goed voor prachtbijbel op den lezenaar in onzen huislijken kring, maar niet voor school-en dagelijksch gebruik.

Daarom verschijnt eerlang dezelfde tekst, ook met psalmen en liturgie, 'm groot octavo en in klein octavo formaat, en later, zoo we hopen, in folio formaat voor den kansel.

Zelfs is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat de kerken nog eens Deputaten benoemen, om deze uitgave na te zien, en zoo ze , die akkoord bevinden, aan de kerken aan te bevelen.

Het zou toch zoo gewenscht, het zou zoo uitnemend zijn, als we mettertijd zóóver kwamen, dat de nu in gereedheid gebrachte tekst weer zekere eenheid onder ons bracht.

Veel zal er nu ivan afhangen, of de Flakkeesche Drukkerij ook de veerkracht zal ontwikkelen, om dezen nieuwen tekst het land in te dragen.

Niet het land moet naar Middelharnis komen, maar Middelharnis moet tot het land en in het land tot onze kerken en huisgezinnen gaan.

De rekenschap van wijziging volgt later. Reeds nu zij als proeve hieruit dit ééne medegedeeld, dat het woord ^? V/in tweeërlei vorm voorkomt, als ziel zonder stomme e, en als ziele met de stomme e.

Dit onderscheid is ingevoerd, om onderscheid te maken tusschen het woord ziel in de beteekenis van den levensadem, en ziele in de beteekenis van ons geestelijk zvezen.

Misverstand leidde hier telkens tot verwarring, en telkens werd er allerlei uitdrukking van de HeiHge Schrift, die niet op ons geestelijk wezen, maar op onzen levensadem doelt, nochtans geestelijk opgevat.

Dit misverstand mocht niet voortduren.

En daarom is nu ziele gezet waar ons geestelijk wezen bedoeld is, en ziel waar van den levensadem gesproken wordt.

Zoo in Openb. 16:3: > alle levende ziel is gestorven in de zee"; maar in Hebr, 4:12: en gaat door tot de verdeeling < /É'? ' ziele en des geestes".

Een verschil dat vooral in het Oude Testament allerlei verkeerde opvatting voorkomt.

En zoo zij ook deze arbeid der gemeente onzes Heeren Jezus Christus in de toewijding der liefde opgedragen, en verhooge hij in Gereformeerde kringen den eerbied voor Gods heilig Woord.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 september 1895

De Heraut | 4 Pagina's

De nieuwe uitgave van den ouden Bijbel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 september 1895

De Heraut | 4 Pagina's