Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Officieele Berichten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Officieele Berichten.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met verkorting uit het Kerkblad van 15 Nov. 1895.

Classicale Vergadering, gehouden te Gouda 5 November 1895.

Ds. Ringnalda praeses. Ds. Nieborg assessor. Ds. de Jong, scriba.

Aanklacht van den kerkeraad der Geref. kerk te Gouda A tegen den kerkeraad der Geref. kerk te Gouda B, omdat hij leert, dat de kerk de kinderen der geloovigen te iDehandelen en te beschouwen heeft, als dezulken, in wie Gods genade reeds begonnen is te werken, ën ze op dien grond te doopen.

Nadat de wederzij dsche stukken van de beide kerkeraden zijn voorgelezen, wordt na eenige bespreking de volgende motie aangenomen:

De Classis, gehoord de aanklacht van Gouda A, in betrekking tot het gevoelen, aangaande den H. Doop van den kerkeraad Gouda B; overwegende dat beide gevoelens vooralsnog in de Geref. kerken moeten geduld worden, besluit thans op deze zaak niet in te gaan.

Kort verslag der Vergadering van de Classis KoUum, op 7 November 189S te Buitenpost.

Op de gebruikelijke wijze opent de praéses Ds. F. A. van der Heijden de vergadering.

Het schrittelijk rapport van de visitatoren doet enkele vragen aan de orde komen o. a.: Mag een kerkeraad nalaten, de boeken van administratie (n.l. der Kerkelijke Kas) ter tafel te brengen bij de visitatie? Geoordeeld wordt, dat de kerkeraad daartoe niet verplicht kan worden, indien het bestuur der Vereeniging 5 de Kerkelijke Kas" daartegen bezwaar maakt.

Een tweetal kerken stellen de vraag: Wie is voorzitter bij de kerkvisitatie, de voorzitter des kerkeraads of een der visitatoren? Wel is de vergadering niet eenstemmig van inzicht, maar meent, de adviezen gehoord, deze zaak aan het inzicht van elke kerk over te laten.

Kort verslag der Vergadering van Deputaten op 3'September 1895 te Utrecht.

Tegenwoordig de BB. Gispen, Van Haeringen, Donner, Vau Minnen, Lion Cachet, Van der Valk, Feringa, Noordewier, Sypkens, Bouma, Lindeboom, Wagenaar en De Moen.

Zonder kennisgeving afwezig is Br. Seegers.

Afwezig met kennisgeving Br. De Gaay Fortman, en tijdens het eerste deel der Vergadering, Br. Hovy. Br. Hessels is verhinderd door eene vergadering van Deputaten in zake de Concept-regeling.

De vergadering werd geopend door den Voorzitter met gebed enmet voorlezing van Psalm 87.

Na de lezing en goedkeuring der notulen kwam nu allereerst aan de orde, (naar aanleiding van de notulen) eene vraag, om in de formuleering van het adres voor legaten aan onze Zending een aanvulling te brengen. Het luidt nu: ^Aan de Nederlandsche Gereformeei-deZendingvereeniging^ gevestigd te Amsterdam, ten behoeve der Zending van de Gereformeerde Kerken in N'ederlandonder Heidenen en Mohammedanen." Inzake de Statuten der Ned. Geref. Zend. Vereeniging rapporteeren Br. Lion Cachet en Br. Donner en wordt bericht, dat deze Vereeniging a. s. S September over deze spoedeischende zaak vergadert. Hieraan wordt verbonden de mededeeling door Ds. Feringa van een schrijven uit Middelburg, dat met de verhouding der Vereeniging tot Deputaten in verband staat.

Gelezen wordt een concept-antwoord aan Br. Bolwijn. Het wordt deel voor deel ernstig overwogen, en ten laatste goedgekeurd.

Vervolgens geschiedt voorlezing van een schrijven d.d. 2 Juli 1895, van Br. Adriaanse. Hiervan wordt met bekngstelling kennis genomen. Aan het Moderamen worden aanwijzingen gegeven voor het te zen len antwoord. In dit antwoord zal hem tevens de deelneming van Depntaten worden betuigd in zake het overlijden van zijn broeder.

Een schrijven van 15 Juni van Br. Scheurer wordt gelezen, en daarop het Concept-antwoord. Een en ander vindt ernstige bespreking. In verband hiermede komt het schrijven ter sprake, dat Br. Scheurer — helaas zonder eenig antwoord van Deputaten af te wachten, — reeds twee dagen na dagteekening van zijn brief aan Deputaten, aan De Heraut en aan Hollands Kerkblad gtzond^n heeft, en het over zijn ontvangen van het »Heilsleger" handelend Aprtlnummer van De Heidenbode. De in deze stukken aangeklaagde, en in het Concept-antwoord in het gelijk gestelde, redacteur van De Heïdenbode., verzoekt intrekking van het Concept en benoeming van eene Commissie van Enquête; daarbij op spoed aandringende, dewijl nu nog verscheidenen uit Indië in Nederland zijn, die inlichting kunnen geven. Hierbij wordt tevens van verschillende zijden de aandacht gevestigd op de voor de Zending zoo hoogst verderfelijke wijze, waarop in Nederland door sommigen, vooral ook in de pers, tegen den arbeid der kerken door hare Deputaten wordt opgetreden. Na herlezing van het Concept-antwoord, mede dewijl enkele Broeders meenen, dat men na Br. Scheurers publiek schrijven, niet meer op zoo vaderlijken toon over deze zaak schrijven kan, terwijl anderen ook eenige te scherp geachte uitdrukkingen willen veranderd zien, wordt de discussie voortgezet. Middelerwijl is ook Br. Hovy ter vergadering gekomen.

Ondanks het voorstel des opstellers, Br. Feringa, die de hem gegeven opdracht volvoerd, maar zelf enquête verlangende, intrekking begeerd had, wordt eindelijk besloten, het Concept, na eenige kleine redactie-wijzigingen, vast te stellen.

Een ander schrijven van Br. Scheurer wordt nu gelezen en besproken met het in het genoemd Concept niet beantwoord postcriptum van den brief van 15 Juni. Ook dit sfuk vindt zeer ernstige behandeling.

Vervolgens wordt gesproken over den arbeid van Br. de Bruijn. Hem wordt ƒ 600 toegestaan, door hem', voor de herstelling van het door hem bewoonde , huis, gevraagd. Verder wordt de behandeling van zijn brief aan het Moderamen opgedragen.

Hierna wordt een Concept-schrijven aan Br. Horstman gelezen; ook hierover wordt vóór de vaststelling ernstig overleg gepleegd.

De behandeling dezer zaak wordt gevolgd door de bespreking van een schrijven aan Br, Zuidema.

De vergadering wordt gesloten met dankzegging bij monde van Br. Bouma.

Namens Deputaten^

J. H. FERINGA, Scriba.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 november 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Officieele Berichten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 november 1895

De Heraut | 4 Pagina's