Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

EENE REIS IN DE MIDDELEEUWEN.

I.

DE REIZIGERS EN HUN TIJD.

't Is nu op het jaar af its eeuwen geleden, dat in de groote en rijke stad Venetië in Noord-Italië drie mannen aankwamen, die zelfs in een stad waar 't aan vreemdelingen niet ontbrak, groot opzien wekten.

Vreemd zagen die mannen er uit. Blijkbaar waren zij van een verre reis gekomen. Hun aangezichten waren gebruind, als hadden ze veel hitte doorstaan. Wel spraken ze Italiaansch, maar vermengd met allerlei vreemde woorden, die niemand begreep. Zeker hadden ze lang in vreemde landen vertoefd. Men ondervroeg hen en zij "wisten ontzaglijk veel te verhalen, maar 't klonk zoo wonderlijk, , dat haast niemand er geloof aan sloeg. En toen zij eindelijk verklaarden: ïWij zijn ook Venetiërs; voor vele jaren zijn we op reis gegaan en nu in onze vaderstad teruggekeerd", toen lachten de burgers en zeiden: ïDat is onmogelijk!"

Ën toch spraken die drie mannen de waarheid, al duurde 't lang eer zij bewijzen konden dat zij geen anderen waren dan Maffio, Nikolo en Marco Polo, die vele jaren geleden hun vaderstad hadden verlaten. Nikolo was Marco's vader; Maffio de oom van den jongste der drie.

»Dwars door Afrika" — dat is een woord, 'twelk in de laatste 50 jaren telkens is vernomen. •Wie hoorde niet van Livingstone, van Stanley, van Vogel en Emin Pacha, en zooveel anderen, die het zwarte werelddeel gingen ontsluiten ? 't Was een waagstuk, dat zulke mannen ondernamen en volbrachten, 't Kostte tijd, geld, moeite, menschenlevens, ja men gelooft soms haast niet wat men hoort — gelijk 't bij de Venetiaren voor zes eeuwen ook zoo ging.

»Dwars door Azië" dat was in 't kort de beschrijving van den tocht, welken de drie mannen volbracht hadden, die na zoovele jaren in hun vaderstad wederkeerden. Zelfs nog in onzen tijd is dat een moeilijke en gevaarlijke reis, die ook maar zeer weinigen volbracht hebben. Maar dan in de middeleeuwen, omstreeks 1250!

Dat was nog iets meer dan nu dwars door Afrika, te gaan. Want de weg was veel langer en de hulpmiddelen veel geringer en slechter dan nu. Schietgeweer, reisbenoodigdheden zooals wij die hebben, allerlei kleinigheden (denk b.v. aan de lucifers) ontbraken toen voor een groot deel. En het reizen zelf - geen spoorwegen, geen stoombooten, geen reiswagens soms, telegraaf en post onbekende zaken. Denk eens aan!

Als ge eens de kaart van Azië voor^u legt — wat toch goed zal wezen als ge met nut en genoegen lezen zult wat er volgt — zult ge zien, hoe ontzaglijk groot de afstand is tusschen de oevers der Mtddellandsche zee en die van den Stillen Oceaan. Dat kuiert iemand niet op een vrijen Zaterdagmiddag, als er geen school is, af. En bovendien was het ontzaglijk gevaarlijk. Roovers, woeste volken, wilde dieren, alles bedreigde den reiziger, die vaak door woestijnen, over stroomen en gebergten zijn weg moest vinden. Er was veel moed, geestkracht en volharding noodig om zulk een reis te doen. En nog mag het haast een wonder heeten, dat de mannen, van welke we boven spraken, die gelukkig volbrachten.

Venetië was toen de eerste handelsstad van Italië, ja van heel Europa, bijna de eenige die den groothandel dreel met de overige toen bekende wereld. Venetië bezit een uitgestrekt gebied en was zeker de machtigste onder de staten van Italië.

Zelfs is er een tijd geweest toen de republiek Venetië niet alleen in Italië zelf een groot gebied had, maar ook daarbuiten langs de Noorden Oostkust der Adriatische zee. De eilanden Corfu, Candia, ja zelfs een; deel van Griekenland en Rusland stonden onder 't gezag der Venetianen. Doch de Turken kwamen, en ontnamen aan Venetië veel van zijn gebied. En toen later de zeeweg naar de Oost werd ontdekt, daalde Venetië uit zijn hoogen stand, naarmate een andere stad rees, die vaak het Venetië van het Noorden, of ook wel ^tweemaal Venetië" is genoemd, 't Is de stad, vfaarin ik dit zit te schrijven, en die in meer dan één opzicht Venetië gelijkt. Thans telt de laatste stad 130.000 inwoners, zoodat gij ziet dat het Noordsche Yenetië, dat er viermaal zooveel heeft, nog altijd de meerdei e is gebleven.

Maar in den tijd waarvan ik nu spreek was onze hoofdstad nog niet veel meer dan een visschersdorp, waar niemand aan dacht. De Venetianen daarentegen waren als kooplieden en krijgslieden, als zeevaarders en reizigers alom bekend.

Onder drie reizigers hadden zich dus ook echte burgers van hun stad betoond, toen zij den wandelstaf opnamen en naar verre landen togen, op 't gevaar af hun vaderland nooit weder te zien. Dat hun dit echter gelukte, zei ik reeds Evenwel gemakkelijk ging dat niet. Dit zal ons blijken als we over hun vreemde en wonderlijke lotgevallen een weinig met elkaar gaan spreken.

AAN VRAGERS.

Een der vragen, die onze lezeres A. W. S. te L. ons doet, is deze:

In Matth. 10:16 lezen we:

»Ziet, Ik zende u als schapen in het midden der wolven; zijt dan voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven."

Waarin bestaat nu de oprechtheid van de duiven ?

Zooals we zien, worden in dien tekst twee dieren tegenover elkaar gesteld, slangen en duiven. Van de eersten moeten we voorzichtigheid leeren. Maar nu kon het gebeuren dat iemand begreep, dat hij ook in valschheid op die beesten mocht gelijken. Doch de Heere zegt neen: wees wel voorzichtig, maar blijf toch, gelijk de duiven, oprecht, zonder dubbelhartigheid, onvermengd, niet nu sus dan zoo, gelijk de slang •die zich nu eens aanlokkelijk dan weer afschrikwekkend vertoond, die allerlei streken gebruikt. Onvermengd dus, uit één stuk — dat is hier de betcekenis van dit woord »oprecht". Wees dus wel voorzichtig, maar ook eerlijk en rond niet tweetongig of dubbelhartig.

De tweede vraag is ons niet recht duidelijk en schijnt op Matth. 6:22 en 23 betrekking te hebben. De Heere Jezus spreekt daar van een eenvoudig en van een boos oog, dat wil hier zeggen een gezond en een ziek oog, een oog dat goed en een dat slecht ziet. Goede oogen zijn een licht voor heel hét lichaam, slechte oogen leiden heel den raensch verkeerd. Dit nu wordt hier echter in geestelijken zin toegepast, op de oogen des geestes. Onze lezeres moet dus hier niet denken aan leelijke oogen of oogen die kwaad kijken. Wel heeft zij daarin gelijk, dat vele vrome menschen opk wel eens een toornigen of een kwaden blik op iemand kunnen werpen en dat dit uit hun hart voortkomt, maar dit toont alleen, dat ook zij nog niet volmaakt zijn.

Over 't andere later.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1895

De Heraut | 4 Pagina's