Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Tijdschrift voor Gtreforineerde Theologie 'bracht ons ditmaal, behalve andere belangrijke artikelen, ook een stuk door Prof. Dr. Bavinck voor de Presbyterian and Reformed Review geschreven.

De lezing en herlezing van dit stuk, kunnen we niet genoeg aanbevelen.

Het handelt van het Calvinisme, iti zijn beteekenis, opkomst, stand in het heden en toekomst, en is met veel schranderheid en dege kennis van zaken geschreven.

Ziehier eim i: ii-.'. •' ' - ••• •> • i-' _

Woriel en beginsel van dat CaivinisJS'è^HB' belijdenis van Gods volstrekte sotivereinitcit Alle onderzoekingen naar den aard der Gereformeerde religie hebben dif beginsel slechts te helderder in het licht gesteld. Niet eene bijzondere eigenschap van God, b. v. Zijne liefde of gerechtigheid. Zijne heiligheid of billijkheid, maar God zelf als God, in de eenheid van al Z; ine eigenschappen en in de volkomenheid van al Zijne deugden, is het uitgangspunt voor het denken en handelen van den Calvinist. En uit deze moedergedachte laat al het kenmerkend-Gereformeerde zich afleiden en verklaren. Van deze belijdenis uit kwam hij tot zijne strenge scheiding-tusschen hetgeen God is en hetgeen van het schepsel is, tot de eenige autoriteit van de H. Schrift, tot de algenoegzaamheid van Christus en Zijn werk, tot de almaci.tige kracht der genade. Van daaruit kwam hij tot zijne scherpe onderscheiding tusschen het Goddelijke en het menschelijke, in den persoon en de twee naturen van Christus, in de in-en uitwendige roeping, in het teeken en de beteekende zaak van het sacrament. Van daaruit kwam hij tot zijne leer van de volstrekte afhankelijkheid van al het schepsel, zooals die in zijne belijdenis van de Voorzienigheid, de Voorbeschikking, de Verkiezing en 's inenschen onmacht uitge drukt is. Van daaruit kwam hij tot die principieele en consequente theologische methode, die den Gereformeerden theoloog van andere, Roomsche en Protestantsche, onderscheidt. In heel de theologie en ook daarbuiten, op alle terrein des levens en der wetenschap is het zijn streven, om God Oodte laten zijn en zichzelven als God te doen erkennen en handhaven tegenover alle creatuur. In schepping en herschepping, in zonde en genade, in Adam en Christus, in kerk en sacramenten is het altijd God, die Zijne souvereiniteit openbaart en handhaaft en trots alle miskenning en tegenstand tot triumf en erkenning brengt. Zoo machtig kan de vijandschap en tegenstand niet wezen, of God overwint deze niet alleen, maar dwingt ze ook, om dienstbaar te zijn aan de cere van Zijn Naam. Daar is in deze Gereformeerde beschouwing eene wonderbare heroiciteit, eene grootsche en aangrijpende handeling. Heel de geschiedenis wordt eene machtige worsteling, waarin God Zijne souvereiniteit doorzet, als een bergstroom allen tegenstand verwinnen doet, en aan het einde bj] all» schepsel tot gewillige of onwillige, maar in ieder geval tot onbetwiste erkenning leidt. Uit God zijn alle dingen, en daarom keeren ze ook alle tot Hem weer. Hij is God en Hij blijft het, nu en eeuwiglijk, Jehovah, de Zijnde, die was en die is en die wezen zal.

Daarom gaat de Calvinist in alles tot God terug. Hij rust niet, voordat hij alles tot zijne laatste en diepste oorzaak, dat is, tot het souvereine welbehagen Gods teruggebracht heeft. Hij blijft niet hangen in den schijn, maar dringt tot de wezenlijkheden door. Achter de phaenomena zoekt hij de noumena op, de dingen die niet gezien worden, uit welke de zienlijke dingen geworden zijn. Hij neemt zijn standpunt niet midden in de historie en blijft daar niet staan, maar klimt uit den tijd tot de eeuwigheid op. De historie is immers maar successieve ontvouwing van wat eeuwig present is voor God. De Calvinist kan voor'zijn hart, voor zijn denken, voor zijn leven geen rust vinden in dit ondermaansche dat altijd wordende, wisselend, voor'oijgaande is. Van het heilsproces gaat hij" daarom terug tot het heilsbesluit, van de historie tot de idee. Hij vertoeft niet in het voorhof, maar dringt tot 't binnenste heiligdom door. Uit het tijdelijk luorden verheft hij zich tot het eeuwige en onveranderlijke BIJH. Daar alleen vindt hij rust. Van daaruit beschouwt hij alle dingen. Hij beziet alies »sub specie aetei'nitatis." Indien nu religie naar de vroeger gewone definitie, is die «virtus, per qu-im homines Deo debitum cultum et reverentiam exhibent", en indien theologie is wat haar naam uitdrukt: kennisse Gods en van al het andere onder hem gesubsumeerd — dan is bij het Calvinisme de relegie het meest religieus en de theologie het meest theologisch. Dan zijn beide hier het zuiverst datgene, wat ze naar heur aard behooren te wezen en beantwoorden ze hier het volkomenst aan heur ideaal.

Maar dit Calvinistische beginsel is te universeel en daarom te rijk en te vruchtbaar, om alleen tot het scheppen vnn een eigen type op religieus en theologisch terrein zich te bepalen. Het werkt verder en produceert esne "giinsche wereld-en levensbeschouv/ing, eene, indieri men wil, geheel eigenaardige philosophic. Ook het zedelijk leven door het Calvinisme gekweekt, vertoont een eigen physionomie. Allereerst is-dit reeds hierbij opmerkelijk, dat dat zedelijk leven, tegen de verwachting en voorspelling van alle Pelagianen in, door het Calvinisme zeer krachtig is bevorderd. De belijdenis van Gods souvereiniteit eu van de volstrekte onaflrankelijkheid van alle creatuur bleek in de historie niet schadelijk, maar bevorderlijk aan het zedelijk leven te zijn. De morahteit is er niet door verzwakt of gedood, maar bevestigd en verlevendigd. Trouwens, de praedestinatie sluit ook de praedestinatie der middelen in en de verkiezing is niet denkbaar zonder een doel, waartoe men verkoren is. Verkiezing involveert altijd eene bestemming, eene levenstaak, eene zedelijke roeping. Vandaar dat het zedelijk leven onder den invloed van het Calvinisme zich onderscheidde door activiteit en energie, door een rusteloos streven, om alles te brengen onder de lucht der wet Gods en alles te doen beantwoorden aan de eere van Zijn naam. Het valt niet te ontkennen, dat de moraliteit hierdoor meermalen een karakter van legaliteit heeft aangenomen. Maar zoo heeft het Calvinisme toch een reeks van deugden gekweekt, die voor huisgezin, maatschappij en staat] van de grootste waarde zijn. Huiselijke zin, matigheid, reinheid, netheid, orde, gehoorzaamheid, kuischheid, ernst, vlijt, spaarzaamheid, arbeidzaamheid enz. zijn deugden, die onder de Calvinistische belijders ten allen tijde hebben gebloeid. En omdat het Calvinisme gewoonlijk het meest ingang vond bij de geringere klassen, heeft het een nijveren en degelijken burgerstand gevormd, die overal en altijd de hechtste steun is van altaar en van kroon.

Daarmede staat' weder in verband het politiek systeem en het politieke leven, dat het Calvinisme heeft voortgebracht en ontwikkeld. Daar is ongetwijfeld in het Calvinisme een republikeinsche, een democratische trek. De Calvinist vreest God alleen, geen mensch. Gezag van het eene schepsel over het andere ontstaat alleen, doordat God het naar Zijn welbehagen verleent; alle macht is eene gave, niet oorspronkelijk, maar^ opgelegd. Het gezag is niet inhaerent aan den persoon, maar alleen aan het ambt. Kuyperij, menschenvrees, schepselvergoding vinden in het Calvinisme geen plaats. Voor God zijn allen gelijk, koningen en onderdanen; ja het arme en verachte en onedele wordt door Hem tot het hoogste verkoren, opdat geen vieesch zou roemen voor Hem. Hem.moet gehoorzaamd worden, eer en meer dan den menschen. Het Calvinisme heeft daardoor die burgerlijke en staatkundige vrijheden gekweekt, waarop Nederland, Engeland en Amerika in onderscheiding en tegenstelling van Spanje, Oostenrijk, Italië en zelfs het Luthersche Duitschland roem kunnen dragen. Scheiding van Kerk en Staat, vrijheid der religie, vrijheid der conscientie, vrijheid van gezin en maatschappij, het zijn vruchten, voortgekomen uit den Calvinistischen stam.

En zoo ligt er in 't beginsel van het Calvinisme zonder twijfel ook een eigen levenstype opgesloten voor wetenschap en kunst, al hebben vorige eeuwen dit niet of niet genoegzaam tot openbaring en ontwikkeling gebracht. De historie van het Calvinisme is te spoedig afgebroken. Het heeft den tijd en de gelegenheid niet gehad, om zich haar alle zijden te ontvouwen en de lijnen te trekken, die uit het beginsel logisch zijn af te lijden. Maar het heeft er toch het vermogen en de kracht toe. De Luthersche reformatie miste van den aanvang af deze breede universaliteit. Haar anthropologisch of soteriolügisch beginsel was te arm voor zoo rijke ontwikkeling en toepassing; zij bleef daardoor tot hot religieuse en theologische terrein beperkt. In het Calvinisme ligt echter een wereldomvattend streven; het is katholiek in den schoonsten zin van het woord. De Calvinist weet wat hij - «-il; gedragen door zijn beginsel, stuurt hij rustig, vast-'— •-^ - , - .., - r; ; , ; , . p hel doel, dat God zi~\i'' süA ails - iM-wpi, .-; ': : ' beccgt, de N'erheeriijking van Zijn Naam.

Dit is kloek opge/.et, schtrp doorgedacht en naar waarheid betuigd.

Zeer hopen we dan ook, dat de overige bladen aan dit uiterst belangrijk artikel al de aandacht wijden zullen, die het verdient.

Ook daarom dat Dr. Bavinck nogmaals onverholen en tot twee malen toe voor het Christelijk-democratisch karakter van het Calvinisme opkomt.

Voor ons was dit niet noodig. Historisch kan hieraan, naar onze overtuiging, niet getwijfeld worden.

Maar voor meer dan één, die hierover nog in onzekerheid verkeerde, kan het toch zijn nut hebben, dat deze geleerde, die geheel buiten de politiek staat, dit nog eens onomwonden uitspreekt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1895

De Heraut | 4 Pagina's