Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gereformeerde prediking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gereformeerde prediking.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEEDE REEICS.

XI.

De principale vraag, die bij de Toepassing over den te volgen regel beslist, behoort in dezer voege te worden geformuleerd: Past gij toe, om uw predikatie met een gemoedelijk, stichtelijk, opwekkend en vertroostend woord te besluiten, of wel is htt de Heilige Geest, die door den Dienst des Woords zelf dat Woord toepast op de kerk aller eeuwen ?

Het verschil tusschen dat tweeërlei standpunt springt aanstonds in het oog.

Als er bij gelegenheid van een nationalen feestdag een lied wordt rondgedeeld, dan is dat lied er opzettelijk voor gemaakt, of wilt ge, voor gezongen, om op dien dag zekere stemming in de gemoederen teweeg te brengen.

Houdt ge daarentegen een lezing, een redevoering, of referaat, dan kunt ge daarin een couplet uit een lied van Lamartine, of Klopstock, of Milton aanhalen, ten einde daardoor een bepaalde snaar in het hart van uw hoorders te doen trillen, maar zonder dat óf Milton, óf Klopstock óf Lamartine het daarvoor en met dat doel gezongen hebben.

Hoe doet gij nu in uw predikatie met het Woord der Heilige Schrift? Gebruikt ge dat als een woord uit het verleden, dat gij uitkiest, dat gij aanhaalt, en waardoor gij op de stemming van uw toehoorders inwerkt? Of wel, belijdt gij dat de Heilige Geest dat' Woord voor de kerk aller eeiiwen bestemd heeft; dat Goddelijk bestel dit Woord zóó heeft ingericht, dat het juist datgene inhoudt, wat de kerk aller eeuwen, en de kerk aan alle plaatsen, en de kerk onder alle omstandigheden noodig heeft; en dat alsnu de Dienst des Woords verordend is, om hetgeen de Heilige Geest aldus voor de gemeente bestenide, haar ook feitelijk te doen toekomen ?

Het laatste, zult gij zeggen.

Ulttemend, iiiaai' dau veriviij^ ^ i-. beeld van toepassing daardoor ook een geheel ander karakter.

Dan toch zijt gij in uw toepassing niet rij, maar gebonden, en is het niet uw roeping om uwerzijds zeker gebruik van dat Woord naar eigen believen te maken, maar zijt gij de dienstknecht van den Heiligen Geest, die van derL-Heiligen Geest de roeping ontvingt, om zijn werk te volbrengen.

Ge staat dan in de overtuiging, dat al wat de kerk die gij dient, op dien bepaalden tijd, en onder die bepaalde omstandigheden, voor haar stichting noodig heeft, in de Heilige Schrift inzit, en de kunst, die ge hebt aan te wenden, is alsdan om telken male te tasten, welk woord uit de Schrift thans op de Gemeente slaat, en wat in dat bepaalde woord op dit oogenblik voor uw gemeente verscholen ligt.

Gelijk men terstond ontwaart, gaat dit zeer diep.

De prediker krijgt aldus een ondergeschikte, en geen heerschende positie. Die heerscht is alleen de Heilige Geest, en hij treedt in dienst van dien Heiligen Geest op.

Die Heilige Geest kon, op zich zelf, ook zonder zulk een instrument het werk in de harten volbrengen.

Adam, Seth, Emos, Henoch, Noach, en wie al meer, bezaten nog geen geschreven Woord, hadden nog geen Heilige Schrift, en stonden onder de rechstreeksche en onmiddellijke bewerking van den Heiligen Geest.

Thans echter is dit niet meer zoo.

De Heilige Geest heeft zichzelven thans gebonden aan den Dienst des Woords, dien Hij zelf heeft ingesteld.

Dit was zijn welbehagen.

Aan dat welbehagen zijn wij alzoo gebonden, en alleen in die gebondenheid heeft de Dienst des Woords een heilig karakter.

Predikanten die zich van het Woord afmaken, om, buiten dat Woord om, op eigen wieken te drijven, en uit onderstelde rechtstreeksche Geestesinwerking te spreken, zondigen uit dien hoofde, overmits ze de ordinantie Gods weerltaan.

Want er zijn ook nu nog wel rechtstreeksche en onmiddellijke Geestesinwerkingen, maar die dragen een ander karakter. Die werkingen des Geestes komen niet ia ons verstandelijk bewustzijn, maar prikkelen ons in het geheimzinnige, verborgene leven van ons gemoed.

Voor wat daarentegen ons verstandelijk bev/ustzijn aangaat, openbaarde de Heilige Geest wel eertijds, maar thans niet meer, bepaalde mededeelingen en gedachten.

Voor die werking heeft de Heilige Geest het Woord eenmaal gegeven, en sinds zich, om dat Woord te eeren, zelven aan dat VVoord gebonden.

Want wel vermag dat Woord geen geestelijke uitwerking te hebben, zoo de Heilige Geest het niet innerlijk in de verborgen diepte van ons hart vruchtbaar maakt, maar ook anderzijds wekt Hij geen gedachte anders dan door het Woord op.

Hierop is de Heilige Schrift dan ook door den Heiligen Geest zelf ingericht.

Ze is zooals ze is, om dat doel te kunnen bereiken, om dien dienst te kunnen doen.

Er is niet eerst een Heilige Schrift • gekomen, en daarna de Gemeente, zoodat nu, zoo goed zoo kwaad het gaat, dat Woord voor die Gemeente pasklaar moet worden gemaakt.

Maar God de Heilige Geest kende de gemeente aller eeuwen en haar nooden, en heeft de Heilige Schrift zóó aangelegd, dat ze op die nooden aller eeuwen berekend was.

Alleen hieruit verklaart zich dan ook die eeuwige jeugd der Heilige Schrift, die haar eeuw in eeuw uit frisch doet blijven, en er elke eeuw uit doet halen, wat die nieuw gekomen eeuw eigenaardigs van nooden heeft.

Zelfs eischt de belijdenis, der uitverkiezing, dat ge dit ook op den enkelen geloovige toepast, en elk kind van God moet staan in de overtuiging, dat die Schrift ook voor hem persoonlijk besteld en bestemd is, en ia zich draagt al wat hij, al de jaren des levens, van noode heeft.

Maar veel sterker geldt dit natuurlijk van de kerk, en als de prediker maar altoos even helder zag, en even juist koos, zou hij eiken dag des Heeren juist met dat woord uit de Heilige Schrift voor de gemeente komen, dat door den Heiligen Geest bedoeld was.

Reeds in die keuze ligt daarom, ook voor de toepassing, zoo onbegrijpelijk veel.

Bij een verkeerd gekozen tekst kan geea toepassing in den dienst des Geestes volgen.

Toepassen, en pasklaar maken, zijn twee.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Gereformeerde prediking.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1895

De Heraut | 4 Pagina's