Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

BisitschBarseS. Reactie Legen het Ritschlianisme in Je Broedergemeente.

Reeds deelden wij in dit blad het een en ander mede omtrent het indringen van de moderne thsölögie in de Broedergemeente of Herrnhutters in Duitschland. Maar de reactie hiertegen is gelukkig in vollen gang. Reeds deed Otto Beek als gemeentelid een geloofsgetuigenis hooren tegen het Ritschlianisme, waarin hij uitsprak, wat in veler hart omging. Maar het blijft niet bij protesten van gemeenteleden, daar nu ook de predikant Plitt van Niesly in het Meinummer van de Brüderbote zijne stem heeft verheven tegen de moderne theologie, door het bespreken van den »open brief der Duitsche Uniteitsdirectie", zijne diepe smart er over te ennen gevende, dat de toestand is gelijk hij s. Dringend vermaant Plitt tot oprechte belijenis voor God en de menschen. sAlleen anneer wij den vollen omvang van het kwaad penlijk belijden voor God en de menschen, heben wij er hoop op, dat de Heere het den opechte zal laten gelukken. Er zijn onder onze onge theologen niet alleen velen., die voor het ogenblik zulke wegen gaan, welke in lijnrechen strijd zijn met het erkennen van de HeUige chrift als bron van ons zaligmakend geloof; aar zij vormen de meerderheid, namelijk nder hen, die in de laatste tien jaren in ons eminarium gevormd werden. Het kan toch iet anders zijn, wanneer men bedenkt, dat it Seminarium de eenige plaats is, waar onze ongelieden hunne opleiding kunnen ontvangen oor het predikambt, zoodat de leerhngen geen elegenheid hebben iets anders te hooren, als et woord wan de door hen vereerde leeraars. aarbij komt, dat het leidende bestuur tot iertoe geen aanleiding gevonden heeft om n te grijpen, ten deele omdat men in etgeen men vond nog geen direct oneloof zag, en integendeel overal de gezegende awerking van het persoonlijk geloof des harten an de leeraars erkennen moest. Aan de andere ijde moest het bestuur vreezen, dat wanneer er en ingrijpen plaats had van de zijde des betuurs, dit ingrijpen Hcht het gevolg hebben on, dat de studeerende jongelingschap, daar et medegevoerd werd door den stroom die e studeerende wereld beheerscht, geheel afeerig worden zou, om in de armen van het aakte rationalisme gevoerd te worden. Zoo is et dan de meerderheid, die zich niet met § 7 an het Synodaal besluit kan vereenigen, waaroor wij in den heilloozen en smartelijken toetand gebracht zijn, onderscheid te moeten aken tusschen een openbare en met recht estaande belijdenis der Broedergemeente en et geloof des harten of de verstandsmeening an enkelen. Dit was voor 100 jaren bijna veral in de kerken aldus, maar in een roote kerk kan dit langer verdragen worden an in eene kleine, vrije, geheel op den geloofsvertuiging harer leden gegronde gemeente geijk de onze. Dat dit zoo is, heeft nog onlangs ewezen de bespreking over de tegenwoordige eermethode in ons Seminarium, die den i8den pril in Gorlitz plaats had. Niemand werd daar ereid gevonden een verslag van het behandelde p te stellen, daar daardoor slechts aan den dag as gekomen, hoezeer men in het stuk der reigie van elkander verschilde. Onder deze omtandigheden moet men zeggen, dat, naar menchelijk inzicht, de zaak zeer slecht, ja zelfs wanopig slecht staat, en men hen, die op hunelf gekozen standpunt willen blijven staan, oest noodzaken, een gemeente te verlaten, die og ten huldigen dage vaststaat op den bodem an het bijbelsch geloof, en dat, wanneer dit iet geschiedt, het met de Broedergemeente welra gedaan zal zijn. Wij weten niet, wat Gods il is, de strijd is groot en zwaar, dieper gaande als alle voorgaande. Men tast den levenswortel der gemeente aan, de Schrift als openbaring ods."

Op deze wijze laat zich de predikant Plitt ooren en het doet ons goed zijn ernstig proest te vernemen. Wij meenen, dat de zaak an de Broedergemeente nog niet hopeloos staat, wanneer er nog mannen verwekt worden, ie een open oog hebben voor de veroesting der moderne theologie en tot boete en bekeering vermanen.

De Gereformeerde bond heeft zijn 6de algemeene vergadering van 27—29 Augustus te Siegen gehouden. In de openingsrede gaf de hofprediker Dr. Brandes uit Bückebury te kenen, dat het niet het doel van een bond was, om tmst en strijd te verwekken, maar om vrede te stichten. Men hield de vergadering van dien bond in deze oud-Gereformeerde stad, niet om vreedzame ordeningen te verstoren, maar om het rijk van Hem te bevorderen, die als den Vorst des Vredes in de wereld gekomen is. Inzonderheid, zoo verklaarde de spreker, is het niet het doel van den bond om de Unie tusschen de beide Evangelische kerken, die uit de Reformatie voortkwamen, waar zij bestaat, te niet te doen. Dit zou niet in overeenstemming zijn met den geest der Gereformeerde kerk, die van huis uit een Uniekerk geweest is, er steeds op bedacht zijnde een vreedzame, broederlijke verhouding tusschen de beide Evangelische kerken aan te kweeken. Dat echter de Gereformeerde kerk binnen en buiten de Unie haar goed en gewaarborgd recht behoudt, en hare bijzondere gaven tot gemeenschappelijk nut, d. i. tot bloei en bevordering van de geheele Christelijke kerk, aanwenden wil, zoo is het het doel van den bond om deze rechten te handhaven.

Consistorial Rath Dr. Gubel sprak in zijn antwoord zijn blijdschap er over uit, dat hij in naam van het kerkbestuur den bond op Westfaalschen bodem begroeten kon. Gaarne nam hij er nota van, dat de bond, welke trouw aan de Gereformeerde belijdenis vasthoudt, geen vijand van de Unie is; vijanden van de Unie zijn veeleer diegenen, die er op uit zijn, de belijdenis op te lossen.

Wanneer wij deze woorden vergelijken met hetgeen een vijftiental jaren geleden in Gereformeerde kringen in Elberfeld leefde, dan kan men helaas opmerken, dat de positie, welke men tegenover de Unie inneemt, van lieverlede verzwakt werd. Het is niet te ontkennen, dat de Pruisische Unie de verschilpunten tusschen Gereformeerden en Lutherschen feitelijk voor onwezenlijk heeft verklaard, en daarom moesten de Gereformeerden in Duitschland zich als één man tegen de Unie verzetten. Dr. Brandes wil echter, waar de Unie reeds tot stand kwam, die stil laten voortbestaan; alleen tracht men er voor te zorgen, dat niet nieuwe gemeenten in de Unie worden opgenomen, waardoor het zoo goed als zeker wordt, dat zij haar Gereformeerd karakter van lieverlede verliezen.

Uit Baden.

Geen land waar het Ritschlianisme en het oude liberalisme meer wortel geschoten heeft in de Evangelische kerk als het groothertogdom Baden.

Den 25sten September hield eene liberale kerkelijke vereeniging hare jaarvergadering, op welke een predikant verklaarde, dat het de taak der vereeniging was om te zorgen, dat Evangelische vroomheid en protestantsche waarheidszin niet binnen de perken der kerkelijke belijdenis Verlöréri gaan", en dat de Christelijke vroom-

heid zich uitspreke in overeenstemming met de voorstellingen en beschouwingen van den tegenwoordigen tijd. Ook werd opgemerkt dat in de zaak Wimmer-Hasenclever duidelijk door den opperkerkeraad getoond was, hoe een ruime en door de wetenschap gezuiverde opvatting van het geloof in de Badcnsche landskerk recht van bestaan heeft. De deken Zittel uit Karlsruhe betoogde, dit het aan den vrijen en ruimen grondslag onzer landskerk te danken was, dat nog nooit een predikant wegens dwaalleer uit zijn ambt werd ontze."

Het is te betwijfelen, of de laatste generale synode deze laatste woorden zou hebben goedgekeurd, daar deze vergadering nog al positieve tendenzen vertoonde. Doch nadat de opperkerkeraad in de zaak Wimmer-Hasenclever een besluit nam, is het niet te verwonderen, dat mannen als Zittel brutaalweg zeggen; Men kan in Baden leeren wat men wil, de opperkerkeraad, door welken de groot-hertog de Evangelische landskerk bestuurt, laat allen toch ongemoeid.

Jammer is het, dat in Baden tegenover de liberalistische invloeden niet eene beweging zich openbaart gelijk als in Würtemberg en'in de Rijnstreek is op te merken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 december 1895

De Heraut | 4 Pagina's