Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het Geref. Volksbl. wordt op ernstige en degelijke wijze, naar aanleiding van het hangende geding in den boezem der Vrije Universiteit, de vraag besproken, op wat wijs Art. 2 der Statuten duurzaam te handhaven zal zijn.

Het zegt er o. m. dit van:

De overheid evenals de vrije corporatie mist naar den Woorde Gods de bevoegdheid en dies het recht, om in vraagstukken van louter confessioneelen aard kerkrechtelijk op te treden. Dit is het recht der kerk alleen. Artikel 36 is op dit punt dan ook altoos voor de Gereformeerden in de vaderlandsche kerk een doode letter gebleven. Alleen wanneer de Gereformeerden in hun eigen kerk, overeenkomstig het gevoelen en den toeleg van indringende overheidspersonen teruggezet moesten, — werden zij gewaar welk een kracht tegen hen en tegen de waarheid Gods in datzelfde artikel 36 der Confessie, onder de hand van ongereformeerde machthebbers, verscholen lag.

God de Heere heeft trouwens op aarde zijn kerk aangewezen, om opkomende leergeschillen tot klaarheid en oplossing te brengen. Niet de vrije corporatie.

In de eerste Christenkerken was het zelfs gewoonte om moeilijkheden, het stoffelijk en maatschappelijk leven rakend, door de kerk te laten beslissen.

Maar wat tot haar eigenlijk domein buiten tegenspraak behoort, is de uitspraak over de belijdenis. De kerk moet de Confessie handhaven. Aan haar daarom het eerste en het laatste woord in een confessioneele quaestie. En met allen eerbied, dien ook wij overigens toedragen aan ue eminente oprichters onzer Vrije Universiteit — laat ons hier even mogen uitspreken, dat het ontwerpen van artikel 2 der statuten, zooals dat artikel nu luidt, «•£«, zoo niet het zwakke punt van heel deze grootsche stichting is, die Gods genade aan ons Gereformeerd volk nu sinds veertien jaar gaf.

Zelfs de formule: een zoodanig gezag daaraan (de drie formulieren van eenigheid zijn bedoeld) hechtendeXals genoemde synode, blijkens haar eigen handelwijze en acten aan de belijdenisschriften der Nederlandsche Gereformeerde kerken heeft toegekend.

Zelfs deze formuleering: »< ? c« zoodanig gesag"—• geeft aanleiding tot groot misverstand. Èen spitsvondig - jurist of theoloog kan uit een enkel woord dier formulieren juist het tegenovergestelde halen, wat een ander er in leest.

Toen Comrie zijn strijd tegen de Leidsche toleranten aangebonden had, — beriepen zich immers de heeren van den Honert c. s. even vaardig op de Confessie, als Comrie zelven ? De laatste verhaalt u zelfs, dat in naam der Confessie blad na blad uit zijn Catechismus gescheurd moest, aleer de approbatie volgde.

Artikel 2 der statuten, de sterkte onzer vereemging, is tegelijkertijd het zwakke puntje van heel onze schoone stichting, bij mogelijk opkomend geschil; het valt niet te ontkennen. En deze mogelijkheid trad helaas thans reeds in het stadium van de werkelijkheid.

Er is nu verschil.

Gode zij dank niet in den boezem der theo logische faculteit, wat nog veel erger zou zijn.

Want strikt genomen kan men de geschillen en hun toepassing bij het onderwijs in de overige iaculteiten — volgens artikel 3 ook naar de Gereformeerde Confessie der Fransche of der Engelsche kerken laten beoordeelen. Als grondslag bij het onderwijs in de rechtsgeleerdheid komen deze drie formulieren van eenigheid niet bepaaldelijk en uitsluitend te pas. Toch doet dit niets af van den eisch ook van de rechtsgeleerde faculteit, om geheel te leven naar de Gereformeerde beginselen.

Het onderwijs in deze faculteit moet evenals dat van iedere andere beoordeeld naar den eisch dier beginselen.

En nu is er helaas omtrent' deze Gereformeerde beginselen een verschil. En een diepgaand verschil. Een diepgaand verschil over de toepassing van onze Calvinistische en dies Gereformeerde beginselen op ieder terrein van het breede menschelijke saamleven, inzonderheid voor staat en maatschappij.

Eilieve, wie moet dit verschil nu tot een goede oplossing brengen?

Toch niet de benoemde enquête-commissie?

Niemand die hieraan in ernst denken kan.

Alleen een Gereformeerde kerkvergadering heeft hier de bevoegdh^-id. De kerk als Gereformeerde kerk is geroepen ook over de Gereformeerde beginselen, waaruit haar Confessie gedistilleerd is, uitspraak te doen.

Maar ?

De Vrije Universiteit staat ten deze opzichte geheel buiten kerkelijk erf. Alleen haar theologische faculteit zit er mot een dun koordje aan. En dies blijft er eigenlijk niemand over, die, wij zeggen nog eenmaal — niet reglementair, — maar uit het oogpunt van de Gereformeerde beginselen, de bevoegdheid bezit, om den betrokken hoogleeraar bij gebleken afwijking in het ongelijk te stellen. Want de handhaving der Gereformeerde beginselen is uitsluitend ter laatste instantie, — d. w. z. zoo, dat deze handhaving bindend gezag op de conscientie kan oefenen, — toevertrouwd, niet aan een vrije vereeniging van kerkleden, maar aan de Gereformeerde kerk in haar organisch kerkrechtelijk verband.

Zien wij dus niet geheel mis — dan is een gezonde oplossing van de bekende geschillen in den kring van de hoogleeraren aan onze Vrije Universiteit, wij bedoelen zulkeen, die de conscientie bindt, niet mogelijk, tenzij deze inrichting van Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag de verplichting in haar statuten inlijft, dat de hoogleeraren fen lectoren, directeuren en 'curatoren

leden moeten zijn van een Gereformeerde kerk. Dit is de eenige uitweg.

Dan hebben wij althans iets.

Dan komen wij tot een gezonde oplossing, zij het dan langs een omweg.

Immers bijaldien deze heeren titularissen leden zijn van een Gereformeerde kerk, staan zij voor wat hun belijdenis aangaat onder de tucht vaneen wettige kerkelijke vergadering, d. i. van de kerk. Bij mogelijk conflict over de Gereformeerde beginselen ligt het dan op den weg der kerk deze mannen, die in opspraak kwamen, confessioneel te onderzoeken en desnoods te handelen met hen, zooals het Woord des Heeren en de belijdenis der Gereformeerde leer in overeenstemming met de Gereformeerde beginselen zulks eischt. Wie daarentegen geen lid der Gereformeerde kerk is, valt niet onder hare jurisdictie. En zoolang nu de vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag het lidmaatschap van een Gereformeerde kerk niet verplichtend gesteld heeft aan haar eigen leden, mist zij, uit een confessioneel en kerkrechtelijk Gereformeerd oogpunt, — alle bevoegdheid, om naar artikel 2 van haar statuten een votum uit te spreken over een van haar mandatarissen. Wel te verstaan, een votum, een uitspraak, waardoor de betrokken persoon, als lid eener Gereformeerde kerk, van Godswege ook in eigen conscientie zich gebonden behoort te gevoelen, — tenzij hij uit den Woorde Gods kan bewijzen, dat de kerkrechtelijke beslissing op dwaling berust.

Deze conclusie komt tamelijk wel overeen met de conclusie, waartoe wij zelven vóór bijna twee jaai in ons blad kwamen.

Alleen maar volstrekt niet op dezelfde gronden.

De kerk doet uitspraak over het Confessioneele^ in zijn uitgangspunt, en voor wat de kerk, d. i. voor wat de Theologie aangaat, evenzoo voor het Confessioneele in zijn toepassing op die kerk.

Daarentegen de kerk te willen laten optreden, om te oordeelen over den samenhang der Gereformeerde beginselen met het onderwijs in de Geschiedenis, in de Talen, in de Oudheidkunde, en zooveel meer, blijkt, zoodra men doordenkt, een onhoudbare stelling.

Kerkelijk gezag reikt zoover als de' kring van het ambt strekt. .

Verder niet.

Doch besparen we dit punt voor latere opzettelijke bespreking.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 december 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 december 1895

De Heraut | 4 Pagina's