Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijna curieus is wat de heer S. J. Bootsma in de Bazuin., n». 6, opmerkt over de wijze, waarop de Wekker zich poogt te redden uit het doode slop, waarin ze met haar bestrijding van de Gereformeerde Doopsbeschouwing reed.

Hij schreef dit:

Met het woord Gereformeerd wordt heden ten dage vrij wat geschermd, en allerlei beschuldigingen van on-en m> ^-gereformeerd zijn worden door broederen tegen broederen uitgesproken, 't Is alsof 't maar zoo niets is! 't Zou te wenschen zijn, dat door sommigen met deze dingen wat meer ernst, niet in woorden, maar in daden betoond werd.

Vooral wordt door de nieuwe Christelijke Gereformeerden een hooge viool gespeeld tegen velen in de Geref. kerken, dat zij ongereformeerd zijn. Men blijft evenwel in gebreke dit te bev-ijzen, zelfs te trachten het te bewijzen.

Nu vond ik in «de Wekker' van 24 Jan. onder r'.e rubriek «Beantwoording van vragen'' onderteekend met de initialen van L.(ingen.? ) het volgende, dat ik zeer merkwaardig en kenschetsend vond. H, «B. te A. vraagt omtrent de zaligheid dervroegge-«storven kinderen. De Dordsche vaderen waar-«schuwden (I, 12) tegen het curieuselijk doorzoeken «van de verborgenheden en diepten Gods. In x"]ginngen zij selve, dunkt o? iS, van dien weg af en stelden, «wat uit de Schrift niet kan worden bewezen. Was «die zaligheid zoo zeker geopenbaard, dan ? noesten «godzalige ouders wensclien naar het vroeg sterven «hunner kinderen, niet doen als David bij den eer-«sien uit Bathseba, maar bidden om den dood. Denk «aan het verschrikkelijke «engeltjes maken." Wij «willen daarom die uitspraak der leerregelen liever «zoo opnemen, dat die een raad aan de ouders inhoudt, «om zich niet al te £ier over die vroeggestorvenen «te bezwaren, inaar stil te zwijgen-en te hopen in «eene aangelegenheid, waarbijgeene bepaalde zekerheid «door Gods Woords is gegeven. Op de vraag of er «velen zalig werden, antwoordde, de Heere, en zoo «antwoorden ook wij: «Strijdt gij om in te gaan" en «voegen er bij: «bid voor degenen, die u gegeven «zijn, ook voor het kind in de wieg, want het kan «vroeg sterven. Wacht niet met uwe zorgen tot na «den dood, want alsdan is de beslissing geschied." Ik heb het gansche artikeltje overgeschreven; de cursiveering is van mij. De lezer overwege nu, hoe hier de belijdenis der vaderen in de «Vijf Artikelen tegen de Remonstranten" tegengesproken en als niet gegrond op Gods Woord verworpen wordt. Zoo wordt uit die schoone en troostvolle belijdenis een praktijk afgeleid, die een geloovig ouderhart ineenkrimpen doet, alsof het hoogste ideaal van een godzaligen vader en moeder is, hun kind maar vroeg zalig in den hemel te weten, en niet dat dit kind zijn God eerst op aarde en dan in den hemel verheerlijke en grootmake; bovendien spreekt het aangehaalde artikel niet alleen van de «zaligheid^' maar van «de verkiezing en zaligheid dier kinderen" . En wat geloovig ouder, die juist hierop ziet, zou nu gaan bidden om den dood zijner kinderen; immers daarin zou opgesloten zijn, dat uit hun jong sterven hunne verkiezing volgde, en in HUNNE verkiezing niet hun vroeg sterven begrepen was.

Ten laatste schuift de schrijver in de plaats een gevoelen, of zooals hij het noemt een liever opnemen van dé woorden der vaderen, waardoor alles bij de graven onzer lieve kleinen zwevend, ja donker en bang wordt. Men moet zich niet al te zeer bezwaren, men moet maar stilzwijgen en hopen; waarom? Omdat Gods Woord nog een lichtstraal in onze rouw werpt? Neen, omdat het woord zulks niet doet!

Met alle bescheidenheid zij gevraagd of men van die zijde dus wel op de zuiverheid der leer in de Geref kerken mag aanvallen, terwijl men zichzelf in zulke dingen verlooft ? Geldt hier niet het spreekwoord: «Geneesmeester, genees u zelf? " Beware de Heere ons bij de zuiverheid der leer, enbrengehij op den grondslag der belijdenis, ons van de vaderen overgeleverd, ook de Christel. Gereformeerden en de Gereformeerden nog eens weer in een kerkgeme'enschap samen!

Dit is niet te sterk gesproken.

Bij onze vaderen stond elk stuk van hun belijdenis met het geheel in verband.

Hollands Kerkblad vestigt de aandacht op de kleine Gereformeerde kerk, die voor korten tijd te Brussel tot openbaring is gekomen, en die kerkelijk verband zoekt met de Gereformeerde kerken hier te lande.

Door het voorbeeld en het getuigenis van de Gereformeerde kerken in Nederland ontstond ook in kleinen kring te Brussel de drang, om naar de zuivere belijdenis ook kerkelijk te leven, en ernstig bezwaar tegen de coUegialistische hiërarchische praktijk der Belgische zendingskerk.

Met blijdschap mag dit verschijnsel onzerzijds worden begroet.

Het bloed en de tranen der Calvinistische martelaars vloeiden eenmaal in België. Onze confessie werd daar door Guido de Bray geschreven. De eerste Synoden van onze Nederlandsche Gereformeerde kerken onder het kruis werden daar gehouden. De kloeke mannen, die onze Nederlandsche kerken in het Gereformeerde spoor leidden, kwanien mede van daar tot ons. Sinds bleef de akker in België, na het goede zaad ook in vele ballingen

over onze Noordelijker eive geworpen te hebben, zeer langen tijd voor het Gereformeerde kerkelijk leven onvruchtbaar liggen. Eindelijk keerde het Evangelie er weer, sinds de vrijheid voor de religie ook in België veld won. Maar een kerkelijk leven naar de beginselen van de Bray en de Gereformeerden bleef in België ontbreken, ook waar veel goeds in de Belgische zendingskerk te waardeeren viel. In Brussel komt echter thans het Gereformeerde kerktype op en tot openbaring. De broeders Van Deth en Tensen geven den stoot. Het schrijven hunnerzijds bij de, vorige nationale Synode te Dordrecht ingezonden geeft dan ook blijk van hun gezond inzicht. En al was het geval eenigszins moeilijk voor dfe Synode, waar zij met de Belgische zendingskerk in correspondentie stond, toch had zij een zwak oogenblik, toen zij zich van de Brusselsche broeders, die om haar hulpe riepen, afmaakte tot later. Het volslagen gebrek aan presbyteriale kerkinrichting te Brussel, waartoe de belijdenis verplicht, had tot kloeke handeling moeten nopen.

Intusschen krjop het bloed, waar het niet gaan kon. De kerkeraden toonden aan Brussel een sympathiek gelaat, en stonden zoo gul den dienst hunner predikanten toe, waarop ze anders met reden zuinig zijn, soms bij het gierige af, dat bijna week aan week in de vergadering der geloovigen te Brussel, die zich als Gereformeerde gemeente openbaart, door eén der Nederlandsche dienaren des Woords, het Woord Gods bediend wordt, als een kleine vergoeding voor wat de Heere ons uit het Zuiden «enmaal schonk, waarvan het overblijfsel in onze Gereformeerde kerken zich thans weer vermenigvuldigt.

Zoo hopen we, dat onze kerkeraden met deze broederlijke handeling zullen voortgaan, totdat de kerk aldaar meerder kracht wint en zij een eigen wel toegerust dienaar des Woords uit onze Noordelijke kerk verkregen heeft, om onder zijne leiding en voor zooveel noodig met onzen steun voor België onze belijdenis in leer en regeering der kerk en in den ijver voor de eere Gods en het heil des volks te wreken op den vijand, die Gods kerk in de Zuidelijke Nederlanden verwoestte.

De liefde voor de Vlaamsch-Nederlandsche talen en de natuurlijke elementen voor eene Calvinistische ontwikkeling komen hen in België te gemoet. En de nood van ongeloof en bijgeloof schreit.

België's zendingskerk hopen we spoedig te zien doorbreken tot een kerkelijk leven overeenkomstig de belijdenis, en zóó in de kracht van haar leven een profetie te ontvangen van de goede dingen voor de toekomst.

Mochten straks krachtige mannen onzerzijds de gelederen onzer zuidelijke broederen versterken, gelijk zij weleer ons gesterkt hebben. Mochten talentvolle zonen onzer zuidelijke broeders aan onze Gereformeerde universiteit. Theologische School en gymnasia ter kweeking worden toevertrouwd, en de beoefening der historie, waartoe Calvinistische mannen zich aangorden, ook voor het Zuiden licht ontsteken en wapenen bieden in den geestelijken kamp.

Dat de kerk van Brussel hare godsdienstoefeningen in ons blad publiceert, is ons eene eere. Gaarne staan we haar toe, ons blad ook als haar officieel orgaan te gebruiken, voor zooveel zij dat mocht begeeren. Ook opdat zij zoo in haar kring een bode hebbe. En voor onze lezers in ons Noorden, die vrienden te Brussel hebben, zonen daarheen zenden, of zelven somtijds in België's hoofdstad vertoeven, zal zeker de aansporing niet noodig zijn, om gebruik te maken van het adres van Brussels Gereformeerde kerk: Rue Paul Devaux No. 7, bij de Beurs.

Dit is niet te veel gezegd.

Hoeveel ijver dusver ook aan den dag gelegd is, om in België de belijdenis der vaderen terug te brengen, toch leed elke poging van dien aard steeds aan één gebrek, er ontbrak namelijk vastheid van uitgangspunt, omdat men eiken histürischen grondslag miste.

En de beteekenis van deze kleine kerk is daarom zoo van gewicht, omdat zij het eerst onder alle dien vasten grondslag leggen dorst.

KUYPER.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 februari 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 februari 1896

De Heraut | 4 Pagina's