Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook de Bazuin laat zich bij monde van Ds, Gispen, hooren, over de vraag in oas vorig nummer besproken, of de Synode der kerken niets anders moet zijn dan een registreeringscommissie voor het oordeel der kerkeraden.

Hij zegt er dit van:

In de Kerkorde zijn de bevoegdheden der onderscheidene kerkelijke vergaderingen vrij duidelijk omschreven, en wordt nadrukkelijk bepaald, dat men op de meerdere vergaderingen alleen zulke zaken mag behandelen, die op de mindere vergaderingen niet afgehandeld hebben kunnen worden, of die tot de kerken der meerdere vergaderingen in 't gemeen behooren; Art. : 30.

Er wordt dus ondersteld, dat er zaken voorkomen, die tot de kerken in 't gemeen behooren, en door eene meerdere vergadering beslist kunnen worden, zonder vooraf op een mindere vergadering behandeld te zijn.

Nu kunnen de gedachten uiteenloopen over de vraag: welke zaken tot de kerken in 't gemeen behooren? Maar er kan geen verschil zijn over do vraag, of de meerdere vergaderingen bevoegdheid hebben zekere zaken te behandelen, die op de mindere vergaderingen niet in behandeling geweest zijn, mits het maar vast sta, dat die zaken tot de kerken der meerdere vergaderingen in het gemeen behooren.

Kerken der meerdere vergaderingen zijn niet de plaatselijke kerken hoofd voor hoofd, maar de plaatselijke kerken in meerdere vergaderingen saamgekomen. Hierover kan, dunkt mij, ook geen verschil van meening bestaan.

De tegenwoordige wijze van doen, wordt du» niet vereischt door eenige bepaling der Kerkorde.

Daarmede is echter nog niet gezegd, dat zij verkeerd is. Al wat nieuw is, is daarom nog niet te veroordeelen.. Als concessie aan den tijdgeest is zij wellicht verstandig te noemen.

Maar dat zij ook eene schaduwzijde heeft, kan bij eenig nadenken, moeilijk ontkend worden.

Om met het minste te beginnen, het Deputatenen Rapporten-stelsel is zeer kostbaar. De rekening van drukwerk enz. die de Generale Synode te vereffenen heeft, wordt daardoor eerbiedwaardig hoog.

Uit een practisch oogpunt is deze wijze vanwerken ook niet bevredigend.

Er wordt aan eiken kerkeraad één exemplaar van een rapport gezonden.

In kleine kerkeraden komt dit natuurlijk in de banden van den predikant. Deze is, althans waar het wetenschappelijke aangelegenheden betreft, het oog en de mond van den kerkeraad, en pleit voor of tegen op de Classicale vergadering.

In groote kerkeraden daarentegen mist de toezending van zulk een rapport bijna geheel het doel. Men kan het ter visie leggen voor de leden. En zoo het in bespreking komt in de vergadering, wordt er dikwijls over gesproken op eene wijze, die duidelijk bewijst, dat er broeders zijn, die noch het wezen noch de strekking van het in het rapport voorgestelde begrijpen, terwijl de invloed en het vertrouwen in de predikanten in zulke groote vergaderingen, uit den aard der zaak niet zoo groot is als in plattelandskerkeraden.

Ook bevredigt het niet in zulke gemeenten, waar de leden opgevoed zijn in de gedachte, dat ook zij, hoofd voor hoofd, over alle zaken die de kerken in 't gemeen raken, hun gevoelen moeten uitspreken, of zelfs hun stem hebben nit te brengen. De kerkeraden van zulke gemeenten dienen, om allen te bevredigen, die rapporten in leden-vergaderingen te bespreken, en een soort van plebiscit er over te houden. Men zou, om bij zulk een stand van zaken doeltreffend te werken, de rapporten bij duizendtallen moeten laten drukken, de leden, zooveel mogelijk, in de gelegenheid stellen in het bezit van een rapport te komen, opdat ze het thuis konden overwegen, om zoo voor het oordeelen in eene leden-vergadering rijp te worden.

Natuurhjk is bij zulk eene manier van werken geen sprake meer van eene Gereformeerde kerkregeering. Het Indcpendentisme heeft in zulke gemeenten zijn intrede gedaan.

Voeg hier nu bij, dat zoolang de Gereformeerde Kerkenordening nog onder ons werkt, toch altijd de kerkeraden en afgezondenen naar de meerdere vergaderingen, bij het beoordeelen der dingen die aan de orde zijn en bij het uitbrengen van hun stem, in de eerste plaats zullen moeten vragen; wat wil de Heere; , wat is het meest in overeenstemming met Gods Woord; met de Gereformeerde beginselen, het kerkrecht en de Kerkenordeningen, onder de Gereformeerden geldend? Zij zullen stemmen naar hun geweten, en de persoonlijke verantwoordelijkheid van hun stem willen en moeten dragen.

Indien dus bepaalde zaken door bevoegde mannen bestudeerd worden en de vrucht hunner studie, in een rapport, aan de kerkeraden wordt medegedeeld, is die arbeid stellig hoog te waardeeren, en de ondervinding heeft de waarde van dien arbeid, in sommige gevallen, reeds overvloedig bewezen. Maar er zijn ook lijvige rapporten, keurig op best papier gedrukt, naar de snippermand gegaan. Olie en arbeid ging daarmede verloren. En dit kan niet anders. Want rapporten binden niemand. Elk lid van den kerkeraad en elk lid van eene meerdere vergadering heeft het recht een gevoelen voor te staan en te verdedigen, dat. het tegenovergestelde bevat van het in 't rapport voorgestelde.

Indien het toch anders ware, indien men in de gemeenten, of in de kerkeraden, de zaken die de kerken in 't gemeen raken, met meerderheid van stemmen kon - beslissen, dan waren de meerdere vergaderingen • geheel overbodig. Men had dan slechts noodig een algemeen bureau van stemopneming, dat proces-verbaal opmaakte van de stemmingen in de gemeenten of in de kerkeraden, en mededeelde, hoeveel stemmen voor en hoeveel stemmen tegen een voorstel waren uitgebracht, aaruit dan bleek, of de voorgestelde regeling aanenomen of ver^vorpen was.

Zulk een wijze van doen zou echter niet zijn naar etgeen ons Christus onze Eenige Meester geleerd eeft. Hij toch wil, (zie art. 30 onzer Gel. Bel.) at de ware kerk geregeerd worde naar de geesteijke politie, die Hij in zijn Woord ons geleerd eeft, en wel door Dienaars of Herders en Ouderingen en Diakenen, die zijn als de Raad der kerk. En in art. 31 wordt uitgesproken, dat deze Dienaars, n wat plaats ze zijn, macht en autoriteit hebben, en wel dezelfde macht en dezelfde autoriteit, < ; /«f«^ e Heilige Ordinantie Gods niet gescftotidtn worde ; aaruit dan weder volgt, dat »een ieder de Diearen des Woords en de Ouderlingen der kerk n zonderlinge achting behoort te hebben, om des werks wil dat zij doen, en in vrede met hen te zijn, zonder murmureering, twist of tweedracht, zooveel mogelijk is".

" Of nu onze tegenwoordige wijze van werken met deze grondregelen en onveranderlijke beginselen in overeenstemming is, komt mij wel eens twijfelachtig voor. En daarbij heeft zij deze groote schaduwzijde, dat zij onze huiselijke oneenigheden op straat brengt. De groote klok brengt er het gansche land mede in kennis. We krijgen, om het eens op z'n Amsterdamsch uit te drukken, een »standje voor de deur", iets dat minder verkiezelijk is, vooral als men in eène fatsoenlijke buurt woont.

De juistheid van deze critiek springt in het oog.

Alleen mag betwijfeld, of Ds. Gispen terecht deze neiging verklaart uit de methode, om door een behoorlijk rapport van Deputaten de behandeling van gewichtige, diep ingrijpende en zeer saamgestelde onderwerpen, vooral wat de formuleering der gedachten betreft, te laten voorbereiden.

Het kwaad waarop hij doelt, kan toch uoo op zichzelf uit die rapporten voortspruiten, maar alleen uit de publiciteit aan die rapporten gegeven, alvorens ze in de Synode ter tafel komen.

Stel toch, dat ze alleen schriftelijk ter Synode

werden ingediend, dan zou al het gevaar waarop Ds. Gispen wees, zijn afgesneden.

Iets wat we opmerken, niet om te zeggen, dat wij tegen deze publiciteit zijn, maar alleen om wel te doen uitkomen, dat de oorzaak van het kwaad niet op zichzelf in de rapporten, noch in de dege voorbereidmg van de Synodale handeling schuilt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 maart 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 maart 1896

De Heraut | 4 Pagina's