Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bisschoppelijk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bisschoppelijk.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In verband met onze opmerking over hetgeen al dan niet op de Synodale vergadering van kerken ter tafel kan komen, bezigt L L. in de Roeper het woord ii bisschoppelijk."

Uiteraard kan de bedoeling hiervan geen andere zijn, dan de kerken te waarschuwen tegen zekere bedekte poging van de Heraut, om een soort »bisschoppelijk" bestuur in de Gereformeerde kerken in te voeren.

Reeds het gebruik van het woord r> bisschoppelijk" is hier al bijster ongelukkig. Het is een uitdrukking ontleend aan den strijd door de Presbyterianen in Engeland tegen de Engelsche Staatskerk gevoerd, welke kerk metterdaad door bisschoppen bestuurd wordt en werd.

Zelfs het Hervormde Genootschap wordt wel hiërarchisch bestuurd, maar niet bisschoppelijk

En hoe ter wereld er in onze Gereformeerde kerken van de benoeming van bisschoppen sprake zou kunnen zijn, zal ook L. L. moeilijk kunnen aanwijzen.

Het bezigen van zulk een woord, waar van de zaak, die het woord aanduidt, op heel het erf onzer kerk zelfs de schaduw niet te ontdekken valt, kan dan ook kwalijk een andere bedoeling hebben, dan om door het bezigen van een uitdrukking die schrik aanjaagt, onrust in de gemoederen te werpen.

Het riekt naar verdachtmaking.

Een min begeerlijk emplooi.

Zien we daarentegen van het gebezigde woord af, dan ligt er de beschuldiging in, dat het door ons gegeven advies strekt om de Presbyteriaansche kerkregeering in hiërarchischen vorm om te zetten.

Iets wat dan hierop neerkomt, dat wij een macht over en boven de kerken zouden willen scheppen, die bestemd was om de kerken te overheeren.

Zulk een macht bestaat in het Synodale Genootschap door het optreden van de Classicale, Provinciale en Synodale colleges, die heerschen krachtens een geoctroyeerd, één genootschap constitueerend, sreglement of statuut.

Deze ernstige beschuldiging kan nu slechts op twee dingen slaan, overmits we ons slechts over twee punten uitlieten.

Welke waren die twee punten?

Vooreerst het kerkelijk examen af te nemen van hen, die zich presenteeren voor den Dienst des Woords. En ten tweede hetgeen op de Synodale bijeenvergadering der kerken mag ter tafel komen

Wat het eerste van deze twee punten betreft, hielden we en houden we nog staande, dat het examineeren van zich aanmeldende personen door de Curatoren van de Theologische School te Kampen zóó dat dit voor het praeparatoir examen in de plaats treedt, niet strookt met de eischen van het Gereformeerde kerkrecht.

Curatoren vormen een permanent college, met een doorloopend mandaat, en kunnen als zoodanig niet geacht worden, de kerken te vertegenwoordigen.

Uit dien hoofde kunnen ze niet in de plaats treden voor de Classe, waarin telken male de kerken van zeker ressort saamkomen, en die, door een representatie van eiken kerkeraad in de Classis, metterdaad de kerkeraden tot hun recht doet komen.

We weten wel, dat de Gereformeerde kerken eertijds dit praeparatoir examen een tijdlang aan gemandateerde personen hebben overgelaten, maar dit hield verband met de toenmalige unie van kerk en overheid, en is reeds spoedig daarna afgeschaft.

Een examen door Curatoren, in plaats van door de Classis afgenomen, moge daarom ook thans voor een tijd te dulden zijn geweest, maar toch is het zeer wenschelijk dat we ook hierin hoe eer hoe beter tot de goede orde der kerken terugkeeren.

Doch hoe dit ook zij, in elk geval zal men moeten erkennen, dat wij ten deze juist het Gereformeerde standpunt verdedigen, terwijl L. L. integendeel een orde van zaken bepleit, die de kerken onder de macht van een permanent college houdt.

Wij noemden dit ««W bisschoppelijk, maar wil men dit booze woord bezigen, dan is het toch duidelijk, dat dit woord niet op het door ons verdedigde stelsel van toepassing is, maar dan veeleer slaan zou op het examineeren door een permanent college met doorloopend mandaat.

Over het tweede punt kunnen we korter zijn.

De kerken van Middelburg hebben toch, ook bij het vaststellen van den dag, waarop alles moet zijn ingekomen, waaraan op het voorloopig agendum een plaats zou worden ingeruimd, duidelijk uitgesproken, dat hiermee het inzenden van andere voorstellen niet was uitgesloten, maar dat deze voetstoots op de Synode zouden inkomen.

Hiertegen nu hebben we geen principeele bedenking.

Niet toch de kerken van Middelburg, als roepende kerken, maar de Synode zelve stelt haar agendum vast, en bezit eiken dag, dat ze bijeen is, het volstrekte recht, om dit agendum uit te breiden.-

Wat de roepende kerken ten deze doen, draagt een uitsluitend voorbereidend karakter, en dan moet er uiteraard zekere termijn gesteld.

Men kan niet den avond van den dag, waarop de Synode 's morgens bijeenkomt, zulk een voorloopig agendum laten drukken.

Ook is het goed, dat de Provinciale en Classicale saamkomsten der kerken, en evenzoo de kerkeraden, tijdig kennis dragen van wat in hoofdzaak ter behandeling is ingekomen, en rapporten van zekeren omvang dienen zij, die afgevaardigd Avorden, vooraf te bestudeeren.

Hadden de roepende kerken verldaard: Wij stellen het agendum definitief vast, en wat er op dien dag niet is, komt niet op de Synode, dan, ja, zou er oorzaak voor ernstig protest zijn geweest, en Zou de Synode dit ongeoorloofde besluit ter zijde hebben moeten leggen.

Nu de kerken van Middelburg dit wijselijk niet deden, vervalt elke aanleiding tot het maken van aanmerkingen.

Immers, indien L. L. wilde staande houden, dat geen verdere zaken op de Synode mochten inkomen en afgedaan worden, zou het dagboek van onze aloude Synoden hem zoo van rechts en van links uit het veld slaan, dat alras blijken zou, hoezeer de aloude Gereformeerde geest onzer kerken van hem was geweken.

Hij zal dit dan ook, naar we vertrouwen, niet doen.

Doch, eilieve, wat blijft er zoo op het ééne als op het andere punt, danwelbezien van heel het groote woord, dat hij zwart op wit drukken liet, over?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 april 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Bisschoppelijk.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 april 1896

De Heraut | 4 Pagina's