Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Officieele Berichten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Officieele Berichten

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met verkorting uit het Kerkblad van 8 Mei 1896.

Classis Franeker, g April 1896. Ds. J. C. Balhuizen is naar toerbeurt praeses; met goedvinden der vergadering benoemt hij Ds. J. van Goor tot assessor en Ds. W. van Lingen tot scriba.

Bij het onderzoek naar art. 41D. K, deelt Tzummarum mede, dat eene vereeniging is opgericht tot bevordering van Christelijk onderwijs. Er wordtj gestreefd naar een eigen school; alvast gaan' twintig kinderen naar twee Christelijke scholen uit den omtrek.

Op voorstel van Oosterbierum zal de Classis het navolgende ter Particuliere Synode brengen: > Art. 2, alinea van de RegeHng voor de Prov. Synode van de Geref. kerken in Friesland worde aldus veranderd: komt er in dat jaar ook eene Generale Synode samen, dan vergadert de Prov. Synode, wanneer de Synodale kerk dit voor den goeden gang der kerkelijke vergaderingen het best zal vinden."

Met het oog op de Particuliere Synode zal de zomer-Classis gehouden worden den laatsten Donderdag in Mei.

Classis Dokkum, 23 Aprü 1896.

Ds. Prins, naar toerbeurt praeses, opent.

Rapport in zake opleiding enz.

Dit rapport vindt weinig instemming; vele voorstellen worden gewijzigd, andere verworpen; ten opzichte van het praeparatoir examen vereenigt de meerderheid zich met de Nota der broeders Fernhout en Franssen.

Rapport in zake de kas voor Emeriti enz.

Ook dit rapport verwerft niet de instemming der meerderheid. Zij zou liever de zaak zoo geregeld zien, dat aan elke kerk een jaarlijksch tantum werd opgelegd naar 't tractement, welke tantums eerst in één kas gestort, worden uitgekeerd aan die 'kerken, die een Emeritus enz. hebben te verzorgen.

Rapport Zending onder de Joden.

De Classis vereenigt zich met 't gevoelen der deputaten, maar acht het voorstel thans practisch niet uitvoerbaar.

Classis Alnakerk, 29 April 1896.

De voorzitter. Ds. J. A. Goedbloed, opent de vergadering op gebruikelijke wijze.

De volgende voorstellen worden, tér doorzending naar Particuliere en Generale Synode, aangenomen :

a. De Classe verlangt als voorheen i ex. voor elke kerk van de ïActa der Generale Synode", van 1896.

b. De Classe vraagt dringend rekemng en verantwoording, alvorens de kosten door de kerken betaald worden.

c. De Classe spreke uit, dat billijkheid een procentsgewijze verdeeling der kosten eischt.

d. De Classe dringe aan op bezuiniging der kosten van de Generale Synode door spaarzaam te zijn met het benoemen van deputaten voor allerlei zaken, en wenscht licht in de wijze, waarop het drukken der rapporten etc, wordt

e. De Generale Synode spreke opnieuw hare afkeuring uit, dat sommige kerken nalatig zijn in het houden van de door de Generale Synode vastgestelde collecten, en wekke ernstig op tot

De Classe kan geen instemmbg betuigen met het rapport in zake opleiding van aanstaande

Het voorstel der Curatoren van de Theol. School wordt door de vergadering, voor zooveel haar aangaat, aangenomen. Het rapport voor de Zending onder de Joden vindt eveneens instemming.

Classis Groningen, 30 April 1896.

Ds. Plet opent als praeses de vergadering met gebed en het lezen van Gods Woord.

De vergadering bespreekt o. a. de rapporten in zake de opleidmg van Dienaren des Woords. Na uitvoerige discussie, wordt, inzake de gymnasiale opleiding, het volgende voorstel aangenomen: sDe Classis, van harte instemmende met de poging der Curatoren om het peil der litterarische studiën aan de Theol.School te verhoogen en zooveel mogelijk te regelen, meent toch, dat de voorgestelde verandering geheel ingrijpt in het karakter der Theol. School, en legt daarom het voorstel, wat betreft de gymnasiale opleiding, ter zijde."

Wat betreft de verschillende voorstellen der Rapporteurs komt de vergadering tot het resultaat:

a. dat omtrent de eischen bij het admissieexamen voor de Theol. Faculteit, de stemmen staken tusschen de voorstellen van de meerderheid en de minderheid der Rapporteurs;

b. dat al de andere voorstellen van de meerderheid der Rapporteurs met geringe wijziging worden aangenomen,

ZENDING ONDER HEIDENEN.

Kort verslag der vergadering van Deputaten tot de Zending onder Heidenen en Mohammedanen, op 14 en 15 April 1896, te Utrecht.

Aanwezig zijn de BB.: Van der Valk, Lion Cachet, Gispen, Sypkens, Van Haeringen, Noordewier, Lindeboom, Wagenaar, Hovy, Van Minnen en Feringa, benevens de Zending-Director en de Penningmeester.

Afwezig zijn de BB.: Hessels, Bouma en De Gaay Fortman roet kennisgeving; en zonder kennisgeving Br. Seegers.

Br. Van Minnen opent de eerste zitting met gebed en met voorlezen van Psalm 132.

Br. Van der Valk leest de notulen der vorige Vergadering, welke goedgekeurd werden.

Vervolgens wordt de afwijkende nota (in het vorig verslag vermeld) gelezen; maar na lange discussie besluit de Vergadering, .deze zaak tot den volgenden dag aan te houden en inmiddels dien afwezigen medeonderteekenaar telegrafisch ter Vergadering te noodigen.'

De, ingevolge opdracht der vorige Vergadering, aan het Moderamen opgedragen, redactie-veranderingen in het toen vastgesteld advies in zake Zendings-methode, worden gelezen en goedgekeurd.

De ingekomen gewijzigde Statuten der Ned, Geref, Zend.-Vereen. worden rondgedeeld. De Voorzitter brengt den dank der Vergadering aan Br. Hovy voor zijn arbeid tot het verkrijgen dezer Statuten,

Intusschen is de eerste zitting met dankgebed gesloten door Br. Gispen, en de tweede met geibed geopend door Br, Wagenaar.

Aan de orde komt nu het preadvies van het Moderamen in zake de Opleiding tot Zendelingen. Hierover is de Zendings-director Rapporteur. Na voorlezing wordt dit Rapport ernstig besproken en vervolgens met algemeene stemmen aangenomen.

De tweede zitting wordt met dankgebed gesloten door Br, Lion Cachet.

De derde zitting wordt met gebed geopend door Br. Van Haeringen, ook Br, De Gaay Fortman is nu aanwezig, Br. Hovy ontbreekt ditmaal.

Hierin geschiedt allereerst voorlezing van het Binnenlandsch Rapport door Br, Van der Valk als Rapporteur. Na discussie wordt het eenparig goedgekeurd. Het loopt over de jaren 1893— 1896,

De zaak der afwijkende nota, den vorigen dag aangehouden, komt nu aan de orde, en wordt tot oplossing gebracht,

Br, Donner, leest vervolgens het praeadvies van het moderamen, in zake de belangen van Batavia en van Soerabaia. Ook dit wordt na bespreking goedgekeurd met algemeene stemmen.

De derde zitting wordt met dankzegging ge-sloten door Br. Noordewier.

De vierde zitting wordt met gebed geopend door Br. Lindeboom.

Hierin komt nu aan de orde het Indisch Rapport over 1893—1896, namens het Moderamen ingediend door Ds, Lion Cachet. Dit wordt afdeelingsgewijze besproken en goedgekeurd met algemeene stemmen.

De vierde zitting wordt met smeeking en dankzegging gesloten door Br. Wagenaar,

De vijfde zitting wordt met gebed geopend door Br. Donner.

Aan de orde is nu de vaststelling der Conclusie inzake Batavia en Soerabaia, en eene kleine wijziging in het financiëele deel van het Methode praeadvies.

Vervolgens het financieel Rapport, dat met dankzegging van Br. Lindeboom ontvangen wordt, en na bespreking met kleine wijzigingen eenparig goedgekeurd.

Vervolgens stelt Br. Feringa namens het Moderamen een Naschrift op de gezamenlijke Rapporten voor. Eenparig aangenomen.

De Penningmeester_wordt met dankzegging gedechargeerd.

Als Rapporteurs worden naar de Synode afgevaardigd de leden van het Moderamen en de Zendingsdirector en als Secundus Br. Lindeboom.

De uitgave van de Rapporten wordt verder geregeld.

Voorts eenige andere'zaken (o, a. een polemiek tegen „Het Mosterdzaad", een aanbieding van gelden, een missive uit Alkmaar) besproken. In zake deze polemiek worden een verslag van 1891 en een brief uit Batavia gelezen, alsmede de noodigc mededeeling uit vroegere notulen. Deze zaak wordt tot zorgvuldige voorbereiding van de behandeling naar het Moderamen verwezen. Deputaten nemen deze zaak als hun zaak over.

Nog wordt medegedeeld het inkomen van stukken van Br. Adriaanse. De brief, dd. 23 Februari, wordt gelezen. Verder wordt de voorbereiding der behandeling van deze stukken aan het Moderamen opgedragen.

Een voorstel wordt voorgelezen, luidende: > om aan de kerken een ure van gebed en verootmoediging en een extra-collecte te vragen op den Zondag vóór — of na — 23 Juni; wegens 23 Juni 1596—1896". Dit wordt niet aanvaard ; maar wèl besloten, iets hierover te pubHceeren in de officiëele organen.

De vijfde zitting wordt met dankgebed gesloten door Br. Gispen.

Namens hei Moderamen.

J. H, FERINGA, Scriba.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 mei 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Officieele Berichten

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 mei 1896

De Heraut | 4 Pagina's