Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Martelaren.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCXVII.

NICHOLAS SHETERDEN.

De tzde Juli 1555 was aangebroken; ook over de stad Canterbury. Deze dag was voor de Roomsche kerk een dag van triomf, maar tevens voor de kerk der Hervorming een dag der rouwe, wijl zij toen twee harer dienaren op den brandstapel zag sterven. Een dezer was John Blend, een man van zoo vesUijdige 'ontwikkeling, dat hij voor vele zaken gebruikt werd. Zelfs mannen, die in dien tijd naam maakten, zooals: De Sonds, bisschop van Worcester en later aartsbisschop, van York, is hij ten leermeester geweest. Nadat hij tot de bediening des Woords te Rolverden geroepen was, diende hij de kerk des Heeren met zeer veel ijver en toewijding, Waardoor hij veel vijanden kreeg. Dezen vervolgden hem en brachten hem in den kerker. Het gelukte zijnen vrienden echter tot tweemalen toe hem te verlossen. Doch telkens ging hij weer het Evangelie prediken, zoodat hij opnieuw gevangen werd. Toen hij ten derden male in den kerker was, wilden zijne vrienden hem opnieuw uit den kerker halen, mits hij beloofde, dat hij niet meer zou prediken. Dat weigerde hij beslist. Tot den einde toe volhardende, stierf hij in de vlammen, tegelijk met den predikant van Adisham, John Frankish, alsmede met Humfrey Middleton en Nicholas Sheterden. De twee laatstgenoemden waren oorspronkelijk hands werklieden. Zij bezaten echter een kennis en vroomheid, welke men bij dien stand niet zou verwacht hebben.

Van Nicolaas Sheterden's martelaarschap zijn nog overgebleven zijne beide mondgesprekken met den aartsdiaken Harpsfield en met Robert Collens, den commissaris van de diocese van Canterbury, alsmede enkele brieven.

Bij het eerste gesprek voerde de aartsdiaken hem tegemoet dat de eenvoudige woorden van Je sus Christus: sDatismijn lichaam enz." veranderen de zelfstandigheden van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus.

Hierop antwoordde Sheterden, dat, indien de gemaakte opmerking waar was, uit de woorden: »Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in mijn bloed" het besluit moest getrokken worden, dat zij den belter des Avondmaals veranderden in het bloed van Christus. Harpsfield was door dit antwoord dermate verlegen, dat hij zich van het gesprek met den martelaar zoo spoedig mogelijk afmaakte, het aan den reeds genoemden commissaris Collens overlatende den strijd voort te zetten. De commissaris deed zulks en vernieuwde den aanval op den martelaar. Vanzelf werd er weer gehandeld over de wezensverandering in het Avondmaal. Met name gold het de vraag, of het wel of niet geoorloofd was de woorden: Dat is mijn lichaam letterlijk en de andere: Deze beker is het Nieuwe Testament in mijn bloed figuurlijk op te vatten in dien zin, dat de beker voor den wijn zou mogen genomen worden. Het laatste handhaafde Sheterden, de bisschop daarentegen het eerste.

Daar deze niet opgewassen bleek tegen den eenvoudigen belijder des Heeren, veranderde hij van onderwerp en beweerde, dat de menschheid van Christus op twee plaatsen tegelijk kon zijn. Dat bewees hij uit Joh. 3 : 18, waar staat: Niemand is opgevaren, dan die uit den hemel nedergekomen is." Volgde dat er nu uit, dan zou ook het lichaam van Christus in den hemel en op den aarde tegelijk zijn. Hiermee meende de commissaris de tegenwoordigheid van Christus' menschheid zoowel in den hemel als in het Avondmaal te kunnen bewijzen. Doch Sheterden wees hem er op, dat hij, wanneer hij deze woorden zoo verklaarde, overhelde naar de Doopsgezinden, die immers leeren, dat de Heere Jezus zijne menschelijke natuur uit den hemel had medegebracht en dus ook derwaarts medegenomen had, toen Hij ten hemel voer. «Neen, " hernam Sheterden »zoo moogt gij deze en dergelijke gezegden niet verstaan. Hier is sprake van de Goddelijke natuur des Heilands."

Na nog eenigen tijd op dit punt het gesprek voortgezet te hebben, was de commissaris de eerste die het staakte. De wijze en geleerde had zich niet kunnen handhaven tegenover den eenvoudigen handwerksnjan, die zich alleen aan Gods Woord hield. Toch ging de eerste vrij uit en keerde de andere naar zijnen kerker terug, om daar zijn doodvonnis af te wachten.

In dien tijd heeft hij nog menige schoone en heerlijke getuigenis over de waarheid Gods doen uitgaan tot de geloovigen, die hij vermaande de valsche kerk en hare afgoderij te ontvluchten en zich bij de ware te voegen. Eindelijk kwam voor hem en de andere drie martelaren die reeds genoemd zijn, de ure van sterven. De vlartimen verteerden hunne lichamen, maar hunne zielen werden opgenomen tot den Heere Jezus.

Op deze wijze werd het aantal martelaren dagelijks grooter. Sommigen beweren, dat in nog geen twee jaren van de regeering van Maria de Bloedige 800 menschen zijn ter dood gebracht, volgens de opgave van den aartsbisschop Grindal. Anderen geven echter een kleiner getal op, namelijk van'^284, waaronder dan 5 bisschoppen, 21 godgeleerden, 8 edellieden, 84 handwerkslieden, 100 boerenarbeiders, Ï6 weduwen, 9 jonge meisjes en 4 kinderen.

De Roomsche geschiedschrijver Lingard schat het aantal dergenen, die om der wille van hun geloof onder Maria omkwamen, op omstreeks 200, maar hij rekert er niet onder degenen, die als verraders ter dood werden veroordeeld; evenmin de ketters, die toch, volgens hem, ook zouden veroordeeld zijn door de Gereformeerde kerk.

Van vele martelaren zijn ons niet veel cseer dan de namen overgebleven, zooals /an Christopher Wade, die te Danthfor werd verbrand, Dirch Carver te Leves, John Lounds te Starning, Richard Hook en Thomas Jocxon te Chischester, Nicholas Hall te Rochester en Marguy PoUey, eene weduwe, te Tunbridge.

John Aleworth stierf den len Augustus in den kerker van Reading en den daaropvolgenden dag James Abois, die te Bury-Saint-Edmunds werd verbrand.

DE GAAY FORTMAN.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 september 1896

De Heraut | 4 Pagina's

De Martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 september 1896

De Heraut | 4 Pagina's