Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

AL VERDER.

Onder deze woorden was hij opgesprongen, en had hij zich voor den waard geplaatst, terwijl hij de hand dreigend aan zijn zwaard sloeg. De man bleef echter even bedaard.

«Vergeef mij, wanneer ik verkeerd gesproken heb, " zei hij, en trok Egbert weder op zijn zetel. sNiets is verder van mij, dan wantrouwen jegens uw meester en u. Doch het stof der straat zal u nog in de keel zitten, en dat maakt u een weinig norsch. Drinkt daarom allen nog eens, opdat de vroolijkheid in ons hart moge terugkeeren."

Egbert liet zich door de sussende woorden van den waard tot kalmte brengen en ging weder zitten. Laatstgenoemde zorgde, dat Egberts beker niet ledig bleef.

Waar de keizer van leeft? " sprak thans Kunald, > wel, op dit stuk kunnen wij onbezorgd zijn. Onze heer heeft schatten medegebracht, die meer waard zijn dan een koninkrijk; edelgesteenten, bijna nog grooter dan mijn vuist."

Ja, " bevestigde Wolfram, jik heb ze zelf gezien. In het licht vonkelen ze zoo sterk, dat men er door verblind wordt."

Wat ge zegt!" riep de waard, wien door deze woorden een zware last van het hart genomen was, want hij was inderdaad bevreesd geweest, dat zijn voorname gast niet zou kunnen betalen.

Het viertal bleef nog eenigen tijd drinken, en de waard zorgde, dat het aan voorraad daartoe niet ontbrak, totdat hun oogen, door de vermoeienis der reis en den invloed van den wijn, eindelijk dichtvielen en zij hun leger opzochten.

Voor den zoogenaamdcn keizer begon nu een heerlijk en vreugdevol leven. De Raad gaf hem spoedig na zijn aankomst een plechtig banket, en de gast verzuimde niet met een ander groot feestmaal, waartoe hij de aanzienlijkste burgers der stad uitnoodigde, de beleefdheid van den Raad te beantwoorden.

Doch het bleef niet bij het geven van feestmaaltijden. De vreemdeling gedroeg zich alsof hij de echte keizer was. Hij richtte een geheele hofhouding in, waarbij ridders en schildknapen aangesteld werden, en het gerucht dat hij de echte keizer Frederik was, had zich overal snel verbreid. Van de zijde der Keulenaats werd echter alles beproefd om te beletten, dat de vreemdeling in aanzien steeg. Op zekeren dag verscheen een gezantschap van Keulenaars, die den Raad der stad Nuis trachtten te overreden, zijn gast uit de stad te jagen. Doch dat bekwam hun slecht. De inwoners van Nuis deden den Keulenaars heftige verwijten, wijl zij aan de duidelijke bewijzen, die de vreemdeling voor zijn echtheid had bijgebracht, geen geloof geschonken en hem mishandeld hadden. De Keulenaars daarentegen klaagden de anderen aan van roekeloosheid, ja van landverraad, wijl zij om een vreemdeling, wiens afkomst eigenlijk niemand bekend was, hun wettigen koning afvielen. Genoeg, de Keulenaars moesten onverrichterzake weder aftrekken, en de vijandschap tusschen de beide steden was van dien dag aan nog grooter dan te voren. De Raad der stad Nuis gaf een belangrijke som, die door de stad als een jaarlijksche schatting aan den vreemdeling zou worden uitbetaald.

Toen deze zag, dat de inwoners van Nuis beslist op zijn hand waren, trad hij met nog grooter vertrouwen op. Hij stichtte een eigen gerechtshof, dat alle belangrijke rechtspraken besleclitte. Insgelijks bïzat hij een kanselarij, van waaruit gewichtige besluiten de wereld ingezonden werden. Zoo steeg het aanzien van den man, die zicli keizer noemde, met den dag. Belastingen, die aan koning Rudolf ongaarne betaald werden, en die men vaak met dwang had moeten innen, werden den nieuwen vorst vrijwillig betaald. Ook de Joden, die in de keizers uit het huis van Hohenstaufers altijd beschermers gehad hadden, verklaarden zich voor den man, die beweerde een der Hohenstaufen te zijn. Of nu de Joden werkelijk geloofden met een keizer te doen te hebben, laat ik daar. Misschien was 't hun enkel om voordeel voor zich zelf te doen. Dit is zeker, dat zij den vreemdeling met groote sommen steunden.

Zoo kon dan de raadselachtige man zich met waarlijk vorstelijke pracht bekleeden en vertoonen. Hij verzuimde dit ook niet, en gebruikte tevens de ruime middelen, die hij nu bezat, om door rijke geschenken diegenen te winnen, welke vroeger minder genegen schenen hem te erkennen, en, gelijk de Schrift zegt van het geschenk, waarheen het zich wendt, zal het wel gedijen. Thans wendde de zoogenaamde keizer zich ook tot hen, die als zijn bloedverwanten en betrekkingen moesten beschouwd worden. Niet alleen schreef hij brieven aan oude vrienden van keizer Frederik II, maar ook aan diens rechtstreeksche afstammelingen. Zulke waren b.v. de landgravin van Thuringen, Frederik smet den gebeten wang" en Dietzman, kleinzonen van keizer Frederik, en hertog HendrikdeWonderlijke van Brunswijk. Zooveel schijn van waarheid lag in de bewijzen die de vreemdeling aanvoerde, dat al deze hooge personen zelf hem erkenden als keizer Frederik.

Gelijk te begrijpen is, werd nu dit voorbeeld door vele minderen gevolgd. Wie nog getwijfeld had, hield daarmede op, nu zelfs de bloedverwanten overtuigd waren. De aanhang van den vreemdeling werd thans echter in korten tijd zóó sterk, dat het er voor koning Rudolf van Habsburg zeer kwaad begon uit te zien.

Daarbij echter kwam nog een gebeurtenis, die den staat van zaken voor den vreemdeling nog gunstiger maakte dan eerst. Welke dit was, hopen we weldra te zien.

AAN VRAGERS.

sHoe is te verstaan de beeldspraak: »Wentel uwen weg op den Heere." Een weg is toch moeilijk te wentelen? " zoo vraagt onze vriend J. E. uit N.-A.

't Antwoord is, dat de uitdrukking swentelen" (of wel srollen") of sergens heen doen gaan", het daarheen doen bewegen, duidelijk is, als men sweg" maar goed weet te duiden. sWeg" is hier, gelijk meer in de Schrift, swerk", svoornemen", gelijk men ook van den levensweg spreekt, als men bedoelt wat daarop wordt ondervonden. Welnu, al onze gedachten en werken, al onze zorgen en nooden moeten we op den Heere wentelen, Hem bevelen., gelijk dat ook in som mige vertalingen staat.

CORRESPONDENTIE.

E. te P. We zullen ons best doen, en u dan zoodra mogelijk het gevraagde zenden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 oktober 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 oktober 1896

De Heraut | 4 Pagina's