Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Demonstratie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Demonstratie.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het ofïicieele verslag in het Oosten van de samenkomst te Neerbosch is thans genaderd tot de bekende vergadering van Woensdagavond, waarin de heer Lohman sprak. Hetgeen daarin als door hem gesproken voorkomt, bevestigt hetgeen wij onlangs mededeelden, dat zijnerzijds geen demonstratie'was bedoeld.

Over het kritieke punt toch lezen we in Tiet ver^a^, ats dbör Ireni géxeg& l' dit:

Ik beweer dus niet, dat een politiek man nergens goed voor is, en ik zeg derhalve: bidt ook gij voor de politieke mannen. Gij, die u wijdt aan de philantrophie, ontmoet veel teleurstelling, veel ondankbaarheid, maar gij ontmoet toch ook veel voldoening. Gij ontmoet menigmaal menschen, die op later leeftijd u danken, dat gij ze hebt mogen redden; gij ontmoet veel vrienden, veel liefde, maar van dat alles ontmoet de politieke man weinig. Hij wordt soms geëerd; als hij daar heel veel om geeft, is dat een belooning; maar liefde ontmoet de politieke man nooit. Hij moet wetten maken; als de een klaar is de andere. De wet is een dorre letter en er is niemand, die er hem voor dankt. Daarom zeg ik: als gij denkt aan politieke mannen, bidt ook voor hen, want ook zij staan in den dienst van den Heere Jezus. Dat moeten we niet uit het oog verliezen. Wij hebben elkander noodig, of liever, wij hebben allen zonder onderscheid Jezus Christus zelf noodig. Dat is het allereerste beginsel van het ware antirevolutionaire staatsrecht. Wat wij doen op het terrein van de politiek en op dat van de philantropie is ten slotte niets anders dan den Heere onzen God lief te hebben en onze medemenschen als onszelven.

Nu daargelaten de vraag, of het waar is, dat de politieke man nooit liefde ontmoet, alsook of het juist gezegd is, dat het geven van zich zelf - ihet allereerste beguisel van antirevolutionair Staatsrecht, " niet van antirevolutionaire practijk in de politiek, maar van het Staatsrecht is, ligt op zich zelf in deze woorden zeker niets demonstreerends.

Intusschen is hiermede de zaak nog niet tot klaarheid gebracht.

Onmiddellijk toch op de rede van den heer Lohman volgt in het verslag:

Ds. De Jonge dankte Prof. Lohman voor zijn woord, stelde in 't licht, dat er behoefte is aan eenheid en dat het zoo goed is, wanneer broeders van verschillende roeping hun getuigenis laten hooren. Daarop noodigde hij Ds. W. Hoek van Brussel uit de aanwezigen toe te spreken.

Hier nu worden twee dingen verzwegen: *. wat Ds. De Jonge op het gesprokene van den heer Lohman sprak, en 2". dat de vergadering daarop met Ps. 134:3 hem toezong.

Die verzwijging is wel eenigszins vreemd.

Juist dit feit trok algemeen de opmerkzaamheid, en bladen die over heel de verdere samenkomst van Neerbosch zwegen, haastten zich dit feit wereldkundig te maken

En zie, het officieele verslag, dat anders elk woord weergeeft, verzwijgt Mer zelfs het geheele voorval.

Sterker nog, het verslag sluit het voorval uit.

Er staat toch: Daarop, d. i. nadat Ds. De Jonge gesproken had, nam Ds. Hoek het woord.

Ter afwisseling van deze zonderlinge weglating sta hier uit dit laatste woord deze lezenswaardige aanhaling:

Als we spreken van krankheden, laat ons dan ook ons zelf niet vergeten; laten we dan ook spreken over eigen krankheden en vragen: welke is onze eigen krankheid in ons eigen geestelijk leven. Ziet, dan moeten we tot de belijdenis komen, dat er nog wondeplekken zijn aan het lichaam van het Christelijk gemeentelijk leven. Wanneer we in onze gedachten het leven der maatschappij overzien, dan nemen we iets waar wat mijne oogen ook in Brussel waarnamen n.l. dat er een zekere krankheid is, waaraan, te midden van al den arbeid, de Christenen onzer dagen lijden, een krankheid, die, als we er oog voor krijgen, ons met vrees kan vervullen. Ik las dezer dagen een boekje van Kierkegaard: »Wees gewaarschuwd" en vond daarin de volgende uitspraak: Als wij Christenen zoo vroom zijn geworden, dat we niet meer sidderen tegenover de Heiligheid Gods, dan zij God onze ziel genadig. Hij, die dat boekje inleidt, vestigt daar de aandacht op en geeft deze teekening van het Christelijk leven onzer dagen, dat onze vroomheid in zich verbergt een wereld van ^lichtzinnigheid." Wat is de krankheid van ons eigen Christelijk leven ? In één woord, — als het niet waar is, wischt het uit uw geheugen, — ijdelheid. Het Christelijk leven verteert zich ook in Brussel bij velen in ijdelheid. Dat is de zonde van het einde dezer eeuw, van zoo menigen Christen, die allerlei vereenigingen opricht, van zoovele kransen en kringen, waarin hij zich beweegt. IJdelheid, laat ik u die zonde noemen als de samenvatting van velerlei kwaad, als de zonde, die de wortel is van allerlei ongerechtigheid, ook te midden van het Christelijk leven.

Aan dit woord onze hulde.

Dit is metterdaad het kwaad, altoos weer door het Methodisme gevoed.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 november 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Demonstratie.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 november 1896

De Heraut | 4 Pagina's