Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Humpata.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Humpata.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot onze blijdschap heeft de heer Biewenga, die een tijdlangzelf onder de Kaffers in Humpata werkte, dan eindelijk toch vrijheid gevonden, om ons persoonlijk in te lichten.

Ten deze heeft zijn woord uiteraard meer gezag dan van iemand anders, ook omdat hij ons een duidelijk beeld geeft van den toestand.

Zijn schrijven luidt aldus:

Het is voorzeker een hoogst verblijdend bericht, dat, onder opschrift van: «Oproeping uit het Kafferland" in de Heraut no. 986 te lezen staat.

Het is een heuglijk nieuws, dat er onder de Transvaalsche Boeren liefde voor de Zending begint te komen.

Wit den Macedonischen roep uit Humpata, prov. Angola, W.-Afrika betreft, deze is niet zoo nieuw als hjj in de Heraut voorgesteld wordt.

Voor anderhalf jaar töch weyd drezelfde roep­ stem reeds vernomen, en heeft daon^ergeteekende toen iets daarover in de Bazuin geschreven.

Nog heeft hun roepen echter niet gebaat, zoo het schijnt; want zij zijn nog zonder onderwijs, nog zonder leéraar.

Niet lang zal het echter meer duren, of zij worden geholpen; dat kan niet anders, want zij blijven roepen. Zij hebben reeds samen een kerkje gebouwd, dat tevens als school dienst kan doen. Hoe konden ze met het bouv/en beginnen, indien zij niet vastelijk vertrouwden, dat er iemand zou komen om hen te onderwijzen!

De ondergeteekende is eenigen tijd onder deze kleurlingen werkzaam geweest. Hij heeft eene gemeente (als hij zoo mag' spreken) om zich verzameld van ruim zeventig zielen; deze eiken Zondag onderwezen, welk onderwijs zij met veel genot en zegen ontvingen.

Nu zou het verreweg het beste geweest zijn, I dat zeer gezegend werk onafgebroken te hebben [ voortgezet; maar wijl er destijds met het onderwijs der blanke kinderen weinig te verdienen viel, en de kleurlingen nog geen kerk of school hadden, waarin men kon vergaderen, evenmin geld om dadelijk iets ter bezoldiging te betalen, was de ondergeteekende bijna genoodzaakt dat werk, tenminste voorloopig, op te geven.

Hierbij kwam, dat zoowel Ds. J. Vorster, predikant der Boerengemeente van Humpata, als schrijver dezes, stellig dachten, dat er zeer spoedig iemand uit Z.-Afrika zou komen om dat begonnen werk voort te zetten, die dan ondersteuning van de kerk zou moeten ontvangen; want zonder geldelijke ondersteuning zich aldaar te vestigen is zeer gewaagd, ja ondoenlijk als men onbemiddeld is.

Wel is waar hebben de kleurlingen 150 pond sterling beloofd.^ en niet, zooals de broeder uit Pretoria meldt: »dat er jaarlijks 150 p. st. door de kleuringen-van Humpata worden bijeengebracht." Zij hebben zooveel beloofd; en gewis, p ook niet met het doel om het nimmer te betalen. Men moet echter vreten, dat men te Humpata onder de Boeren en Kleurlingen wel zegt, b.v.: sik geef één pond", (d. i. 12 gulden); maar wijl er te Humpata slechts bankbiljetten zijn van de Bank van Loanda, en deze geen ponden^ maar reis uitgeeft, zoo betaalt iemand die een pond wil geven 4500 reis, dat is volgens 't algemeen gezegde aldaar gelijk aan één pond sterling, maar in werkelijkheid is het lang niet zooveel. Hier in ons land krijgt men voor een 1000 reis Loanda-bankbiljet slechts ƒ 1.80. Zoo ziet men, dat zij wel in naam 150 p. st. of/1800 betalen, maar in werkelijkheid niet.

Hier komt nog bij, dat al de kleurlingen van Humpata, met uitzondering van 2 of 3, bepaald arm zijn, en alleen eenig geld verdienen door zich als transportrijder te verhuren. Wanneer er nu altijd zulk werk genoeg was, en zij zulken moeilijken en ongezonden arbeid konden volhouden, dan zouden zij meer dan genoeg kunnen verdienen; maar dit is volstrekt niet het geval, zoodat men vermoedelijk niet altijd op f 1800 kan rekenen.

Komt er echtar iemand om hen te onderwijlen, en valt deze in hun smaak, dan zullen er zich spoedig meer bij de sgemeente" voegen, die ongetwijfeld ook iets zullen bijdragen.

Welk begrip sommige kleurlingen van geld hebben, kan men uit het volgende zien.

Wij vroegen éen hunner, hoeveel hij wdide bijdragen voor een leeraar. Hij.klapte met de hand op zijn oude broek, die bijna niet meer den naam van »broek" waard was, en zei beslist: „Ek sjee 10 pond!" „Maar weet ge wel hoeveel 10 pond is ? " zeiden we. Neen, dat kon hij niet uitrekenen, maar hij wist wel, dat hij het gemakkelijk kon betalen. sMaar let wel, 10 pond is 45000 reis !" Dit deed hem schrikken, vijf en veertig duizend reis.^ neen dat was toch al te jbanje"; zes pond wilde hij dan geven, want in een paar maanden kon hij best 6 pond verdienen, meende hij, en dan kon hij nog 10 maanden voor zijn gezin werken.

Misschien zijn er meer onder hen, die, onnadenkend, te veel beloofd hebben. Wij willen echter het beste hopen.

De Gereformeerde kerk van Z. Afrika is thans met de zaak der Zending ernstig be^iig, en men zal op de e. k. Synode tot eene beslissing komen, of men zal zenden of niet.

Wordt er niet iemand door de Gereformeerde kerk van Z. Afrika naar Humpata gezonden, dan zal er hoogstwaarschijnlijk direct iemand van elders heengaan, om dat gezegend werk voort te zetten. Men wacht alleen nog tot na de Synode, die i Maart '98 zal aanvangen.

Hierop lettende, zou ik den leeraren onzer kerk niet onvoorwaardelijk durven aanraden er heen te gaan, tenzij ze door de Gereformeerde kerk van Z.-Afrika daartoe gekozen worden. Anders zou het kunnen gebeuren, dat er twee of meer leeraars kwamen, en éen kan het vooreerst te Humpata wel af.

Ds. J. Vorster, nu ruim twee jaar te Humpata onder de Trekboeren werkzaam, denkt in Juni e, k. wederom naar Oranje Vrijstaat te gaan, zoodat dan ook de Boeren te Humpata zonder leeraar zullen zijn.

Tot nu toe schijnt geen predikant het lang te Humpata vol te kunnen houden; hoe wenscheiijk het anders moge zijn, dat er voortdurend een leeraar is. d h

Een leeraar heeft aldaar het genot van een flink traktement, een nieuwe, goed ingerichte pastorie met een mooien tuin. De eetwaren zijn er tamelijk goedkoop, en er groeit een overvloed van heerlijke vruchten; zoodat men, wat dat betreft, het niet beter kan begeeren. Natuurlijk zijn er vele ongemakken, die men zoo in ons land niet heeft; doch over 't geheel genomen is het er niet onaangenaam te wonen. b l

Ten slotte zij nog opgemerkt, dat de kleurlingen te Humpata niet alleen zijn: Kaffers.^ zooals minder juist de Heraut vermeldt; maar behalve de Kaffers, die ook weer tot verschillende stammen behooren, zullen de zitplaatsen der kleurlingen-kerk worden ingenomen door Hottentotten, Boschjesmannen, Negers, zoowel eenige Wamboo's, inboorlingen van Hum.pata, als enkele negers ver uit de binnenlanden afkomstig, die als slaaf te Humpata zijn ingevoerd en nu bij de Boeren werken. Voorts twee z. g. Basters, éen Maleier, en ook zullen misschien de Berg-Damara's wel eens een kijkje gaan nemen.

Indien er eens in de Portugeesche taal gepreekt werd, zou het mij niet verwonderen, of de Kolonisten van Madeira zouden wel genegen zijn het te hooren.

Er is dus overvloed van werk, en zoo het zich aanvankelijk laat sanzien zullen er spoedig schoone vruchten gezien worden, als er onder al die natie's gearbeid wordt.

Geve de Heere, dat er zeer spoedig iemand heengezonden wordt, om aan deze roependen wederom de groote 'blijmare te verkondigen.'

Zijtdijk.

Wat we nog niet recht vatten is de verhouding tusschen den , predikant van de Trekboeren, en dè missie onder de Kaffers.

Is de gemeente der Trekboeren zöo groot. dat de predikant niet tevens voor de Kaüfer-Christeaen kan zorgen ? Of gaat dit niet saam ? •

Of wel, zou het mogelijk zijn, dat na het vertrek van den tegenwoordige n titularis, een predikant derwaarts beroepen werd, die de zorge voor beide groepen van Christenen in zich vereenigde ?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 december 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Humpata.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 december 1896

De Heraut | 4 Pagina's