Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Dat er een gebod uitging van den keizer Augustus.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Dat er een gebod uitging van den keizer Augustus.”

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

En het geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van den keizer Augustus, dat de geheele wereld beschreven zou worden. Luk. 2 : i.

Twee oude Romeinen zijn er, die heel de Christenheid sinds eeuwen kent, en die tot aan 's Heeren wederkomst toe elk hun eigenaardigen roep in Christus' kerk behouden zullen: de meest bekende Pontius Pilatus^ omdat zijn naam in de Geloofsartikelen staaf, en na hem keizer Augustus^ uit het Kerstverhaal van Lukas twee.

Nu nog, als er op Java of in China, op de Zuidzee-eilanden of in Korea Zendingsdienst voor Christus uitgaat, wordt voor die volken die van oud-Rome nauwelijks afweten, toch vastelijk de naam van dit tweetal genoemd. Van »keizer Augustus, onder wien het gebod uitging" en van Pontius Pilutus, onder wien Christus heeft »geleden."

En dat we die twee namen saim nemen, niet Augustus apart en Pilatus apart, maar die twee bijéén, geschiedt deswege terecht, omdat de landvoogd niets deed dan den keizer vertegenwoordigen. Feitelijk is het alleen zijn keizermacht die in beide namen tegen de Koningskroon van het > heilig Kind" in Bethlehems kribbe over staat.

Want zeker, er speelt en spreekt een wonder sa3, mvallen in, dat Augustus die van Jezus niet wist en tot aan zijn sterven aan Jezus niet dacht, uit het verre Rome «een gebod laat uitgaan, " waardoor Maria naar Bethlehem trekt, zoodat toch ten slotte Micha's profetie van Bethlehem-Ephrata uitkomt, maar toch niet dat schijnbaar toevallige uitkomen der profetie is hier hoofdzaak.

Er spreekt in de bijeenvoeging van llonu en Bethlehem^ in de saamvoeging van Jesus' en Augustus' naam een veel dieper zin en veel machtiger Godswoord, hetzij ge van de kribbe van Bethlehem op Bethlehems verleden in Izaks dagen teruggaat, of wel de majesteit indenkt waarmee Jezus' naam tenslotte de macht van Roraes keizer brak, en nog steeds den overmoed van alle keizerlijke overmacht intoomt en ten slotte vernietigt.

Bij de glorie van den straks verheerlijkten Christus vergeleken, treedt de macht van het keizerrijk derwijs in de schaduw, dat ge voor het eeuwig-jeugdig Bethlehem het oude Rome schier vergeten zoudt.

En toch ook dat mag niet.

Ook in dat oude Rome had eens.een kimstwerk onzes Gods geblonken.

Ook dat zal herdacht worden.

En daarom laat God in zijn Woord den naam van keizer Augustus boven het Kerstverhaal schrijven, en straks den naam Vixi Pontius Pilatus opnemeft, in ^et korte Geloofsummier, dat heel Christus' kerk, eeuw in eeuw uit, bij alle volk en onder alle hemelstreek belijden zal.

Uw Heiland moest niet maar zijn bloed voor u vergieten, om in dat bloed u van uwe zonden te wasschen, maar sterven onder vonnis, d.i. van den wereldlijken rechter geoordeeld zijnde.

Zijn bloed had hij ook door sluipmoord kunnen vergieten. Ook in een oploop had men hem kunnen nedervellen. Als Johannes de Dooper in Machaera's kerker had men uw Jezus in een der kuilen van Jeruzalems gevangenissen kunnen onthoofden.

En ook dan zou zijn bloed gevloeid hebben, maar aldus zou zijn bloed u niet hebben verlost.

Op het recht komt het in zijn zelfsofferande aan.

Gij moest rechtvaardig gemaakt. Gods geschonden recht moest hersteld, En daarom hij geoordeeld door den rechter, opdat gij in de vierschaar des Almachtigen vrij zoudt uitgaan.

Deswege nu staat in uw Geloofsartikelen Pontius Pilatus, de rechter^ met name genoemd.

Let er wel op, niet Herodes, en niet Cajaphas, maar Pontius Pilatus, de Romeio, omdat alleen de Romeinsche rechter toentertijd in Israël de oppermacht bezat^ om te beschikken over ^even en dood.

Het Sanhedrin mocht Jezus uitwerpen als Godloochenaar, Cajaphas hem overleveren. Herodes hem bespotten laten, toch was dat alles slechts machtelooze woede. Jezus naar recht en in rechten ter dood brengen, kon alleen Romes landvoogd, omdat te Rome de keizer troonde, en ook het land van Abraham, Izak en Jakob toentertijd aan den keizer van Rome onderworpen was.

Dat-er, als het Kerstverhaal begint, eerst op keizer Augustus gewezen wordt, wijst dus rechtstreeks door naar Gabbatha en Golgotha, en in verband hiermede naar uw rechtvaardigmaking, doordien Christus in rechten door Rome is ter dood veroordeeld.

Om u te kunnen rechtvaardig maken, moest uw_ Heiland onder die en onder geen andere jurisdictie geboren worden.

Romes keizer moest over het land, waar Jezus ter wereld zou komen, het recht bezitten, om er »een gebod over te doen uitgaan."

Lees zóó dat I-.ukas 2:1, en ge leest er nog meer in.

Niet alle rechtspraak heeft gelijk gewicht, is even rijk in beteekenis. Het is heel iets anders of er ten onzent recht wordt gesproken door een kantonrechter ^of door den Hoogen Raad. I''.en vonnis van een wereldmacht als Duitschland heeft veel hooger beteekenis dan een vonnis op Madura door een inlandsch KMi geveld. En de hoogste beteekenis zou natuurlijk het vonnis dan eerst krijgen, als het geveld was door een macht die rechterlijk over de geheele wereld gebood.

Welnu, daarom staat het er bij: _ Augustus, de keizer, kon een gebod doen uitgaan, dat de geheele wereld zou beschreven worden.

Zijns was alzoo een macht, niet enkel over een stam, over een natie, en ook zelfs niet over één werelddeel, gelijk de macht van Napoleon, maar een macht over heel de wereld^ zij het al alleen over de wereld die men toen kende, die toen meetelde, en die zich over Europa, Afrika en Azië uitstrekte.

Zoo was wat Augustus deed, of zijn landvoogd deed, in den naam van heel de wereld gedaan, en is het niet een Joodsche vorst, maar de Overste der uereld^ die uit naam van heel die wereld, Jezus, door zijn landvoogd gevonnist heeft.

Die Cyrénius, die in vs. 2 volgt, doet er dan ook niets toe. Op dien Cyrénius kan botte boekengeleerdheid zich de tanden stomp bijten. Waar het op aankomt in vs. 2 is, dat die vorst der wereld, dat die keizer Augustus, een landvoogd ook over Palestina had. Cyrénius is voorlooper van Pontius Pilatus.

Onder die wereldmacht en onder die keizermacht werd Jezus geboren, en door zijn landvoogd zou die keizer Jezus ten doode wijden, niet door gewelddaad, maar krachtens vonnis, d. i. als handhaver en uitvoerder van het bestelde Recht.

En dat recht zou zijn het Romeinsche recht, d. w. z, het rijkste, schoonst ontwikkelde recht dat op aarde bekend was; een recht in zijn uitgangspunt en beginsel diep zondig, maar in zijn waarborg voor recht het stoutst.

Houd u'daarom bij die »eerste beschrijving" en bij dien Cyrénius niet op; hoofdzaak is, dat als Immanuël komt, uw Christus onder die souvereine macht, en onder die rechtsbedeeling geboren wordt; dat de igeheele wereld" hem nasir het beste reoht dat ze uit zich zelve kon voortbrengen, geoordeeld en gevonnist heeft; en dat eerst daardoor en op die wijs de rechtspraak op Gabbatha en de uitvoering van het vonnis op Golgotha, naar Gods bestel, kracht bezat, om Jezus' offerande te doen zijn »een verzoening niet alleen voor onze zonde, maar voor de zonde der geheele wereld."

Zoo ziet go hier dus tweeërlei werk Gods naast elkaar loopen, en toch wonderbaar op elkander inwerken.

Eenerzijds is er het werk Gods in Jsra'él^ en anderzijds is er het werk Gods onder de volkeren.

Schijnbaar nu hebben die twee niets met elkander gemeen.

Toen in Salomo's dagen het werk Gods in Israël „reeds zijn rijkste voorbeelding ontvangen had, stond er in de zeven-heuvelenstad der Romeinen nog geen steen op den ander. Zelfs toen voor Israël reeds de ballingschap naderde, was Rome nog zoogoed als niets. In Israels profetie hoort ge wel van Babyion en Tyrus, van Ninevé en Moab, maar Rome is nog nauwlijks geteld.

Zoo loopen de heilige historie in Israël en de wereldlijke historie van Rome beiderzijds door een geheel eigen bedding, oogenschijnlijk zonder verband en zonder saamhang.

Rijk na rijk stort in Azië en in Afrika in; eindelijk komt Rome op. Ook Griekenland wordt overhoop geworpen. En onderwijl Israels luister taant, en het hoopske Joden niets meer schijnt, stijgt de zon van der Romeinen overmacht en glorie al hooger aan de transen. Eindelijk heeft Romes macht den laatsten weerstand gebroken. En nu belichaamt zich Romes macht i? i een keizer-, d. i. in één persoon, die als sgoddelijk", als divus wordt aangebeden.

Een wezenlijk jOverste der wereld" schittert van dat oogenblik af te Rome in het keizerlijk paleis.

En toch daarnaast is het stille werk Gods op de heilige erve ongestoord blijven doorgaan. De Anna's en Simeons verwachten hun Messias. In Johannes is de > stem des roependen" verschenen. Maria, »de gezegende onder de vrouwen", ontving. Gods engelen zijn neergedaald. Straks wordt het Kindeke in Bethlehem geboren. En onderwijl het Romeinsche legioen zijn hellebaarden voor den tempel te Jeruzalem doet dreunen, en hoorn en trompet het wachtsignaal geeft, zingen heerlijk in Efrata's velden de engelen Gods van vrede op aarde, en in menschen een welbehagen, ter eere niet van Caesar Augustus, maar ter eere van »Godinde hoogste hemelen".

Zoo nadert »het werk Gods" onder Israël al dichter »het werk Gods onder de volken".

Eerst in het gebod dat van keizer Augustus uitging. Straks volkomener als Pontius Pilatus, zijn landvoogd, Jezus in den kruisdood overgeeft. Eindelijk, met voor Jezus de triomf, als het Romeinsche wereldrijk tot puin ineenstort, en Christus' kerk Europa overwint.

En dat tweeërlei werk Gods gaat nog door.

Ook nu nog is er eenerzijds een verborgen historie van wedergeboorte, van toebrenging, van geloofsontwikkeling en liefdewerking, kortom een historie van het Sion Gods en van Christus' telkens .teruggedrongen kerk.

En daarnaast loopt ook nu neg door, een historie der wereld, een historie van oorlogen en van woelingen der volken, in den grond niets dan één doorgaand woelen tegen den^ Christus Gods.

Tot eenmaal ook die beide stroomirigen zullen blijken door éénzelfde Godsbestel op één wit gemikt, op éénzelfde doel gericht te zijn, als nogmaals diezelfde Christus tot de wereld zal komen, en nogmaals de Overste der wereld zijn gebod zal hebben doen uitgaan.

Ja, zelfs in uw eigen leven en in het leven uwer kinderen is het alzoo.

Ook bij u een uiitvendige historie van levenslot, van opvoeding, van ontmoetingen, van wereldsch beroep, van wederwaardigheid, en van verdrukking door menschen. Maar daarnaast dat andere werk Gods binnen in 2/, het werk Gods van geloof en liefde en hope, van, wedergeboorte en bekeering, van boete en heiligmaking, van toebrenging, verzegeling en toeleiding.

En ook die twee leidingen Gods werken op elkander in, tot eens ook voor u beide ineenvloeien, als u de kroon zal gereikt worden, niet door een keizer als Augustus, maar door uw Koning en Heere.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 december 1896

De Heraut | 4 Pagina's

„Dat er een gebod uitging van den keizer Augustus.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 december 1896

De Heraut | 4 Pagina's