Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerspel of Rondpreeken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerspel of Rondpreeken.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

De vraag, of in grootere kerken »rondpreeken met wijkindeeüng" op den duur het meest doeltreffende stelsel van bearbeiding der gemeente zal blijken, is tot dusver niet met genoegzamen ernst aan de orde gesteld.

Men weet, hoe het vraagstuk staat. In schier geheel de Christelijke kerk op aarde is ons > rondpreekcn met wijkindeeüng" eenvoudig onbekend.

Zoogoed als overal bestond steeds en bestaat nog het stelsel van kerspel-indeeling Rondpreeken en kerspelindeeling staan zoo tegenover elkander, dat bij rondpreeken de onderscheidene predikanten eener zelfde plaatselijke kerk bij toerbeurt in alle kerken prediken, terwijl in het kerspelstelsel elk predikant aan één bepaalde kerk verbonden is, en dus ook, uitzonderingen nu daargelaten, aldoor in dat zelfde kerkgebouw optreedt.

Wel zit er nog meer achter; maar voor de gemeente is dit het meest in het oog loopende, het sterkst sprekende onderscheid. De prediking vooral beheerscht den toestand der gemeente. Een gemeente met krachtige, deugdelijke, bezielde prediking wast en wint; en zoo ook als de prediking inzinkt, zinkt op den duur ook de gemeente in. Vandaar dat naar de prediking zich ook ten deze het oordeel regelt, en dat men heeft óf kerspelstelsel d. i. in hetzelfde kerkgebouw voor hetzelfde gehoor steeds denzelfden prediker, óf het stelsel van - urondpreeken", é.\. in alle kerkgebouwen bij tperbeurt alle leeraars en het gehoor wisselend naar den leeraar die optreedt.

En zoo nu de tegenstelling genomen, dan dient er allereerst op gewezen, dat het rondpreeken pas drie eeuwen en slechts in een deel der Gereformeerde kerken bestaat, terwijl omgekeerd de Grieksche, de Luthersche, de Roomsche, de Engelsche, de Doopersche, de Methodistische en alle andere kerken, van wat naam ook, in beginsel het kerspelstelsel volgen.

Enkele Non-conformisten maken hierop wel een uitzondering, in zooverre sommigen hunner gansch geen plaatselijk-vcrbonden eeraars, maar alleen genootschapspredikers g kennen; maar ook dan nog geschiedt de toewijzing van zulk eea prediker tijdelijk altoos aan één bepaalde kerk of kapel. En zoo ook weten we, dat enkele Luthersche regelingen ten deele van het Kerspel afwijken, maar toch altijd zoo, dat ze niet op onze lijn overkomen.

En wat bovendien alles afdoet, heel deze tegenstelling geldt natuurlijk alleen maar voor de grootere gemeenten met meer dan één leeraar en meer dan één kerkgebouw. In alle overige is van »rondpreeken" eenvoudig geen sprake, eenvoudig wijl, als er maar één kerkgebouw is, zelfs de tweede kerk voor het om en om prediken niet bestaat.

Houdt men nu in het oog, dat zelfs in onze Nederlandsche Gereformeerde kerken, waar het rondpreeken er het meest vast inzit, de plaatsen met meer dan één predikant en meer dan één kerkgebouw slechts een zeer klein percent op het geheele cijfer uitmaken, en nog gaandeweg slinken, dan wordt het duidelijk, dat het stelsel van •^rondpreeken", dat buiten de Gereformeerde kerken zoogoed als nergens, en in de Gereformeerde kerken alleen principeel in Nederland, en zelfs dan nog alleen in de grootere gemeenten ontstond en stand hield, in niet één tienduizendste deel van de Christelijke kerk op aarde heerscht.

Toch ligt hierin op zichzelf nog geen veroordeeling voor dit stelsel. Het vieren van het heilig Avondmaal door aanzitting aan één tafel, is eveneens als het schier uitsluitend gebruik van de Psalmen voor den kerkdijken zang, slechts tot een zeer klein gedeelte, en dan nog schier alleen in Nederland, beperkt, zonder dat hieruit ook maar in het minst voortvloeit, dat zulks te veranderen zou zijn. Perziken zijn gemeenlijk zeldzamer dan stoofappclen. De wilg wint het van den ceder in het cijfer.

Wat we met onze eerste opmerking over de tegenstelling tusschen het stelsel van > rondpreekcn" en »kerspel-indceling" bedoelen, is dan ook alleen, om aan ons Nederlandsch publiek het denkbeeld te ontnemen, alsof hetgeen onder ons gewoonte is, en wat wij ons haast niet anders kunnen voorstellen, regel op aarde zou zijn.

Dat beeldt, wie niet verder ziet dan zijn eigen land en in dit land niet dan zijn naaste omgeving, zich zoo licht in. Die indruk nu is onjuist.

En daarom was het noodig, eer we verder op dit onderwerp ingaan, het duidelijk voor onze lezers te maken, dat hetgeen onder ons te Amsterdam, te Rotterdam, te Utrecht enz. feitelijk bestaat, niets is dan een zeer, zeer geringe uitzondering op den overigens allerwegen onder alle natiën en in allerlei soort kerken gevolgden regel, dat ieder herder zijn eigen kudde heeft en zijn eigen lokaliteit, waarin hij voor zijn gemeente optreedt; is de kudde klein dan hij alleen, is die kudde groot dan met een ambtgenoot ; maar toch altoos zoo, dat hij aan één gebouw en in dat gebouw aan de daar geregeld kerkende gemeenteleden verbonden is.

Zelfs in het land van Knox, in het van huis uit Gereformeerde Schotland, bestaat in de Vrije Kerk, in de Vcreenigde Presbyteriaansche kerken, niet ons stelsel als zoodanig.

Spurgeon, om nu een man te noemen, dien elk onzer lezers kent, predikte niet rond met zijn ambtgenooten, maar altoos in den éénen zelfden Tabernakel.

Zoo is het in Amerika met De Witt Talmage.

Zoo is het met alle beroemde predikers uit het buitenland.

uit het buitenland. Men kan dus waarlijk niet zeggen, dat wie de vraag opwerpt, of allicht het kerspelstelsel verkieslijk ware, een drijver van vreemde opiniën is.

Veeleer dient de vraag gesteld, wat onze vaderen bewoog het kerspelstelsel, dat ook zij van hun jeugd gekend hadden, te laten varen, en of de verwachtingen, die zij van het door hen gekozen stelsel koesterden in vervulling zijn gegaan.

Oppervlakkige lieden plegen een gewichtig vraagstuk als hier aan de orde is, gemeenlijk af te doen met de echt Pelagiaansche opmerking : »Altoos denzelfden Dominee hooren, ik zou er hartelijk voor bedanken. Ik ga waar ik wil en wil vrij zijn".

Toch gevoelt ieder, dat hierin niets spreekt, dan het Conservatisme van de Pelagiaansche eigendunkelijkheid.

Immers op alle onze dorpen bestaat voor uw broeders en zusters juist diezelfde toestand, waarvan gij zegt, dat hij voor u geestelijk onbruikbaar is.

Zijn hun zielsbehoeften dan anders dan de uwe ? Of is het Godsbestel soms in verwarring geraakt, en is het bij ongeval dat niet alle geloovigen in steden wonen ?

Men gevoelt, dat is geen redeneeren. Ook hier moet naar beginsel gevraagd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 januari 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Kerspel of Rondpreeken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 januari 1897

De Heraut | 4 Pagina's