Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit De Pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit De Pers

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het van de hand van Ds. Hulsman verschenen vlugschrift, waarop ook wij een volgend maal zelven terugkomen, geeft aan het Holl. Kerkblad aanleiding tot een retrospectieve beschouwing die de aandacht verdient.

We lezen daar:

Het teeken, dat wij in dit geschrift ootmoedig dankbaar erkennen, is het teeken der waarheid.

Deze brochure herinnert ons aan eene andere brochure van gelijk formaat en uiterlijk, vóór bijna 30 jaren insgelijks bij Kemink en Zoon verschenen, waarin Dr. A. Kuyper, destijds predikant te Utrecht, uit den ethischen nevel te voorschijn tredend om de beproefde paden weer te zoeken, getuigde tegen den leugen in de kerk.

Het getuigenis in dat kerkelijk geschrift van Dr. Kuyper aangevangen, is sedert door hem als tolk van velen, die hem voorgingen en die hem volgden, met toenemende kracht voortgezet. In steeds dieperen zin, over immer breeder terrein, en in altijd verder gaande verschijnselen werd, die voortwoekerende leugen in het leven der kerk aangewezen, beleden, bestreden. En door Gods genade mag getuigd worden, dat door voortgaande bekeering tot waarheid en recht met belijdenis van onze en onzer vaderen zonde, die ons met onze schuldige broederen mede schuldig stelden, met dien leugen door velen, die vroeger achterbleven, gebroken werd. Het getuigenis bleef niet bij een conscientiekreet, maar drong tot een behandeling naar den eisch des gewetens, een handeling naar den wil van God, overeenkomstig het licht van zijn heilig Woord. Zoo is toen de kerkelijke actie in kracht toegenomen. Zoo is de Vrije Universiteit op den vasten bodem van Gods Woord en in den band der belijdenis van de gemeente des Heeren in ons vaderland opgericht. Zoo is de studie der heilige godgeleerdheid ernstig en biddend aangevat in principiëele tegenstelling tegenover de valschelijk dusgenaamde wetenschap. Zoo is tegenover den leugen weer de waarheid opgericht in de belijdenis der Heilige Schrift als Gods heilig en onfeilbaar Woord en in het schriftuurlijke recht en de schriftuurlijke gestalte der keric, die pilaar en vastigheid der waarheid. Zoo is in het zoeken om op de rechte paden terug te keeren onder de beschikking van Gods Voorzienigheid de doleantie geboren tot reformatie der kerken. Zoo is het recht der geloovigen in hun optreden sinds 1834 voor de waarheid, het geloof en het leven der gemeente van Christus erkend. Zoo is het aanvankelijk herstelde leven der Gereformeerde kerken in Nederland onder den regel der kerkenorde, die de waarheid dient, tot openbaring gekomen.

Maar oök zooveel anders is daaruit geboren. O, wat is de vijandschap losgebroken tegen die ontmaskering en bestrijding van den leugen! Helaas! zoovelen hadden dien leugen liefgekregen en stelden zich nu voor dien leugen teweer. Niet alleen bemantelden en verdedigden zij den leugen in de handhaving der gemeenschap van geloof en ongeloof op kerkelijk gebied; maar ook boden zij zich tot een borstwering ter bescherming der vermenging van leugen en waarheid in de stukken & ts geloofs, in de prediking, in de studie der godgeleerdheid, in de behandeling der Heilige Schrift zelfs.

Sommigen deden dit met opzet. Meerderen deden het schier onbewust, zichzelven en elkander misleidende, onder de macht van een valsch wetenschappelijk beginsel. En een groote menigte menschen van allerlei ontwikkeling deed hieraan meê eenvoudig uit vertrouwen op mannen, die men liethad en door wie men zich liet geruststellen en leiden.

Zoo is toen in| zeer breeden kring, zonder van het uitgaande getuigenis kennis te nemen, wantrouwen en afkeer en haat gewekt tegen de Heraut en tegen alle boeken en bladen en personen, die een gelijk getuigenis gaven. In zeer breeden kring is, zonder kennis van den toestand, door vele geloovigen, die den bijbel liefhebben en door de genade onzes Heeren Jezus begeeren zalig te worden, tot de bestrijding der Gereformeerden besloten. Wat is de Vrije Universiteit bestreden! Wat is met een ijver, met eenjeendracht tot de uitwerping der Gereformeerden van ethische en irenische zijde gearbeid! Wat is het consigne over heel de linie van het leven geworden: geen gemeenschap met de Gereformeerden ! Wat is er gesmaad, gelasterd! En wat zijn tal, tal van mannen en vrouwen, wier hart naar levend water dorst, door muren en grachten gescheiden van wie hen liefhebben in Christus Jezus, zonder dat zelfs het geluid van de stem der Gereformeerden meer tot hen kan doordringen of zonder dat zij bet getuigenis hunner broederen ook maar in den oppervlakkigsten zin vatten. «Ben ik u een vijand geworden, u de waarheid zeggende ? " zoo mag ook hier tegenover gewaardeerde broeders gevraagd worden. Maar die vraag zelfs bereikt hen niet.

Aldus is in vele opzichten de leugen in de kerk, wat de verhxiuding tegenover broeders eenerzij ds en tegenover vijanden der waarheid Gods anderzijds aangaat, doorgegaan. En in heel de levensverhouding dreigt die leugen zich te consolideeren. Tenware de Heere ons genadig zij!

Maar dieper en schrikkelijker dan in de uitwendige verhoudingen heeft de leugen als de kanker voortgewerkt. Nauwer is de gemeenschap der zonen Gods met Kaïns zaad in de tenten van de kinderen der menschen geworden. Zij, die zich tegenover het getuigenis, dat den leugen aangreep, aaneensloten, vormden een muur, een wacht voor de deur, opdat bepaaldelijk aan de Staats-universiteiten en in de studeerkamer, in studie en geleerd gesprek de leugen der vermenging van de waarheid Gods met de vleeschelijke wijsheid, met de moderne wetenschap, rustig en onbesproken zou kunnen voortgaan, en zonder opspraak voorzichtig den kansel kon beklimmen, tot den tijd toe dat de gedaanteverwisseling van de oude waarheid in den modernen leugen zonder aanstoot zich voor aller oog kon openbaren O, er was een tijd iri het heidensche Rome, en er was een tijd ook in het kerkelijke Rome, dat de voorgangers lang reeds met het geloof der volgelingen gebroken hadden, maar ze hielden nog den vorm aan. Welnu, die tijd is ook achter de muren, die eendrachtig door zoo breede schare van geloovigen verdedigd zijn, aangebroken.

Een breede kring van mannen, die zich nog orthodox noemen, die uit den bijbel voorlezen, die week aan week uit den bijbel prediken, die zich nog door het volk als verkondigers der Heilige Schrift laten aanhangen, gelooven dien bijbel nietvieer. Zij hebben heel dien bijbel aan de - kritiek der ongeloovige wetenschap verraden en uitgeleverd. Zij hebben dien bijbel voor de oogen der wetenschappelijke wereld in stukken gescheurd. Zij erkennen zelfs niet één der Evangeliën meer als betrouwbaar. Hun gevoelen is, dat wij 7iiet één enkel woord hebben, waarvan wij met zekerheid kunnen zeggen: dat heeft Jezus waarlijk gesproken. De bijbel is voor hen slechts een verzameling van onbetrouwbare en blijkbaar bedorven, opzettelijk verv^schte overleveringen. En terwijl zij den bijbel wegwerpen met het woord: wij hebben geen gezaghebbende Schrift, wij hebben geen bgbel, waarop iemand zich verlaten kan! dek-

ken zij hun naam en positie voor hun conscientie door te sprelten; «Wij hebben den Christus, die achter de Schriften is; er moet toch zoo iemand geweest zijn; al hebben wjj va.n'h& m.geen enkelwcord, en geen enkel verhaal, waarop wij aankunnen!" Maar ach, die zoogenaamde Christus achter de Schriften is naar hun overtuiging iemand, die zelf door een valsch Oud-Testament bedrogen is, en met wie deze heeren in het toepassen van hun oordeel, op die oude Schrift niet slechts geestelijk geheel op één lijn staan, maar boven wien zij in hun kritiek verre uitgaan. Het is een Christus, wiens wonderen zij als vaststaande feiten reeds loslaten, wiens opstanding uit de dooden zij reeds uit een lichamelijk in een ethis!ch feit omzetten; het is een Christus, wiens godheid zij moeten opgeven. Hun ethisch beginsel eischt dat ook. Alle vleesch en been der openbaring Gods, gelijk der verzoening door lijden en sterven, door het lichaam en het bloed, moeten wegvallen; ook de Schrift; ook de belijdenis; ook de kerk. Alle waarheid bestaat slechts ethisch. Daarom niet de %< ^rA\.TSx'3.sx intgedachtendesharten, geen historische Jezus, maar een ethische Jezus der gedachten. En immers slechts een ethische godsdienst en een ethische God. Zij noemen den onbekende, hoe hij dan ook heeten moge, nog zaligmaker en redder, maar zonder dat hij voor hen is of ooit zijn kan de Christus der Schriften, de Middelaar Gods en der menschen, naarde belijdenis van Gods gemeente; tenzij de Heere hen uit de macht der duisternis verlosse en hen roepe tot zijn wonderbaar licht.

Eerst is dit verscheuren der Schrift met het Oude Testament begonnen. Het paradijs, de val, de aartsvaders, Mozes' leven en arbeid, de richteren, David, de koningen, Elia, het werd alles legende, of, erger nog, bedrog. De profetie volgde toen en werd slechts een ethisch verschijnsel; als Schrift viel zij weg.

In den predikantenkring, waarin jaarlijks 300 predikanten te Utrecht saamkwamen, predikanten, die zich in hunne gemeente orthodox noemden, — daar werd het beeld, waaraan deze predikers reeds vroeger in de collegekamer zagen arbeiden, door mannen als de hoogleeraren Valeton, Chantepie delaSaussaye, Is. Van Dijk enz. ontsluierd; voorzichtig; gemoedelijk; ten deele; en onder allerlei geruststellend gebaar voor wie minder ingeleid waren. Velen lachten meê; juichten; waren argeloos; en als er maar een schijntje overbleef, dat de geleerde voorloopers enkel aanvallen tegen de Gerefortneerden bedoelden, stelden de volgers zich tevreden. Toch was het hun soms als drong er een dolk in hun hart; als werd Gods heilig Woord gewond; als werd de Christus aangetast. Die ontroering ging echter weer voorbij.

Maar nu ! Daar heeft Ds. Zeydner het gelaat van het beeld onthuld, en met verwerping van de Evangeliën in naam der kritiek zijn «Christus achter de Schriften, " den Christus zonder bijbel, den Christus van zijn gedachte, vertoond!

En als de geesten ontroerd waren en protesteerden, omdat ze als Theofilus zekerheid wilden van de dingen, waarvan zij onderwezen waren, daar stond een andere wijze, de predikant Dr. J. A. Cramer uit Den Haag, op, om te beweren, »dat het Evangelie zoo vast staat, omdat er wetenschappelijk geen woord zeker van is."

Een nieuwe emotie. Eerst gaat bij dit onheilig spelen met woorden een luid gelach op. Maar de ontroering keert terug. De conscientie, de ziel, het geloof, spreekt.

En Ds. Hulsman is heengegaan; en hij heeft geaarzeld maar toch hij moest spreken.

En hg heeft gesproken.

Dit is niet overdreven.

Hetzelfde spel, dat eerst door de Modernen met de gemeente is gespeeld, is op zekeren afstand herhaald door de Ethischen.

Voor de gemeente is men in het orthodoxe sterrenbeeld blijven schitteren, onderwijl men onder de mannen der wetenschap ster na ster van dat beeld uitdoofde.

Toch vrij. ~ spreken we daarom de gemeente niet

Zij was en is rusteloos gewaarschuwd. En daarom draagt zij mede voor dezen loop van zaken de verantwoordelijkheid in het heiligdom.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 januari 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Uit De Pers

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 januari 1897

De Heraut | 4 Pagina's