Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rechterlijke beslissing.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rechterlijke beslissing.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 29 Januari 1897,

De rechterlijke beslissing in zake Oud-Beierland heeft de aandacht getrokken, overmits ze anders uitviel, dan menigeen had verwacht.

Het geval ligt nog versch in 't geheugen. Oud-Beierland had de A en B nog niet in rijkere eenheid begraven. Kerk stond nog naast kerk en kerkeraad tegenover kerkeraad. Maar beide kwamen dan toch saam in één classe, tot op tijd en wijle dat de kerk met het A-merk ook dien band liefst verbrak.

De A-predikant, met de meeste leden van den A-kerkeraad, en de meeste leden van de A-gemeente gingen tot afscheiding over, kwamen niet meer op de classe, en gingen geheel op zich zelf staan.

Hieraan deden echter niet allen mede. Een deel bleef. Dat deel handhaafde het A-instituut door een kerkeraad te laten optreden. En na aldus gereïnstitueerd te zijn, vroegen ze kerkgebouw en pastorie op, bewerende dat die ten onrechte waren medegenomen door de scheidenden.

Het uit dit geschil ontstane proces is nu door de rechtbank van Dordt in den geest der cischers beslist, eu de gescheiden A-leden zijn veroordeeld om aan de achtergebleven A-ledcn kerk en pastorie terug te geven.

Voorloopig zijn beide reeds onder sequester gesteld, d. i. de rechtbank heeft iemand benoemd, om beide voorloopig te beheeren.

Vraagt men nu, of dit vonnis ons een oorzaak van vreugde is, zoo zij geantwoord, dat op dit oogenblik nog volstrekt niet te zeggen valt, of er in de gevallen beslissing ook maar iets is, dat ons in het gevlei komt, ja, of er niet misschien zelfs veel in is, dat ons schaadt, en of er ten slotte ook maar eenig goed voor de kerk van Christus uit zal voortkomen.

Indien, afgezien van alle verhoudingen, het incident Ds. Wijdoogen en zijn volgelingen bewegen mocht, om den eigendunkelijk verbroken broederband weer aan te knoopen, zoo zou dit ons zeer hartelijk verheugen.

Indien de gevallen beslissing bewerkt, dat voortaan zulke wilkeurige afbrokkelingen voorkomen worden, zal het zeker winste zijn. Maar de zaak zelve geeft materieel niets.

Een vast goed van/ 5000 a f6000 waarde, edoch bezwaard met ƒ 70003/8000 hypotheek is geen erfenis om haar anders dan onder beneficie te aanvaarden.

In zooverre ging het minder »om de knikkers", zooals men in jongenstaal zegt, dan om het recht van het spel.

Wat nu ten deze gewonnen is, valt eerst te beslissen, als het vonnis zelf met zijn overwegingen publiek zal zijn.

Twee reeksen van gedachten houde men hier intusschen wel uit elkaar.

Van den éénen kant veroordeelt de Gereformeerde Belijdenis op het hoogst alle SC keur maker if, en verstaat hieronder alle verbreking van de kerkelijke eenheid, anders dan om Christus' wille, en anders dan na uitputting van alle middelen, om de kerk waartoe men behoort, in het spoor van Christus terug te leiden.

Maar van den anderen kant handhaaft de Gereformeerde kerk evenzoo de verplichting, om zich van wat valsche kerk werd los te maken, ten einde zich bij de ware kerk te voegen.

Naar dien regel nu kon noch mocht de daad der te Oud-Beierland scheidende A-leden anders dan als scheurmakerij beschouwd virorden In niets toch hadden zij het ook maar van verre waarschijnlijk gemaakt, dat de Gereformeerde kerken valsche kerken waren, en geen middel was door hen aangewend, om voor hun grieven eene beslissing der kerken uit te lokken.

Zij handelden niet naar de Belijdenis, maar in strijd hiermede. Anders toch zouden zij ter onderscheiding tusschen ware en valsche kerk geen andere merkteekenen hebben doen gelden, dan in onze Belijdenis Voorkomen.

In zooverre nu het geslagen vonnis zulke gansch wilkeurige scheurmakerij niet aanmoedigt, is dit iets waard.

Maar van den anderen kant handhaaft de Gereformeerde Belijdenis even stellig den plicht om overeenkomstig de beginselen der Reformatie, onder zekere omstandigheden, wel terdege den band met het instituut te breken, en op beteren grondslag zich te re-institueeren, en nu kan het zeer goed zijn, dat het vonnis dit tweede beginsel wraakt.

Voor ons. Gereformeerden, regelt zich dit geding naar den Christus en zijn waarheid, voor velen die buiten ons staan naar den Pelagiaanschen regel, dat de vrije wil der individuen beslist.

En daarom blijft het voor ons hoofdzaak, naar welken regel hier dé beslissing viel, en dan meenen we nu reeds weinig hoop te kunnen koesteren, dat het vonnis rusten zal op den grondslag der Gereformeerde beginselen.

Volgens ons dient het kerkelijk instituut en dus ook het kerkelijk goed de waarheid die in Christus is. En te vreezen staat, dat ook nu weer beslist zal zijn, dat de waarheid in Christus zich te schikken heeft naar zekere wilkeurige regelen, die het eigendomsrecht van het goed beheerschen.

Zij men daarom met zijn lof of blaam hier uiterst voorzichtig.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 januari 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Rechterlijke beslissing.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 januari 1897

De Heraut | 4 Pagina's