Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

BiJ GROOTMOEDER.

III.

Intusschen, »fijn" of niet, de oude vrouw was bij de kinderen hartelijk bemind. Walter zat, hoe woelig hij anders ook was, heel stil te luisteren als grootmoeder voorlas of vertelde, en Ellen zei soms als 't uit was: »Toe, grootmoe, vertelt u nog wat." Kortom, die drie waren de beste vrienden van de wereld. Daarin nu lag een voordeel, waar althans twee van de drie toen nog volstrekt geen begrip van hadden. De oude vrouw namelijk bracht zoo ongemerkt in haar kleinkinderen de kennis van hetgeen God in Zijn Woord ons zegt. De kinderen hadden wel op school ook daarvan gehoord, schoon niet veel. Maar in een gezin als waaruit zij kwamen en in hun omgeving zou van hetgeen zij op school uit den Bijbel leerden allicht weinig zijn achtergebleven. Doch grootmoeders verhalen en evenzoo wat zij daar nog aan toevoegde kwamen nu kostelijk te pas, om aan te vullen wat ontbrak en wat er was te behouden. Temeer daar grootmoe er met haar gansche hart bij was, en over den Bijbel niet sprak als over een les jaartallen of zoo iets, dat een kruis is voor meester en leerling beiden. Als iemand verhaalt uit de volheid en met de liefde van zijn hart, dan vertelt hij of zij altijd goed en dikwijls heel mooi, al is zoo iemand dan ook niet zoo knap als een schoolmeester, die zooveel dikke boeken heeft uitgeleerd. Wel was de kennis die de kinderen opdeden niet de hoofdzaak, wijl die meest slechts tot hun verstand kwamen, maar toch was er een begin van wat goeds. De kennis maakt ons niet zalig, maar zonder kennis zalig te worden is ook onmogelijk.

Zoo had Walter dan bij grootmoeder nog meer opgedaan dan hij zelf wist. Thans was, gelijk ik u verteld heb, de tijd gekomen dat hij van school ging. De vraag was nu wat hij "worden zou. Vader had een plan en Walter ook en de vele vrienden ook. We zullen zien wie zijn zin kreeg.

Zooals ik zei had vader Smiih gevvenscht dat zijn zoon hem, als het schoolgaan voorbij was, in zijn werk zou komen helpen. Walter had dxjx wel wat tegen, en zou liefst met het eerste het beste schip in zee zijn gegaan; doch vader en moeder beiden beduidden hem, dat dit vooreerst althans niet ging.

Zoo werd dan de knaap vaders helper in de herberg. Aan bezigheid en afleidirig ontbrak het dus niet. Er waren vaten met drank af te tappen, flesschen en glazen te spoelen of te vullen. De gelagkamer moest eiken dag opgeruimd en eens in de week schoongemaakt; er diende zand op den vloer gestrooid, en onder dit alles moesten natuurlijk gedurig en bovenal de klanten worden bediend. Zoo kon Walter in velerlei meehelpen. Toch deugde dit leven niet voor hem, gelijk eigenlijk voor niemand. Want welbeschouwd was het geen vak of ambacht dat hij leerde; althans dat beduidde bitter weinig. Ook wist men wel eens b. v. 's morgens met den leegen tijd geen raad, en dan weer was het, meest in den avond, zoo druk met gasten, dat zelfs de huisvrouw kon komen helpen en Walter laat moest opblijven, hoeveel slaap hij ook soms kreeg.

Voor een jongen als Walter was daarbij het werk dat hij te doen had, al liet het hem meer vrijheid dan op school, allesbehalve aantrekkelijk, en dit temeer, wijl hij, weer anders dan op school, nooit kon bereicenen, hoe lang hij zou hebben te werken. Flesschen en kruiken spoelen, kurken inslaan, een vat leegen, 't was alles voor Walters levendigen onrustigeu geest een ware kwelling. Ongelooflijk groot was 't getal flesschen en glazen die hij brak, kurken die hij bedierf, boodschappen die hij vergat enz. Natuurlijk leek dit vader volstrekt niet, en was veel knorrens en brommens van deze slordigheid het gevolg. Doch vader dacht: 't zal nog wel komen, en moeder zei: »al doende leert men. Walter is ook nog zoo jong. De wilde haren zullen mettertijd wel uitvallen."

Evenwel een half jaar verliep er, maar van dat uitvallen viel nog niet veel te bespeuren. Wel echter merkten vader en moeder, die beide scherp toezagen, iets anders op, dat hun evenmin of nog minder beviel dan Wakers achteloosheid en gebrek aan ijver.

Onze jonge vriend begon "namelijk zoo nu en dan een taal uit te slaan, die men wel gewoon was van ruwe zeelui, en dan nog meest als zij beschonken waren, te hooren, maar die in den mond van kinderen zelden gevonden en ook in het huis van Smith, buiten den drankwinkel, nooit vernomen werd. Toch was 't geen wonder dat een jongen, die avond aan avond, tot Zondags toe, in het gezelschap was van vloekers en drinkers en van veelal ruwe lieden, die echter als gezegd hem wel lijden mochten, ongemerkt hun taal en hun manieren overnam. Niet dat de bezoekers van de herberg van nature slechter waren dan andere menschen, maar zij leefden buiten God in de wereld en vonden in haar hun vermaak. Aan wal zijnde, namen zij het er van, en waren meer ruw onder elkander dan jegens anderen. Doch in de herberg, waar zij, die veelal geen vast tehuis hadden, zich als 't ware thuis voelden, spraken en deden zij volkomen naar 't hun lustte, en Walter kon zijn eerste leerschool al voor geen slechtere verruild hebben dan die in de herberg, waar dronkemanstaai en zedelooze, liederlijke praat telkens tot zijn oor, en ook verder doordrongen.

Daarbij echter kwam nog iets dat de ouders bezorgd maakte. Reeds meermalen had Smith meenen te bemerken, dat van zijn sterke dranken een weinig op onnaspeurlijke wijs was verdwenen. En daar nu niemand dan hij en zijn t zoon bij den voorraad kwam, viel vanzelf de verdenking op Walter. 't Duurde dan ook niet lang of vader kwam tot een onaangename ontdekking. Onder 't bed van Walter vond hij een flesch met jenever, waaruit blijkbaar reeds vrij wat gebruikt was. Nu werd alles duidelijk, en Walter beliep een bestraffing, zoo gevoelig, dat het hem nog een week daarna he-agde.

Toch was het — dat moesten vader en moeder zelf erkennen — niet onbegrijpelijk, dat Walter, die telkens anderen zag drinken, en ook wist dat vader graag zag dat er veel gedronken werd, zelf ook eens ging proeven — hoe streng hem dit ook was verboden. Want al leefde Smith van de goede winst, die het drinken hem opbracht, toch was hij te wijs om niet te zien hoe zijn klanten, en juist de beste, zich toch eigenlijk door hun dronkenschap gelijk maakten aan beesten, en het ook nooit in de wereld ver brachten. Daarom wilde hij dan ook tot geen prijs, dat zijn jongen een drinker zou worden. Trouwens, zelf gaf hij 't voorbeeld. Beschonken zag 'men hem nooit. Hij wist wel, dat zijn mooie v.'inkel en al 't goede 't welk hij meer bezat, er niet gekomen of spoedig weer weg zouden zijn, als hij niet altijd in staat bleef een schelling van een stuiver te onderscheiden en brandewijn van port.

Toen nu een jaar verloopen was en het, ondanks alle vermaningen, met Walter van kwaad tot erger ging — want het slechte voorbeeld rondom hem was te sterk — besloot vader Smith er een eind aan te maken. Hoe hij dit deed zullen we straks zien.

AAN VRAGERS.

B. De kleinste staat in Europa is het vor-•stendom Monaco, in Zuid-Frankrijk, dat I/2 vierk. geogr. mijl groot is en 13000 inwoners heeft. Het grootste rijk is Rusland, dat 98000 van de genoemde mijlen beslaat en daarop 88 mill, inwoners telt. (Het gebied in Azië is daar niet bij gerekend).

Met verdere vragen nog eenig geduld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 februari 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 februari 1897

De Heraut | 4 Pagina's