Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerspel of Wijk ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerspel of Wijk ?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

De nadeelen van het rondpreeken, zoo in stoffelijken als geestelijken zin, dragen, gelijk ons bleek, een hoog ernstig karakter, en we aarzelen dan ook niet als ons gevoelen uit te spreken, dat voor een niet gering deel de ontaarding van het kerkelijk' leven, en de verwildering van het Protestantsche deel van onze bevolking in de groote steden, aan de methode van het rondpreeken is toe te schrijven.

Een énkele opmerking voegen we hier nog aan toe.

Gelijk een ieder toestemt, is het getal predikanten in de grootere gemeenten buiten alle verhouding klein en beperkt.

In de Hervormde Kerk te Amsterdam had men lange jaren niet meer dan 28 predikanten op de 175.000 zielen, van welk klein getal dan nog minstens twee moesten worden afgetrokken, omdat de twee oudsten feitelijk zoogoed als geen dienst meer deden. Dit gaf dus door elkaar één predikant op de zeven duizend zielen.

Naar den maatstaf van de Roomsche kerken en de kerken in het buitenland moest dit aantal minstens eens zoo groot zijn geweest. Meer dan vijfhonderd gezinnen kan één man onmogelijk geestelijk goed verzorgen, zóó verzorgen, dat hij elk gezin en in elk gezin elk lid kent, en naar ieders persoonlijke behoefte zijn ziel kan verzorgen. Reeds is vijfhonderd gezinnen hiervoor schier te veel. Dorpspredikanten van een gemeente met 2500 zielen weten uit ervaring, hoeveel jaren arbeids het hun kost, om de gemeenteleden, hoofd voor hoofd, bij naam en toenaam, niet van aangezicht alleen, maar in hun geestelijk bestaan te leeren kennen.

Wil een predikant den Dienst des Woords naar eisch vervullen, en eiken Zondag tweemaal een degelijke, goeddoorwerkte predikatie leveren, die de gemeente voedt en sterkt en opbouwt, dan kost dit alleen ten minste twee yolle dagen arbeids op de studeerkamer. En van de vrije dagen die hem dan nog, na catechisatie enz. overblijven, kan onmogelijk zulk een tijd voor persoonlijken omgang worden afgenomen, dat het voor den beste en den sterkste mogelijk zou zijn, zijn zielsorgaan over meer dan 2 500 personen uit te strekken. De Gereformeerde kerk A te Amsterdam met haar drie predikanten, is dan ook nog niets te ruim voorzien, maar de kerk B aldaar, met zes predikanten op een goede 30.000 zielen, is op verre na niet waar ze zijn moest, en moest hoe eer hoe beter het getal van haar predikanten verdubbelen. Met 12 predikanten zou ze juist één predikant op de 2500 zielen hebben, en spoedig ervaren hoe de betere verzorging der gemeente haar van zelve prikkelen zou, de kosten ruimschoots te dekken.

Maar om tot het verleden terug te keeren, de »groote" kerk van vóór 1886 met hare 175.000 zielen zou een tachtig predikanten noodig hebben gehad; en dat ze nochtans genoodzaakt was, het met zoo klein getal af te doen, heeft haar onnoemlijk veel kwaad berokkend en haar geestelijk doen kwijnen.

Juist dit kwaad nu is evenzoo door het rondpreeken in de hand gewerkt.

Bij rondpreeken toch kwam het gebrek zoo niet uit.

Langen tijd had men maar tien kerkgebouwen. In die tien gebouwen een goede twintig ^diensten. En voor twintig diensten kon men immers ruim met acht en twintig predikanten volstaan?

Alleen toch op die diensten kwam het aan. Of bij die diensten hoogstens een achtste van de gemeente opkwam, deed er niet toe.

De kerk liep. De beurten werden waargenomen. En de predikanten preekten ééns op een Zondag, met nog een tal van vrijbeurten, d. i. Zondagen dat ze gansch^^^« dienst deden.

Zoo deed het gebrek, het gemis, de leemte zich niet gevoelen.

In de Roomsche kerken en bij de kerken ia het buitenland daarentegen voelde men dit gemis terstond.

Immers, naardien zeker stadsgedeelte bij één kerkgebouw hoorde, en dat kerkgebouw vulde, dwong het opkomen van een nieuwe stadsbuurt onverwijld tot het stichten van een nieuw kerspel. Er was in het naastbijgelegen gebouw voor die nieuwe buurt eenvoudig geen plaats. Zoo heeft de Roomsche kerk te Amsterdam dan ook steeds in elk nieuw stadsdeel een nieuwe kerk gebouwd. En natuurlijk bij zulk een nieuw kerkgebouw werden dan aanstonds twee nieuwe geestelijken aangesteld, een pastoor en een kapelaan.

Had men van de dagen der Reformatie af dezelfde methode nu ook op de Gereformeerde kerk toegepast, dan zou men ook onzerzijds in elke nieuwe buurt aanstonds een nieuwe kerk hebben gezet. Een kerk voor hoogstens 5000 zielep, en zouden er bij elke nieuwe kerk telketos twee nieuwe predikantsplaatsen zijn geformeerd.

Zoo zou men voor de 175.000 zielen allengs 35 kerken hebben gehad, met een zeventig a tachtig predikanten. De kerk zou haar geestelijk karakter behouden hebben. En de smadelijke verwildering in het rijke zoowel als in het arme gedeelte van Amsterdam zou nooit zijn ingetreden.

Zoo diep is het kwaad, dat aan dit stelsel kleeft, der kerk ten verderve, in het kerkelijk wezen ingedrongen.

We ontkennen daarom in het minst niet, dat het stelsel van rondpreeken óók zijn betrekkelijke voordeelen oplevert, en zullen die eigener beweging aangeven, maar toch zal de slotindruk geen andere kunnen zijn, dan dat deze betrekkelijke voordeelen op verre na niet opwegen tegen de zeer ernstige nadeelen, die we hebben aangestipt.

Die betrekkelijke voordeelen bestaan voornamelijk in tweeërlei.

Ten eerste hierin, dat de methode van rondpreeken het gevoel van eenheid en saamhoorigheid meer toespreekt.

Men heeft door heel de stad dan alle dingen gemeen.

Men bezoekt beurtelings alle kerkgebouwen, en hoort beurtelings alle predikanten.

Men ziet dezelfde bekende gezichten nu eens in het eene en dan weer in het andere kerkgebouw, en beurtelings is men met allerlei brokstuk van de ééne groote gemeente, nu hier dan daar, verzameld.

Er is geen deeling, geen splitsing, geen scheiding. Alles vloeit dooreen en ineen.

Bedenkt men nu intusschen dat alle kerken van Noord-Holland, buiten Amsterdam, saam, met inbegrip zelfs van Haarlem, Alkmaar, Den Helder en Zaandam, weinig meer leden tellen, dan de ééne kerk van Amsterdam, en dat nochtans dit bijna gelijke getal zielen verspreid is over meer dan honderd plaatsen en gebouwen, dan springt het toch in het oog, dat het niet een integreerende eisch van het kerkelijk leven kan zijn, dat heel deze menigte in alle gebouwen ronddwaalt.

Zeker, het zou ons wel toespreken als op den Zondag alle Gereformeerden uit de heele provincie of zelfs uit heel het land elkander ontmoeten konden, en saam God konden lofzingen. Maar dit zijn hcmelsche, geen aardsche toestanden. Op aarde is deeling nu eenmaal noodzakelijk.

En hoeveel we dan ook voor dit inéénvloeien en dooreenvloeien gevoelen, het legt voor ons geen gewicht in de schaal tegenover de ontzettende schade die onze ongedeeldheid aan het geestelijk welzijn der gemeente toebrengt.

Meer gevoelen we dan ook voor het tweede betrekkelijke voordeel van het rondpreeken, hierin bestaande, dat de Dienaren des Woords zeer onderscheidene talenten ontvingen, en hierin elkander aanvullen, zoodat wie beurtelings allen hoort, een vollediger leiding van het Woord ontvangt. De een predikt meer onderwerpelijk, de ander meer voorwerpelijk; de één geeft meer voor het hoofd, de ander meer voor het hart; de één is meer practisch, de ander meer mystiek aangelegd. En wie nu dit alles genieten mag, wordt meer van alle zijden bewerkt.

Hierin ligt een waarheid, die we erkennen. Alleen maar de uitkomst heeft geleerd, dat dit doel niet door het .stelsel bereikt wordt, want het kwaad van dit stelsel kwam juist daarin het sterkst uit, dat men enkele predikers met hoopen naliep, en de andere stil voorbijging.

En nu stemmen we wel toe, dat dan toch nog dit goede overbleef, dat eenieder dien predikant uitkoos, die hem, voor zijn hart, voor zijn geestelijke gestalte het meest toesprak, maar we zijn het met Voetius volstrekt niet eens, dat dit goede zonder schadelijke keerzijde was.

Iemand die redeneerend en voorwerpelijk is aangelegd, wordt er volstrekt niet beter op, als hij levenslang bij een prediker vau

zijn eigen geestesrichting kerkt. Integendeel, juist zulk een geest moet, om niet eenzijdig te worden, tegenwicht van de overzij ontvangen. Zijn hoofd is rijk ontwikkeld, maar zijn hart mist warmte, en daarom moet hij juist eens, wat de Amerikanen noemen, sgemagnetiseerd" worden, door een meer mystieke prediking.

En zoo is het bij elke eenzijdigheid.

De mystieke man of vrouw heeft juist minder de mystieke, dan veeleer de onderwijzend-practische bediening noodig. En zoo ook de practische veeldoener heeft juist van noode, dat de mystieke prediking hem naar het Heilige der heiligen uit den voorhof terugroepe.

Hoofd, hart en hand blijven nu eenmaal de drie symbolen van onze drieërlei levensuiting, en wat het sterkst in ons ontwikkeld is van nature heeft de minste sterking en voeding noodig. Juist wat ons ontbreekt moet worden aangevuld.

Al is het dus, dat we met dit geestelijk element zeer wel rekenen, zoo vragen we ons toch af, of juist het rondpreeken niet ook ia dit opzicht de eenzijdigheden verscherpt en versterkt heeft.

De man van de daad is methodist geworden. De man van het gevoel is in mystiek verzonken. De man van het denken is in redeneerend geloof opgegaan.

En wat juist het schoonste zou zijn, de harmonische geestelijke ontwikkeling van het hoofd en het hart om in de daad zich krachtig te betoonen, wordt zoo veelszins gemist.

Ook in dit opzicht heeft alzoo het rondpreeken den toestand eer ö^^^^'fjw^/gemaakt, dan gebeterd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 februari 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Kerspel of Wijk ?

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 februari 1897

De Heraut | 4 Pagina's