Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het gevaar  der hooggeleerden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het gevaar der hooggeleerden.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook aan de bespreking van het kritieke punt, rakende het gevaar dat van de hooggeleerden op de Synode voor de kerken dreigde, verldaarden we ons niet te zullen onttrekken.

Ook ditmaal leiden we dit punt in met verwijzing naar wat Ds. Oosten in het Gere/. Volksblad hierover, in antwoord op een onzer bezwaarde broederen, schreef.

Wij stemmen 't onzen broeder dadelijk toe, dat hun invloed op den gang der zaken niet gering is geweest, en al hadden deze hooggeleerden geen beslissende stem, toch waren hunne adviezen voor velen de grond tot het uitbrengen der keurstemmen.

Doch dit toegevende, vragen wij bij vernieuwing: als er grond voorvreeze bestaat, ligt deze dan in de methode van werken, öfin den machtigen invloed der hoogleeraren, óf ligt de fout bij de kerken en hun afgevaardigden zelf?

Wetenschap is een macht, en een helder oordeel en scherpe blik en welsprekende mond zijn geen geringe gaven, en verzekeren hun bezitter een verreikenden invloed.

Niet te verwonderen is het daarom, dat onze professoren, die gaven bezittende, ze niet ongebruikt hebben gelaten, daar zij zeker door de kerken van Middelburg waren uitgenoodigd, om als zwijgende getuigen te verschijnen, of door hunne tegenwoordigheid den luister der Synode z w ij g e n d e te helpen verhoogen.

Zij hebben gesproken, zelfs veel gesproken, en de beteekenis dezer Synode staat voor geen gering gedeelte in verband met dat gesprokene.

Maar ik wilde Ds. Littooy wel eens bescheiden vragen, of er niet in menige vergadering personen worden gevonden, wier invloed verder reikt dan van de overigen, en wier woord èn in classis èn provincie in vele gevallen den doorslag heeft gegeven, zoodat men zich gelukkig achtte bij het behandelen van zaken verzekerd te zijn van hun steun en van hun stem?

Moet men nu ook zulke vergaderingen waarschuwen voor den invloed van die personen, en met Ds. L. ze toeroepen:

ïlk vrees hun invloed niet, .... omdat ik onze dominees vertrouw, , ., maar meer invloed mogen wij ze niet geven, daar dit in de toekomst gevaarlijk kan zijn.

De toekomst, dat is - de donkere plek voor onzen waarden broeder. Dus voor het heden bestond er geen gevaar. Zoo neen, waarom dan zelf den wenk niet gevolgd, door den schrijver der brochure aan Ds. Bos c.s. gegeven, »dat vrees een slechte raadgeefster is, en dus niet onnoodig stof opgejaagd, en onze broeder houde het ons ten goede daardoor een weinig zaad van wantrouwen gestrooid, en in zijn boekje, dat hoofdzakelijk dienst doet als bluschapparaat, een klein patroontje of vuurmakertje bijgedaan?

Zoo ja, waarom dan niet krachtiger geargumenteerd en met bewijzen gestaafd, dat 't noodig, hoognoodig voor de kerken is, om op beur hoede te wezen.

Indien de praeadviseurs door hun wetenschap en talent voor de toekomst gevaar zouden kuijnen opleveren, zouden dan de kerken daarvan zelf niet de oorzaak zijn ?

Zij noodigen immers die broeders uit. Deze zijn slechts geinviteerden, Uitnoodigen is toch geen noodzakelijkheid, Wien ik niet hebben wil, vraag ik immers niet,

Hoe gemakkelijk kunnen dus de kerken het gevaar afwenden, dat van deze zijde zou kunnen dreigen door ze stilletjes tehuis te laten, of door een bepaald aantal van iedere inrichting te verzoeken.

Maar als gij iemand uitnoodigt, om bij u te gast te komen, beklaag u dan later niet, dat hij zooveel gegeten heeft, zoodat ieder die het hoort, verbaasd staat over de kracht van zijn maagspier, maar zeg bij u zelf, dat is eens, maar niet meer; tegen zoo'n maag is mijn invitatie niet bestand.

Als er gevaar dreigt in de toekomst, ligt dan de schuld niet bij de kerken, die ze uitnoodigen?

Neen, zegt Ds, Littooy, vroeger noodigden wij ze ook uit, en bestond er blijkbaar geen reden tot vreeze, meen, 't ligt aan de methode van werken, want in de verschillende commissiën voor prae-advies zaten die broeders ook, en hadden dan al veel invloed.

Bij vernieuwing vragen wij weer, ligt dat aan de methode, of ligt de schuld bij de leden der commissiën zelf, die te veel rechten gaven aan de praeadviseurs en die broeders in plaats van praeadviseerende stem, keurstem verleenden?

Wij hebben de Acta nog eens opengeslagen en de leden der commissiën geteld, en dan blijkt, dat de gunsdgste verhouding voor de praeadviseurs altijd is geweest als van i tot 2 doch bijna altijd als r tot 3 of 4,

Laten dan de leden der Synode beter op hun tellen passen. Doch wat deden de commissiën ? Zij maakten dankbaar gebruik van de praeadviseurs, droegen ze op de rapporten klaar te maken en te verdedigen.

Is het dan wel recht te klagen over den invloed, als de leden der Synode zo6 druk geholpen hebben, dien invloed te verhoogen ? Ligt dan de schuld bij de methode of bij de leden zelve?

Wie zijn de oorzaak dat de professoren, meer als leiders, dan als raadslieden zijn opgetreden ?

En toch, bij iedere methode zal immer uitkomen de macht van het talent en van de wetenschap, en de kracht van iedere methode hangt af van de personen, die ze toepassen.

Wat ons betreft, dan wenschen wij van harte, dat de methode, te Middelburg gevolgd, voortaan de aangewezene mocht zijn, omdat wij gelooven, dat door die methode rijke winste wordt verkregen; dat dankbaar gebruik worde gemaakt van de eminente mannen door God aan de Gereformeerde kerken gegeven; maar de leden der Synode zelve waken, om niette vergeten, datzijzijn de afgevaardigden der kerken.

Zij het ons vergund geheel dezelfde zaak nog wat nuchterder te beschouwen.

De Synode-Generaal kan niet buiten het advies van deskundigen.

Dit volgt uit den aard harer samenstelling als Gereformeerde Synode,

Een Gereformeerde Synode toch bestaat voor een goed deel uit broeders ouderlingen, die, op hooge uitzondering na, geen mannen van studie zijn, en voor het ander deel uit predikanten, die uit het gewoon getal van Dienaren moeten verkoren worden. Nu zijn er zeer zeker onder die Dienaren ook wel enkelen, die na de academie verlaten te hebben, hun studiën hebben voortgezet, en nog voortzetten. Edoch het veld van wetenschap, waarop zij zich daarbij verspreiden is zoo groot, dat het metterdaad een witte raaf is, indien ge er één onder vindt, die nu juist op het kerkrecht zich wierp.

Verreweg de mcesten bestudeeren deuitlegkunde, de dogmatiek, de ethiek enz., maar een stel geleerde mannen in een enkele provincie, die nog steeds voortschreden in het kerkrecht vindt ge eenvoudig niet.

Bij vacaturen aan de hoogescholen is men al uitermate verheugd, zoo men er één specialiteit voor in het gansche land vindt, en die ééne gaat dan ook geregeld weer op zijn tijd uit de kerken weg, en naar de school toe, zoodat er tijdelijk zelfs niet één overblijft.

Als een Synode-Provinciaal haar afgevaardigden voor de Synode-Generaal benoemt zoekt men dan ook niet met een lantaarntje naar een enkel geleerd Canonicus, maar dan vestigt ze haar aandacht op Dienaren en Ouderlingen, die bleken mannen van algemeene kennis, van beproefde Godzaligheid, van manlijk en kloek karakter, van practische ervaring en van het gereede woord te zijn.

Juist deze samenstelling der Synode echter brengt dan ook teweeg, dat zij advies van deskundigen noodig heeft.

Er zijn toch op elke Synode allerlei gewichtige zaken te beslissen, waarbij men, eer men het zelf gist of vermoedt, het spoor der historie kwijt is en van de beginselen afwijkt.

Niet met opzet, maar door onnadenkendheid, omdat men óf de gegevens niet zoo duidelijk voor den geest had, óf ook het verband tusschen de behandelde zaken die gegevens niet vermoedde.

Achtereenvolgende Synoden, zonder advies van deskundigen doorwerkende, zouden dan ook, van achteren bezien, blijken een slingerpaadje geloopen te hebben, nu eens rechts, dan eens links te zijn afgeweken, en terwijl het bij onze oude Synoden steeds één lijn was die door aller besluiten liep, zou men hier de rechte lijn geheel laten kronkelen, om in de zigzaglijn de schande en de oneere der kerken te doen uitkomen.

Dit nu, en dit alleen, is de reden, waarom men steeds van Gereformeerde zijde geoordeeld heeft, dat een Generale Synode niet zonder het advies van deskundigen vooruit kan. En dat te minder, omdat een Synode-Generaal slechts kort zit, stellig geen jaar aan één stuk kan zitten, en haar alzoo de tijd ontbreekt, om op de Synode zelve uitvoerige onderzoekingen naar de historie en de beginselen in te stellen.

Een Synode moet snel werken, en deswege is het, zal zij goed werk leveren, eenvoudig onafwijsbaar noodzakelijk, dat .ze deskundigen te harer beschikking hebbs. die op staanden voet elke voorkomende zaak naar lejsch knonen toelichten,

Als zoodanig nu, d. i. als deskundige adviseurs, noodigt de Synode volstrekt niet alleen de »hooggeleerden" uit, maar ook tal van andere broederen, die met het oog op de bestaande zaken geacht mogen wor den licht te kunnen aanbrengen, met name »deputatea met rapport", die driejaren lang bijzondere studie van een of ander onderwerp gemaakt hebben.

Maar toch, dat is zoo, ze noodigt óók de »hooggeleerden"

Ze beschouwt, ja, waarlijk óók deze shooggeleerden", als »deskundige adviseurs."

En zelfs heeft ze steeds geoordeeld, dat onder alle adviseurs deze de meest natuurlijk aangewezenen waren.

Ze kon ook anders te werk gaan, en allerlei mannen van studie, van hier en uit het buitenland nooden.

Een adviseur heeft nooit keurstem. Hij geeft alleen adviseerende stem. En de keurstemmers zijn en blijven vrij, om het advies te verwerpen of te" volgen.

Desnoods kon dus ook elk ander deskundige als adviseur geroepen worden.

Maar ze kiest en koos desniettemin, in den regel, bij voorkeur onze hooggeleerden: i". omdat deze geacht worden meer bijzondere studie van beginselen en historie te maken; 2". omdat Nederlandsche geleerden beter dan buitenlanders de toestanden hier te lande kennen; en 3". omdat deze adviseurs hun tijd gratis ten dienste der kerken stellen, en hun overkomst dus slechts kleine kosten veroorzaakt.

Iets waar dan nog bijkomt, dat het steeds in het belang van school en kerk beide werd geacht, dat beider mannen gedurig in levend ontact met elkander traden.

Aldus was het steeds, zoo is het nog, en we weten vooruit, dat het alzoo zal blijven, zoolang er Gereformeerde kerken in Generale Synode zullen saamkomen.

Doch natuurlijk, als ge de »hooggcleerden" eenmaal binnenroept om te spreken, dan spreken ze ook.

Stemmen mogen ze niet, maar ge roept ze om advies te geven, wat dan natuurlijker, dan dat ze dit ook feitelijk geven?

Zelfs zou het verstaanbaar zijn, dat een Synode ophield een hooggeleerde uit te noodigen, die zich in een interessant zwijgen terugtrok.

Tot hem zou men zeggen kunnen: »Lieve broeder, ik heb het advies van deskundigen noodig. Gij zijt hier dus om advies te geven. Toch schijnt u de rol van toeschouwer meer aan te staan. Edoch, vergun mij u te zeggen, dat ge daarvoor hier niet kwaamt. Gij woont de Synode bij en zijt er lid van, maar op beding dat ge adviseert”

Zoo is het dan ook te Middelburg begrepen.

De hooggeleerden verschenen er, en zwegen niet stil, maar gaven hun advies.

En, wat vooral schijnt gehinderd te hebben, de Synode heeft meestal hun advies gevolgd.

Maar wat had men dan gewild?

Zou het daa eerst goed zijn, als ge deskundigen om advies vraagt, en toch aldoor tegen hun advies in te werk gingt?

Ge zijt krank, en roept een dokter. Die geeft u medisch advies. En zal het nu als regel moeten gelden, dat ge zijn advies niet opvolgt ?

Ge zit in geding, en roept een advocaat te hulp om advies. Hoort het nu zoo, dat ge zijn advies laat voor wat het is, en uw eigen gang gaat?

Ge moet contracteeren, en vraagt een notaris als deskundige om advies. Is het nu alzoo, dat ge eerst dan uw zaken goed doet, als ge zijn advies in den wind slaat ?

Wie zal zoo spreken?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 april 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Het gevaar  der hooggeleerden.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 april 1897

De Heraut | 4 Pagina's