Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoonen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoonen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 9 Juli 1897.

Het Gr on. Volksblad schrijft in antwoord op ons artikel ^Verklaring" het volgende:

In den verkiezingsstrijd, " nu eenige weken'geleden, behelsde de Standaard eene Verkjarin^ van Dr. Kuyper, die zich daartoe gecjrongen gevoelde als svan onderscheiden kanten vernO' men hebbende, dat vele Antirevolutionaire kie zers, die tot de Ned. Herv. kerk behooren be ducht zijn gemaakt, als zou de overwinning der Antirevolutionaire partij uitloopen op schade voor de Ned. Herv. kerk."

Van die Verklaring nu drukten wij een zinsnede over, waarin Dr. K. schreef, dat hij sop prijs stelt, waardeert en liefheeft, fal|wat]: in die kerk uit God geboren is en gelijkvormigheid vertoont aan den Beelde Zijns Zoons". En daarop lieten wij toen deze woorden volgen sMaar nu weten we, dat Dr. Kuyper in die kerk niets liefheeft en niets lief hebben ^aw. lmmers al wat in die Hervormde kerk blijft — hij heeft het nadrukkelijk gezegd en nog nooit heiroepen — hoont de Koningskroon van fezus, en draagt dus allesbehalve diens beeld".

Die woorden^zijn onder defoogen gekomen van Dr. K., blijkens hetgeen hij daarover schreef in het laatste*Eno.''Jvan'.; de5J.ffir; -a«/, j|welks blad ondergeteekende sinds lang niet meer leest, maar dat hem ditmaal werd voorgelegd, en waarin de redacteur van Standaard tn%Heraut tot de redactie van het Groninger Volksblad een aantal vragen richt, waarop wij zullen antwoorden, zoodra Dr. Kuyper zal hebben erkend, dat hij vroeger niet maar schreef sdat wie zich aan de Synodale organisatie van het^Genootschap bleef onderwerpen, d.3sxmt€de]kroonrechten van Koning fezus tegensttonil, '; ^[maar|dat |zoo|iemand*i& Koningskroon van'^fezus hoonde."

Dat eerste toch zou iemand kuniïfen doen zonder ^het^te^weten, dwalende'; maar dat laatste niet.

Waarom nu ook liet Dr. K. juist dit door ons zoo ernstig geïncrimineerde woord weer weg ?

Als nu iemand vragen mocht: waarom dat weer opgehaald? Dan antwoorden|we: zoo Dr. K, niet zelf dat woord uitsnijdt uit zijn »Orgaan der Gereforraeerde|kerken", ^kankert het in die kerken voort. En [dat [mochten we|en mogen we niet', Itoelaten, al bewijst ook dit misschien weer, in de oogen van Dr. K., dat salie deugden die de Dienaren van Christus in hoofd en hart plegen te sieren (in ons Blad) volkomen gemist worden".

Het is ons moeilijk een citaat voorj^echt te keuren, indien hij, die dat citaat te berde brengt, verzuimt u te zeggen, waar het staat.

Niemand toch kan van ons vergen, dat we alle onze jaargangen van 1878 gaan doorsnuffelen, om deze zinsnede op te zoeken.

Doch aangenomen, dat het citaat metterdaad luidt, gelijk het daar staat, en dat het verband voor de uitlegging onverschillig is, dan nog ontkennen we ten stelligste, daarmee ooit de onzinnige beschuldiging te hebben bedoeld, dat de ruim twee millioen leden van de Ned. Herv. kerk met bewustheid Koning Jezus opzettelijk in zijn souvereiniteit over de kerk zouden hoonen of gehoond hebben.

Hoonen heeft zelfs oorspronkelijk die bewuste beteekenis volstrekt niet altoos. Uit het Midd. Ned. Woordenboek van Verwijs en Verdam blijkt het tegendeel duidelijk. Om slechts dit'^ééne citaat uit idie Rosé" teijnemen: sSints dat uw hart mint een anderen boven mij, zoo hebt gij mij zeer gehoond." Hier spreekt de misleide vrouw duidelijk uit, dat zij zich als gehoond beschouvrt, ook al bestond er natuurlijk bij haar minnaar in het minst geen bewtist opzet, om haar te hoonen.

De hoon bestond feitelijk, maar droeg volstrekt niet een opzettelijk karakter.

Het spreekwoord: »Buiten schoon, binnen hoon", toont ten overvloede dat het bewuste en opzettelijke aan het grondbegrip "[van hoon vreemd is 1).

Doch ook afgescheiden van deze etymologische taalquaestie, is het toch te ongerijmd te wanen, dat iemand, wie ook, ooit had kunnen bedoelen, dat de twee mil-Uoen menschen die nog altoos onder de organisatie leven, dit doen zouden met de opzettelijke bedoeling om den Christus te hoonen.

Er staat fdanl--ook] in'|hetrcitaat, fdat we rV . .lO. - 1 d \ ix. II.. 'Zit nu nemen zooals het ons voorgelegd wordt, niet dat men s Christus hoont" maar »< f< ? Koningskroon van Jezus", en reeds dat toont ten overvloede de bedoeling klaarlijk.

Van Godswege ontving Christus de Koningskroon over zijn kerk. Dus ook over de kerken hier te lande.

Hij en hij alleen is in alle kerk de wettige Souverein.

Waar nu in een kerk zich een andere macht opwerpt, die zich souvereinc rechten aanmatigt, en het Woord van den Koning niet eerbiedigt noch gehoorzaamt, daar wordt de Souvereiniteit, het hooge gezag, de Koningskroon van Jezus aangerand en miskend.

En dit nu noemden we »de Koningskroon van Jezus hoonen."

Juist zooals SLUYTER in zijn Lof der heylighe Maegd Maria zingt:

»Soo wie dan d'eer, die Hem alleen toekomt [als Koning, Geeft haer, als Koningin, 't is Hem én haer [tot hooning"

Een dichterlijke ontboezeming, waarbij eveneens elk denkbeeld van opzet is buitengesloten.

Stuit men echter op dat woord s hoonen", dat wij voor ons taalkundig volkomen verdedigbaar achten, welnu, dan zijn we volkomen bereid om voor hoonen in de plaats te schrijven: tegenstaan en miskennen. En we doen dit, opdat zoo ernstig verschil ook niet één oogenblik verloope in het dispuut over een woord.

We veranderen derhalve het citaat en schrijven nu in de slotwoorden: de Koningskroon van Jezus tegenstaan en miskennen.

ï) Zoo schrijft Van Ghistele in zijn vertaling van de Aeneës p. 165a:

De bcanxte vrouwen zachmen weenen enschreyen,

Hen dacht datsl zeer werden gehoont, Omdat elk van 't geen datse liefhad, moeste scheyen. wat voor ons doel geheel denzelfden dienst doet; en alsnu zullen we gaarne vernemen, wat bescheid het blad ons op de door ons gestelde vragen geeft, om, na afloop der vacantie, daarop, desnoodig, te repliceeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 juli 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Hoonen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 juli 1897

De Heraut | 4 Pagina's