Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN ZELDZAME BOSCHBEWONER.

Wanneer gij de kaart van Europa of nog beter die van Rusland voor u neemt, vindt ge in het Westen van dat ontzaglijk rijk, in Litauen, een provincie of gouvernement Grodno geheeten.

Dit land is grootendeels een vlakte, waarover men uren lang rijden kan zonder iets te zien dat de eentonigheid afbreekt. In 't midden echter treft men, zeer merkwaardig, een ontzaglijk bosch aan, lhet woud van Bialowicza. Het is geen kunstmatig aangelegd bosch, maar een natuurwoud, echt Noorsch van voorkomen en behoort aan de Russische regeering, die het zeer zorgvuldig laat onderhouden. Hoe groot het is begrijpt iedere jonge lezer, als ik hem vertel, dat het bosch met de landerijen 1148 vierkante mijlen (kilometer) beslaat. Ge moet dit nu maar eens met de grootte van Nederland vergelijken. Dat is nog eens een bosch om een dagje in te wandelen!

Als een eiland hgt het daar, afgezonderd, omgeven van weilanden, dorpen en heiden, geheel op zich zelf. De boschgrond is zanderig en bevat ook klei; het hout is er bijzonder zwaar en menigvuldig. Meestal vindt men er heel oude pijnboomen, dennen en eiken van bijzondere hoogte en dikte. Zooveel groeit er, dat heel wat hout op de plaats zelf verrot, wijl het onmogelijk is het bijtijds weg te nemen.

Toch wordt zooveel mogelijk voor alles gezorgd. Heel het ontzaglijk groote bosch is verdeeld in afdeelingen. Elk staat onder opzicht van een boschwachter, gekozen uit de keizerlijke boschbeambten. Elke afdeeling is weer gesplitst in onderafdeelingen. Zulk een onderafdeeling heeft een opzichter met eenige jagers; zij moeten dagelijks hun gebied doorkruisen, en daarbij dan door dik en dun gaan. De jagers en de opzichters wonen in dorpen aan den rand van het bosch, en bezitten de noodige akkers en weiden. Er zijn nog verscheiden andere dorpen. Hun inwoners zijn verplicht, in den zomer te hooien, en het hooi op verschillende plaatsen van het bosch in schuren te brengen. 'sWinters wordt het wild dan daarmee gevoed.

In het diepst van het woud, bijna in het midden, is een open, tamelijk hoog gelegen vlakte, die schoone velden en weiden bezit, welke besproeid worden door de rivier de Narew. Op die vlakte ligt het dorp Bialowicza, dat bewoond wordt door jagers, en een Grieksche kerk heeft. Al eeuwen lang wordt er in dit bosch gejaagd. De koningen van Polen, de vroegere heeren van het land, deden zulks al in de veertiende en de vijftiende eeuw. Tegen het einde van de zestiende stond hier een koninklijk jachtslot, iBiala Wicza" of Witte Wachttoren geheeten. Waarschijnlijk zijn daarnaar het bosch en het dorp genoemd. In de vlakte op een heuvel aan de Narew, staat een steenen gedenkteeken. Daarop is vermeld, dat in 't jaar 1752 koning Augustus III van Polen in tegenwoordigheid der koningin en met een schitterend gevolg van Poolsche en Saksische heeren hier met veel pracht een jacht gehouden heeft. Veertig jaar later bestond heel het koninkrijk Polen niet meer.

Zooals vele lezers weten, leefden er vroeger op aarde vele diersoorten, die thans grootendeels of wel geheel zijn uitgestorven. Sommige menschen betwijfelen wel eens of dit waar is, maar ieder kan er zich van overtuigen.

Toen onze voorvaderen op het eiland Mauritius in de Indische zee kwamen, vonden zij daar vogels, Dodo's geheeten, of ook wel Dronten of Drontaarsen, Deze smaakten niet lekker, zoodat onze zeelui hen swalgvogels" noemden. Deze Dodo's nu zijn geheel uitgestorven. En dit is maar één voorbeeld uit velei In de museums van Europa kan meQ de geraamten zien dier ontzaglijke dieren, die vroeger op aarde leefden; dieren waarbij een olifant klein was. Te Petersburg is zelfs zulk een beest nog met huid en haar te zien, daar het in 't ijs van Siberië, duizenden jaren lang misschien, bewaard en gaaf is gebleven. Jaren geleden hebben we over die beesten meer verteld.

Andere diersoorten zijn sterk verminderd en loopen gevaar uit te sterven, zooals b.v. de leeuwen en nijlpaarden. Vele zijn in bepaalde streken sterk afgenomen in getal of geheel verdwenen. In Afrika nemen de olifanten zeer in aantal af, wijl een moorddadige jacht op hen wordt gemaakt. In Engeland zijn alle groote roofdieren uitgeroeid; in Nederland vindt men geen wolven of beren meer, enz. De gemzen zijn in Zwitserland, zoo men zegt, ook bijna geheel uitgestorven, en hoeveel soorten van honden al zijn verdwenen is niet te zeggen. Maar daar komen weer nieuwe voor.

Zooals de lezer reeds zal begrepen hebben, herbergt het woud van Bialowicza in zijn ontzaglijke ruimte ook een menigte van allerlei gedierten. Daaronder nu zijn er ook niet weinige, die elders reeds lang zijn uitgeroeid of nog maar zeer weinig voorkomen. Zulke zijn wilde zwijnen, losschen en elanden. Natuurlijk zijn er, gelijk in alle bosschen van het Noorden, ook wolven en beren. Kortom het groote bosch is een dicht bevolkt plekje, en alle natuurliefhebbers kennen het dan ook, ja stellen er zeer hoogen prijs op. 't Is als 't ware een dierentuin in 't groot, maar dan zonder hokken en met vrijen toegang.

Het merkwaardigste dier echter in heel het bosch is ongetwijfeld de Oeros of Wisent, Het is 't grootste en sterkste rund, dat men in ons werelddeel kent. De Oeros komt, behalve in dit bosch, nog slechts voor in Kaukasië in Zuid Rusland en aai) de Koeban. Overigens is hij, voor zoover men weet, nergens in de wereld meer te vinden.

Vroeger was dit geheel anders. Toen was deze os over heel het midden van Europa verspreid. In oude handschriften wordt dikwijls van dit beest gesproken, daar men er in Duitschland jacht op maakte, en zeker was het ook in ons land geen vreemdeling.

De oude overleveringen spreken ook vanden oeros. In den tijd van Karel den Groote vond men dit rund nog in het Hartzgebergte en in Saksenland en werd het dier ook in Zwitserland nog tot spijs gebruikt. In de isdeenióde eeuw leefden de oerossen nog in Pruisen, Pommeren en verder oostelijk. Doch zij begonnen meer en meer te verdwijnen, denkelijk wijl men te veel jacht op hen maakte. Althans in de zeventiende eeuw waren deze runderen niet westelijker meer te vinden dan in een bosch bij Tilsit, dat vlak bij Rusland ligt. Hier moet dan ook de laatste van deze in 1733 ^"^V^ geschoten.

Maar in Rusland, dat groot en niet dicht bevolkt was, bleven nog oerossen over. Misschien echter zou ook daar de laatste reeds lang begraven of wel opgegeten zijn, zoo de wisent niet machtige beschermers had gekregen. De keizerlijke Russische regeering namelijk vond het terecht zeer jammer, dat zulk een fraaie, sterke en reeds zeldzame diersoort geheel zou uitsterven. Er leefden er nog heel wat in het bosch van Bialowicza, maar de regeering begreep, dat ook die beesten, gedurig door jagers bedreigd, wel niet zouden ontkomen, aan het lot van hun neven en nichten. Om dit te voorkomen nu, werd een zeer strenge wet gemaakt, die dienen moest om de ossen en koeien in 't bosch te beschutten tegen al te eetlustige menschen.

Men mag in het woud niet jagen, zonder dat de keizer van Rusland iemand daartoe verlof heeft gegeven. Alleen mogen de boschopzichters met hun mannen van tijd tot tijd jachten hou(ien, maar nooit op oerossen. Wie toch zoo'n beest doodschiet, wordt als een misdadiger behandeld. Zoo blijft ieder van de oerossen af. In het bosch zijn er waarschijnlijk ettelijke honderden, die voor niemendal te kijk zijn, maar voor geen geld te koop.

(Wordt vervolgd).

HOOGENBIRK.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 juli 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 juli 1897

De Heraut | 4 Pagina's