Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

uit be Ders.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

uit be Ders.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Gispen bespreekt in de Bazuin de helderheid, die meer dan dusver moet gaan heerschen, over wat we onder Calvinisme verstaan.

Hij zegt er na korte inleiding dit van:

Dat er nu nog zooveel onkunde bestaat omtrent het Calvinisme, vindt zijn grond in de historie en andere omstandigheden.

Ook u zal het bekend zijn, dat de beste historische kenners en historie-schrijvers in ons land eenstemmig ïijn in hun oordeel, dat de geboorte-acte van den tegenwoordigen Nederlandschen staat, en van al de burgerlijke en godsdienstige vrijheden, die wij genieten, ligt in het Calvinisme.

En evenmin kan het u onbekend zijn, dat de meerderheid van het Nederlandsche volk, in zijn hart, in zijn overtuiging, nooit Calvinistisch geweest is.

Het is zelfs de vraag, of die meerderheid wel ooit anti-Roomsch geweest is; ik meen uit beginsel en overtuiging.

Zij was vrijheid-lievend. Zij haatte de gruwelen van Alva. Zij had vooral grooten weerzin tegen het opbrengen van den tienden penning, tegen de inquisitie, tegen priesters, tegen den rijkdom der kloosters, en daar zij zelve niet zeer zuiver was op het stuk van wijn en vrouwen, verdacht zij anderen, niet het minst de papen en de nonnekens, van op dit punt ook niet heel zuiver te zijn. Alle omstandigheden werkten zoo mede om het Calvinisme, in ons land, de leiding der zaken te geven, en het te belichamen in de Gereformeerde kerk en de Republiek der Vereenigde Nederlanden.

En zoo verloren, aan de eene zijde, de waarlijk Gereformeerden het onderscheid uit het oog tusschen de bedeeling des Ouden en des Nieuwen Testaments, en werd Nederland door hen beschouwd als gelijk aan Israël, de Gereformeerde natie van nu gelijk aan de Joodsche natie van vroeger. En aan de andere zijde ontwikkelde de geest die steeds ontkent, de geest van ongeloof en revolutie, zijn kracht om, als de tijd daarvoor rijp was, het gehate juk van het Calvinisme af te schudden, en in naam der historische ontwikkeling, in naam van vooruitgang en beschaving, die nieuwe philosophische wereldbeschouwing, beide in kerk en staat, tot heerschappij te brengen.

Onze tegenwoordige toestanden zijn de uitkomst van dezen gang der historie, beide in kerk en staat, en dat in verband met geheel het wetenschappelijk en maatschappelijk leven, in ons eigen land en in alle landen, waar het Protestantisme tot heerschappij was gekomen.

Als gij op dit een en ander let, begrijpt ge spoedig, dat de vraag: wat is Calvinisme ? niet door iedereen kan beantwoord worden. En ook begrijpt ge, hoe het komt, dat de poging om het Calvinisme weder te doen kennen en in eere te brengen bij velen oprechte belangstelling verwekt, maar bij meerderen niet dan met wantrouwen wordt ontvangen en met beslisten, vurigen haat wordt tegengestaan en bestreden.

Allen, die of het Calvinisme in den wortel niet kennen, öf het niet willen onderzoeken, omdat zij het op den klank af liaten, zeggen tot de mannen die thans het Calvinisme weder bekend zoeken te maken en in eere te bftngen: gij wilt repristineeten, hetgeen geweest is weder terugroepen, de menschheid, in hare ontwikkeling, een paar eeuwen terugdringen, en dat eenig en alleen om u zelven een naam te maken, en de historie van Olivier Cromwell nog eens over te doen.

Vlak hiertegenover staan zij die beweren, dat de mannen, die heden ten dage het Calvinisme doen herleven', of pogen te doen herleven, de rechte broeders niet zijn. Zij noemen zich wel Calvmisten, rnaar zijn het niet. Zij willen wat nieuws op aarde brengen, iets dat noch Calvijn, noch de echte Galvinisten gekend hebben, o. a. een kerk, die geheel onafhankelijk van den staat leeft, een z. g. vrije kerk. Calvijn was aristocraat, en deze nieuwe Calvinisten zijn democraten, of beweren het te zijn. Calvijn wilde een regeering van de voortreffelijksten, en die hedendaags naar zijn naam zich noemen, deinzen niet terug b.v. voor huismans-kiesrecht, en mitsdien niet voor een rqgeering van de menigte, d. i. voor allerlei onbevoegden — om het land te regeeren door de stembus. Calvijn leerde, dat de overheid zoowel de eerste als de tweede tafel der wet moet handhaven; maar de nieuwerwetsche Calvinisten leeren, dat dwaling niet strafbaar is, en dat de overheid de eene kerk niet anders mag behandelen dan de andere kerk, en alle kerken voor de wet gelijk moeten zijn, latende de overwinning der waarheid aan de waarheid zelve over.

Als iemand dus tot mij komt en zegt: ik zal u gauw eens even vertellen, wat eigenlijlc Calvinisme is, dan zeg ik: nu gauw dan, want ik heb niet veel tijd, — en ik weet dan reeds zeker, dat zoo iemand onbekend is met de zaak, waarover hij spreken zal. Het Calvinisme is iets anders en iets meer dan een korte onderwijzing in de leer der zaligheid. Het is wijsgeerig, staatkundig, kerkrechtelijk, maatschappelijk, het is een gansch het leven omvattend en leidend geheel van ideeën en denkbeelden, van leerstellingen en verordeningen, bestemd om he* gansch leven te richten en te besturen. Het har* van dit geheele stelsel is de belijdenis van Gods Souvereiniteit over alle zijne schepselen. Het stelt, als tweede gedachte, den eisch tot onderwerping van alle vleesch aan dien Souvereinen Rechter, Koning en Wetgever, en brengt dien eisch zoowel tot de conscientie der overheden als tot die der volken en der bijzondere personen. En nu meent iedereen wel daarover te kunnen meespreken, maar, bij slot van rekening blijkt het toch, dat niet iedereen daartoe bevoegd is.

Zelfs heeft de geschiedenis geleerd, dat mannen van groote beteekenis zich vergist hebben. Die vergissing erkennen ze natuurlijk niet. Zij werpen de schuld op een ander. Maar voor wie nauwkeurig op hunne woorden en — daden let (voor zoover zij als publieke personen onder ons oordeel vallen) wordt het, vroeger of later, duidelijk, dat zij wel voortreffelijke geleerden, oprechte Christenen en uitnemende menschen kunnen zijn, maar Calvinisten zijn ze niet.

En nu zegt men wel, dat toch wezenlijk de zaligheid niet afhangt van de vraag, zijt gij Calvinist, en beweert men, dat in den hemel een allegaartje zal bij eenkomen van Calvinisten, Methodisten, Lutherschen enz. enz. doch gij gevoelt, dat dit dooddoeners zijn, die niets beteekenen. Er is op dit punt geen mensch zoo liberaal als een Calvinist, die eenigszins in staat is rekenschap van gevoelens te geven. Want niet de zelfzuchtige vraag: hoe wordt ik zalig? is het hart van het Calvinisme; maar die hoogere vraag: hoe komt God tof zijn eere?

Het Calvmisme is theologisch, en om het, in zijn middelpunt en omtrek, te begrijpen, is een theologische ontwikkeling noodig, die lang niet het eigendom is van allen, die op kennis en geleerdheid, in andere opzichten, aanspraak mogen maken.

«Onbekend maakt onbemind", dat bekende spreekwoord komt ook hier te pas...

Reeds naar aanleiding van een onlangs over het Calvinisme verschenen vlugschrift kwam ditzelfde geding ter sprake.

In Engeland noemt men iCalvinisme" het niet-Arminiaan in de leer der zaligheid zijn. Hier te lande weten we reeds beter.

Calvinisme is ons meer, is ons een historische levens-en wereldbeschouwing., die met het Romanisme en het Modemisme minstens op één lijn staat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 december 1897

De Heraut | 4 Pagina's

uit be Ders.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 december 1897

De Heraut | 4 Pagina's