Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de meer en meer opkomende Ziekenverleging schrijft Ds. Gispen in de Bazuin :

De kerken hebben ook haar aandacht aan deze zaak gewijd en wedijveren met de burgerlijke overheid op het terrein der ziekenverpleging. De Roomsche kerk natuurlijk voorop, gevolg door de Luthersche, Ned. Hervormde en nu ook door de Gereformeerde kerken. En dat niet omdat op de eigenlijke geneeskundige behandeling vanwege de overheid zooveel zou zijn aan te merken, maar omdat de overheid neutraal moet zijn, en dus in de verpleging niet met de zielsbehoeften of godsdienstige behoeften der kranken rekent. Waarbij ook nog komt, dat in particuliere inrichtingen, die op het of op een godsdienstig beginsel rusten, meer hartelljke toewijding en liefde voor de lijders ondersteld wordt, dat in de neutrale, godsdienstlooze inrichtingen te eischen is.

Zoo is langzamerhand de gedachte gerijpt, dat de taak der kerk is, op te treden als zuster van barmhartigheid. Het is niet genoeg, zegt men, dat de kerk het Evangelie verkondigt eji de sacramenten bedient, voor de ware leer pal staat en voor de handhaving van de goede orde strijdt; neen zij moet practisch zijn. Zij moet de hongerigen voeden, de naakten kleeden, de verlorenen zoeken. En ook dat is niet voldoende. Zij moet de rijken met den vloek des Heeren treffen, op do gelijkheid aller menschen niet alleen voor het Godsrijk maar ook voor het maatschappelijk leven aandringen en aansturen, haar invloed gebruiken om het onderscheid tusschen rijken en armen te doen verdwijnen, en rusteloos daarin voortgaan, totdat het levenslot van alle menschen, op deze aarde, zoo ongeveer gelijk is.

Vanzelf ligt daarin de eisch tot verzorging en verpleging der kranken, inzonderheid die der armen of minvermogenden.

En gelijk schier alle dingen, .die op de practijk betrekking hebben, zoo bestaat ook hier moeilijkheid over de uitoefening van deze werken der barmhartigheid. En een is tevreden, kan althans er in berusten, als de arbeid geschiedt onder toezicht van de kerk; de ander daarentegen eischt, dat het werk der barmhartigheid van de kerk zelve, door haar ambtsdragers, moet uitgaan, en dan niet van de kerk als een verzameling van kerken gedacht, maar van de plaatselijke kerk.

Voor de botsingen en stoornis, die hieruit reeds ontstaan zijn, en telkens nog kunnen ontstaan, zijn de Roomschen ook bewaard. Alles staat daar onder den bisschop, die tot den een zegt: ga, en hij gaat, en tot den anderen : kom, en hij komt, en tot een derde: doe dat, en hij doet het. Bij de Gereformeerden daarentegen moet met zooveel machten en rechten gerekend worden, dat men elk oogenblik in perikel verkeert om een of ander beginsel te verloochenen, en dikwerf reden heeft om met vader Jacob uit te roepen : alle deze dingen zijn tegen mij.

Wat echter onder en in dat alles zich krachtig gelden laat, is de liefde tot den mensch.

Vandaar ook dat dwepen in onze dagen met den inensch Jezus.

Hij was zoo goed.

Hij genas de kranken, aan wat kwalen zij ook lijdende waren.

Hij nam het voor de armen op tegen de rijken.

Hij verkondigde een godsdienst in geest en waarheid.

Aan zijn kruis bloeien de rozen van ware menschenliefde.

Zoo dogmatiseert de geest der. eeuw; het banvonnis uitsprekend over alle dogmatiek, die uitgaat van God, en waarin niet de mensch maar God het hoogste is.

V/ij weten niet, wat van dezen gang der eeuw het einde zijn zal.

Maar dit schijnt wel duidelijk, dat het in de bedeeling van deze tijden ligt, om, meer dan in vroeger eeuwen, het menschelijk lichaam te waardecren, en de groote beteekenis van het aardsche bestaan en het aardsche welzijn te erkennen en te behartigen.

Verwonderen kan het dan ook niet, dat in deze eeuw het denkbeeld opkwam van Medische zending.

Zooals u bekend is hebben ook wij, sedert eenige jaren zulk een zending, en daarbij het voorrecht in Dr. Scheurer een man te bezitten, die niet alleen de wetenschap maar ook de zalving blijkt ontvangen te hebben, die voor dit heerlijke werk noodig is.

Geen wonder dus, dat vooral deze vorm van zending zooveel sympathie wekt. Dat is een arbeid, die succes geeft; een succes, dat men zien kan.

En dat wij met dezen arbeid op Schriftuurlijken bodem staan, voelt en ziet men dadelijk, als men 1 de Evangeliën leest, en de omwandeling des Hee­ ren op aarde nagaat. Zelf heeft Hij de groote beteekenis van dezen arbeid doen verstaan, toen hij aan de afgezanten van Johannes den Dooper de boodschap medegaf: de kranken worden genezen en den armen het Evangelie verkondigd.

Indien wij maar het gevaar ontkomen, dat gelegen is in de plaag van de «kleine vossen", die den wijngaard verderven, dan belooft deze stak van zending" wel iets, wellicht veel voor de naaste toekomst.

Want niet het gevaar van wilden en menscheneters is het gevaar van onze zending, maar die «kleine vossen" doen het ons; beestjes, van welke ik het niet voegzaam oordeel, u een nadere beschrijving te geven.

Alleen dient opgemerkt, en ik vertrouw, dat gij dit met mij eens zult zijn dat het genezen worden, op zichzelf, zaligmakend werk is.

Dat was het ook niet, toen Christus, in eigen persoon, wonderdadig de ki-anken genas. En Hijzelf heeft er op gewezen, dat bij zijne wederkomst er zullen zijn, die er zich op beroepen zullen, teekenen en wonderen, in zijne naam, gedaan te hebben, en die Hij nochtans niet voor de zijnen erkent.

Dit doet echter niets te kort aan de waarde of de beteekenis van alle «voorbereidend werk." Voor ons staat het vast, dat de Heere onze God zijn raad en welbehagen er door uitvoert. En ook staat het vast, dat de Heere nergens het Evangelie zendt, of er zijn op die plaatsen en onder die volken van «zijne schapen", die Hij ook moet en zal toebrengen.

De critiek, die hierin schuilt, is verre van overbodig.

De ziel, het geestelijke, is en blijft hoofdzaak, en de kerk verlaagt zich, zoo ze opgaat in Diaconie en Ziekenverpleging.

Het Woord van God, en niet stoffelijke hulp is het zout dat het bederf weert.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 februari 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 februari 1898

De Heraut | 4 Pagina's