Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aanvaarding der Regeering.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanvaarding der Regeering.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 25 Maart 1898.

Bij de aanvaarding der Regeering door H. M. de Koningin deed zich vanzelf de vraag hooren, op wat wijze hieraan wijding kon worden gegeven.

Want wel heeft Mr. H. Verkouteren in een Fransch opstel gesproken over: Sacre, maar sacre is een uitdrukking die door de Grondwet wordt buitengesloten. De Grondwet spreekt van Inhuldiging, en in den ofïicieelen Franschen tekst der Grondwet, die indertijd voor België verscheen, i.s hiervoor gebezigd de uitdrukking: Inauguration.

En al heeft nu die Inhuldiging in een kerkgebouw plaats, de steen van het gebouw wijdt niet. Dit te stellen ware een Roomsch begrip opnemen, dat hier niet toepasselijk is.

Dat de vroegere gewoonte, om door een predikant een toespraak te laten houden, ditmaal niet in het program is opgenomen, toont eer vooruit-dan achteruitgang. Een predikant is geen gewijd persoon, en of hij, buiten zijn kerkverband, of wel een jurist een toespraak houdt, blijft precies eender.

Dat alle gebed bij deze plechtigheid wegblijft, betreuren we, en we zien niet in, waarom de Voorzitter de plechtigheid niet met gebed kon openen, maar nu ook dit niet in het plan blijkt te liggen, kan de wijding alleen van het volk komen, zoo dit op 31 Augustus of op 6 September in zijn kerken saamkomt en bidt.

In gezonden zin kon men daartoe slechts op tweeërlei wijze geraken, óf doordien de Regeering de onderscheidene gezindheden daartoe aanzocht, óf doordien de onderscheidene gezindheden hieromtrent spontaan overeenkwamen.

Wat van de Regeering ten deze te wachten is, zal uitkomen bij de interpellatie van Donner. Van een poging tot overleg tusschen de gezindheden bleek dusver niets.

Toch is er een poging gewaagd, om het doel op een derde wijze te bereiken. De Synodale Commissie der Hervormden heeft namelijk niet alleen voor haar eigen gezindheid de wenschelijkheid om 31 Augustus kerk te houden uitgesproken, maar ook de overige gezindheden uitgenoodigd desgelijks te doen.

Hoe goed nu ook bedoeld, toch was dit geen verstandig besluit.

Herhaaldelijk toch heeft de Ned. Herv. kerk de pretentie gemaakt van te zijn de vaderlandsche kerk, iets wat natuurlijk inhield, dat de overige gezindheden «? V^-vaderlandsch, of ^«vaderlandsch waren.

Lag het nu niet voor de hand, dat de gedane stap met deze zelfbeschouwing verband hield.' Aan het feit dat H. M. de Koningin zelve tot de Hervormde kerk behoort, was geen recht van optreden te ontleenen. Het spreekt toch vanzelf dat zelfs een keizer in een kerk, met de Belijdenis van Guido de Brés, nooit iets anders zijn kan, dan een lid der kerk, d. i. een belijdend verloste, of een belijder, die verlossing en eeuwig leven zoekt.

De Luthersche kerk kent een vorst in haar kerk als summus episcopus. Alle kerk van Gereformeerde herkomst ontkent dit.

Voorop is dan ook door de Synodale Commissie gesteld, dat zij optrad, omdat haar gezindheid de talrijkste is.

Maar men zal toegeven, dat ook dit niet het recht tot zulk optreden verleent, waar de bevolking dezer kerk nog niet eenmaal de helft der bevolking van ons land bedraagt.

De gezamenlijke overige gezindheden zijn talrijker dan zij.

Zonder in iets de goede bedoeling der Synodale Commissie te willen miskennen, moet ze dan ook zelve gevoeld hebben, dat haar stap uiterst gewaagd was.

Had ze vooraf nog deze gezindheden gepolst, of men gezind was, met haar in overleg te treden, en had men op dien voet in deze nationale zaak een akkoord getroffen, zoo zou alles vanzelf geloopen hebben.

Maar dit deed ze niet.

Ze trad op, zonder vooraf iemand in de zaak gekend te hebben, en wendde zich met name tot de Gereformeerde kerken op zeer vreemde wijze.

Ook de Synodale Commissie weet natuurlijk dat de Gereformeerde kerken geen blijvend bestuur hebben, en dat ook de leden van het Synodaal moderamen reeds in September 1896 zijn afgetreden en als zoodanig geen enkele qualiteit meer bezitten.

Toch zond ze haar schrijven aan Ds.

Hoekstra, als iste secretaris van de Synode te Middelburg, die natuurlijk niets met dit schrijven kon aanvangen, daar hij sinds lang geen secretaris meer is.

Had men ons willen bereiken, dan had men zijn circulaire óf aan al onze kerken moeten toezenden, óf wel alleen jaan die van Amsterdam of 's-Gravenhage, met verzoek ook de overige kerken hiervan kennis te willen geven.

Niemand kan toch zeggen, dat dit kerk­ rechtelijke spitsvondigheden zijn, waarmee de Synodale Commissie zich niet kon ophouden. Ze weet immers, dat het evenzoo stond in de Gereformeerde kerken van vroeger eeuwen, waarvan ze zelve beweert de voortzetting te zijn.

Als de Overheid tot gebed uitnoodigt, dan zijn de Deputaten bij de Hooge Overheid aangewezen, om deze uitnoodiging in ontvangst te nemen, en ter kennisse van de kerken te brengen, maar Deputaten voor correspondentie met de Hervormde kerk zijn er uiteraard niet.

Feitelijk zijn onze kerken alzoo nog zonder uitnoodiging, en kon er onzerzijds dan ook nog geen antwoord gegeven worden.

We kunnen dan ook niet anders oordeelen, of de Synodale Commissie deed met de beste bedoeling een faux pas, waarbij bovenal dient gelet te worden op de consequentie.

Een consequentie die alleen hierin zou bestaan, dat bij voorkomende nationale gelegenheden, de Synodale Commissie der Hervormden zich ging beschouwen als het aangewezen college, om leidend voor alle gezindheden op te treden.

En dit gevolg, het spreekt wel vanzelf, dient met alle voegzamc middelen te worden afgeweerd.

Als gezindheden staan we allen saam op voet van gclijklicid bij de Overheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 maart 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Aanvaarding der Regeering.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 maart 1898

De Heraut | 4 Pagina's