Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET PINKSTERFEEST.

Toen eens aan een klein meisje gevraagd werd, wat het Pinksterfeest is, antwoordde zij: „Het feest van den Oogst".

Andere kinderen dachten toen, dat dit antwoord niet goed was, of althans louter zag op Israels Pinksterfeest, doch de onderwijzer — 't was op een school — zei: „Dat antwoord is heel goed. Ook ons Pinksterfeest is een Oogstfeest."

Misschien begrijpen de vrienden wel wat daarmee bedoeld wordt. Wij weten wat het Pinksterfeest ons zegt. Toen de Heere Christus ten hemel was gevaren, zond Hij den Trooster, den Geest, die in alle waarheid leidt, den Heiligen Geest. Deze kwam, terwijl de vrienden des Heeren eendraclitelijk bijeen waren, terwijl een geluid als van een geweldigen wind werd gehoord, en verdeelde tongen als van vuur gezien werden. Onder deze teekenen verscheen Hij, die beloofd was, aan hen die Hem verwachtten, en zij werden met den Heiligen Geest vervuld.

Maar er waren ook anderen, welke dien Geest niet verwachtten, die zelfs nog niet van Hem gehoord hadden. Dat waren de vele duizenden, die uit alle oorden, uit Egypte en Azië en Italië, gekomen waren om het Pinksterfeest te Jeruzalem te vieren. Wat geschiedde nu ? Zij hoorden ook het geluid en werden ontroerd, en liepen samen, en hoorden de apostelen spreken in voor ieder verstaanbare taal, al waren zij uit zeer verschillende landen. Zij begrepen het niet; sommigen spott'en. Doch Petrus legde hun alles uit. Hij zeide;

„Dit is het, dat gesproken is door den profeet Joel: Én het zal zijn in de laatste dagen (zegt God), Ik zal uitstorten van Mijnen Geest op alle vleesch; en uwe zonen en uwe dochters zullen profeteeren, en uwe jongelingen zullen gezichten zien, en uwe ouden zullen droomen droomen. En ook op Mijne dienstknechten, en op Mijne dienstmaagden, zal Ik in die dagen van Mijnen Geest uitstorten, en zij zullen profeteeren."

Daarna stelde hij hun voor, hoe de Heere God Zijn Zoon Jezus Christus heeft opgewekt uit de dooden, en liet toen volgen: „Hij dan, door de rechterhand Gods verhoogd zijnde, en de beloften des Heiligen Geestes ontvangen hebbende van den Vader, heeft dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort."

En wat was nu de vrucht van die prediking?

Dat zegt ons Handelingen 2 vs. 41: „Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt; en er werden op dien dag tot hen toegedaan omtrent drieduizend zielen."

En zoo weten we nu meteen, waarom het Pinksterfeest, ook het onze, een oogstfeest heetcn mag. Die drieduizend waren de eerstelingen van den grooten oogst die volgen zou. Die oogst wordt nog steeds ingezameld, en zal ingezameld worden, tot ook de laatste schoof en tie laatste halm zijn gebracht in de schuur.

De harten van Petrus' hoorders werden geneigd, zoodat zij, althans vele, zijn woord „gaarne aannamen." Dit nu was het werk des Heiligen Geestes, die het verstand verlicht en het hart neigt. Hij werkt ook nu nog door het Evangelie in de harten, en alzoo worden er ook nog telkens tot de Gemeente des Heeren menschen toegebracht die zalig worden.

Zoo leert ons het Pinksterfeest, dat er een oogst is, en doet ons vragen of wij daartoe ook behooren. Gods Heilige Geest wil ook onze harten bewerken, daarin wonen. I.aat ons dit wel ter harte nemen. Wij mogen het, wij moeten het doen, en hebben dan de blijde wetenschap, dat, als wij om dien Geest vragen, Hij ons zal worden geschonken. Want de Heere Jezus zegt

: „Indien dan gij, die J)oos zijt, weet uwen kinderen goede ga\cn 10 gv; vcu, hoeveel te meer zal de hemelsche Vader den Heiligen Geest geven, dengenen, die Hem bidden."

VAN EN AAN VRAGERS.

Onze vriend J. W. Dzn. te Z. schrijft het volgende: „In de Heraut vroeg iemand u wat uw gedachte was over de uitdrukking: De deugd in 't midden.

Hierop antwoordde u, dat u evenals vrager zelf, dacht, dat het kwam van Golgotha, waar de Heere Jezus tusschen de beide moordenaars aan het kruis hing.

Toen ik het las, herinnerde ik mij, daarvan wel eens een andere uitlegging van te hebben gehoord: ik vroeg daarom aan mijn vader, wat vader er van dacht. Daarop vertelde vader mij het volgende: „Ik wandelde eens met twee dominees, en toen trof het, dat ik in 't midden liep.

De een, Ds. L., zeide: „Kijk, de deugd in 't midden."

„Hé, " antwoordde ik, „dat spijt me van je, dat jij nog uitdrukkingen die op de Schrift betrekking hebben, zoo misbruikt."

„Wat, " |zei Ds. L., „denk je dat ik daarmee zinspeel op Golgotha; volstrekt niet. De Romeinen gebruikten reeds de uitdrukking „ Virtus in medio" wat zoo goed als hetzelfde wil zeggen als : de deugd in 't midden, of die men hoogacht, in 't midden."

't Doet ons genoegen dat onze lezer dit meedeelt. Zoo komen we verder.

Toch mogen we er wel bij opmerken, dat het woord virtus bij de Romeinen nu juist niet hetzelfde beduidde als ons „deugd." Misschien wil, ook met het oog daarop. Ds. L. ons nog wel eens zeggen waar ergens blijkt, dat de Latijnsche uitdrukking die hij aanhaalt, ook door de Romeinen als spreekwoord werd gebruikt. Dit zouden we te meer willen, wijl dat gezegde ook een geheel andere vertaling toelaat", die met „de deugd in 't midden" niets uitstaande heeft. Dit althans dunkt ons, als we er op letten, hoe een dergelijke uitdrukking voorkomt bij den Griekschen schrijver Aristoteles in zijn Ethica. Daar echter wil zij zeggen: de deugd is het afwezig zijn van eene overhelling naar de eene of andere zijde, van een te veel of te weinig; de deugd is dus: 't hebben en houden van \ juiste midden.

Doch hoe 't zij, zoo komen we verder.

Dan wacht nog de volgende vraag van onzen lezer H. B. te 's-H.

Zoudt u mij ook kunnen zeggen, hoe ik Mare. 16; 131J heb te verstaan om het in overeenstemming te brengen met Luc. 24:34.

In Luc. toch staat: elke (de discipelen n.l.) zeiden: e Heere is waarlijk opgestaan en in Mare. 16:13^ lees ik: aar zij geloofden ook die niet.

Deze twee plaatsen laten zich zeer wel overeen brengen. De discipelen verkeerden kort na 's Heeren opstanding in een toestand van onzekerheid, gelijk we o. a. zien aan Thomas. Zoo waren er dan ook die eer, en andere weer die later geloofden, aan het heugelijk feit der opstanding. Zelfs lezen wij, dat bij een gelegenheid degenen die saam waren toen Christus hun verscheen Hem aanbaden, „doch sommigen twijfelden".

Zoo nu ook hier. Eenigen waren reeds overtuigd door 't geen zij gehoord hadden. Anderen echter bleven tot bij de boodschap der Emmaüsgangers nog ongeloovig. Eerst later werden allen overtuigd, dat Christus waarlijk uit het graf was verrezen. Dit behoeft ons niet te verbazen. Wij zouden het niet beter gemaakt hebben.

W. — Havana heet voluit: San Cristobal de la Habana. Die verwisseling van v met b, komt in 't Spaansch meer voor b.v. Alba, Alva. De gewone naam is Havana, uitgesproken Havanja.

Doch de meeste menschen schrijven en zeggen Havana, en daar kunnen we 't ook wel bij houden. Om Spaansche namen als Xeres e. a. goed uit te spreken, zou men de uitspraak der letters in 't Spaansch moeten kennen. Dit geldt trouwens van vele namen in vreemde talen. Parijs, Londen en Wcenen, heeten in de landtaal ook niet zoo.

CORRESPONDENTIE.

C. S. te M. \Ve kunnen geen vragen beantwoorden, wanneer de vrager zijn naam niet noemt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 mei 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 mei 1898

De Heraut | 4 Pagina's